Hogere prijzen varkensvlees, vooral voor de consument |
24-10-2022
|
De consumentenprijsindex voor varkensvlees is in juli 2022 verder gestegen naar 133 punten, een forse toename ten opzichte van de 116 punten in januari van dit jaar. Ook de prijsindices in de verwerkende industrie, 140 punten in juli 2022, en af boerderij (144 punten) liggen duidelijk hoger dan begin dit jaar. De kosten van energie en voer zien echter ook forse stijgingen.
|
Prijsontwikkeling Bij de consumentenprijs is er een trendbreuk zichtbaar ten opzichte van de voorliggende jaren. De consumentenprijs bleef, tussen 2008 en 2019, vrijwel ongewijzigd op een niveau rond de 100 punten. Sinds voorjaar 2019 is deze index echter duidelijk gestegen, met een sprong in de tweede helft van 2019 (naar 110 punten) en in 2020 (naar 120 punten). In december 2020 daalde de index naar 112 punten, in lijn met de teruglopende vraag vanuit China, om daarna voorzichtig op te klimmen naar 116 punten in januari 2022. Vanaf dat moment steeg de index bijzonder sterk tot boven de 130 punten in mei 2022. In juli 2022 steeg de consumentenprijs met 2% ten opzichte van de twee maanden daarvoor tot een niveau van 133 punten.
De industrieprijs schommelt duidelijk sterker dan de CPI. In december 2019 vertoonde deze een piek van 143 punten. De indexprijs steeg in april 2022 naar 141 punten, zakte vervolgens naar 133 punten in juni maar lag in juli weer op 140 punten. De prijsbewegingen hangen sterk samen met een iets gekrompen aanbod wereldwijd, ook in de EU, en recent aangetrokken prijzen op markten buiten de EU.
De af-boerderijprijs is sterk gerelateerd aan de industrieprijs, en vertoont eveneens een opleving in juli. Vooral deze schakel in de keten heeft te maken met sterk gestegen kosten voor diervoer en voor energie. Ondanks de gestegen opbrengstprijzen zijn marges nog steeds negatief. De markt is momenteel echter gunstig gestemd, mede door krimpende productie in diverse EU-landen. Verwachting is dan ook dat de af boerderijprijs de komende tijd nog verder gaat stijgen.
Achtergrond keten en prijsvorming keten
Het varkensvlees wordt in de supermarkt of bij de slager gekocht. Supermarkten en slagers kopen varkensvlees van de vleesindustrie. Die bestaat uit slachterijen en vleesverwerkers. Slachterijen kopen vleesvarkens van veehouders rechtstreeks of via veehandelaren. Veehouders produceren vleesvarkens in gespecialiseerde bedrijven of gesloten bedrijven. Zeugenbedrijven zijn belangrijke toeleveranciers van biggen voor de gespecialiseerde bedrijven. De gesloten bedrijven produceren de eigen biggen.
Toelichting op drie niveaus
Circa 60% van het varkensvlees en 80% van de vleeswaren wordt in de supermarkt gekocht. Daarnaast loopt ongeveer 35% van het varkensvlees via de buitenhuishoudelijke markt (horeca, ziekenhuizen enzovoort). Consumenten kopen meer varkensvlees in januari, vaak aangemoedigd door reclameacties. Verder wordt meer vlees gekocht in het barbecueseizoen en is er een piek in december. Supermarkten kopen varkensvlees hoofdzakelijk van de Nederlandse vleesindustrie, zeker sinds alle retailers hebben toegezegd om per 2015 voor vers varkensvlees mee te doen met het programma Varkensvlees van morgen, dat van Nederlandse bodem is. Voor een deel wordt dat vlees echter betrokken van Duitse slachterijen die Nederlandse varkens slachten. De verwerking van varkensvlees is voor een belangrijk deel gekoppeld aan de slachterijen. De grootste vier slachterijen hebben een aandeel van circa 90%. Er zijn in 2021 in Nederland circa 17,2 miljoen varkens geslacht. De vleesindustrie slacht en verwerkt de dieren tot vers vlees en vleeswaren, die voor een groot deel worden geëxporteerd. Voor de productie wordt ook varkensvlees geïmporteerd. De zelfvoorzieningsgraad van de Nederlandse varkensvleesketen ligt op ruim 300%. De in totaal circa 2.800 bedrijven met vleesvarkens produceren bijna 18 miljoen vleesvarkens. Hiervan worden ongeveer 0,8 miljoen dieren geëxporteerd. Daarnaast worden er 7,5 miljoen biggen over de grens verkocht.
Prijsvorming De prijsontwikkeling van het pakket varkensvlees dat de consument in de supermarkt koopt, is opvallend vlak, zij het dat de gemiddelde prijs in het najaar, vooral in november, iets hoger ligt. De retail heeft een eigen prijsbeleid dat beperkt beïnvloed wordt door de inkoopprijs. Het prijsniveau bij concurrenten, promotieacties en de rol van vlees in het totale productassortiment van supermarkten spelen ook een rol. Prijsbewegingen van industrie (producentenprijs) en boeren (af boerderij) vertonen daarom nauwelijks samenhang met de consumentenprijs. Voor de handel tussen de slachterijen en supermarkten worden jaarcontracten gebruikt. Daarbinnen vindt per vier weken overleg plaats over reclameacties. Afhankelijk van onder andere het weer vinden dagelijks correcties plaats op de bestelde volumes. Slachterijen geven de prijsbewegingen op hun afzetmarkt door aan de varkenshouders. De markten voor varkens en varkensvlees in Noordwest-Europa zijn nauw met elkaar verweven. De prijsvorming is vrij. Door de seizoenseffecten in de afzet op detailhandelsniveau schommelen ook de wekelijkse slachterij- en handelsnoteringen of opbrengsten van vleesvarkens. De EU heeft de laatste jaren een flink gestegen zelfvoorziening in varkensvlees, wat betekent dat de prijsvorming in toenemende mate invloed ondervindt van de prijzen in derde markten buiten Europa.
Prijsindices De consumentenprijsindex (CPI) is gebaseerd op varkensvlees bij supermarkten en slagers. De producentenprijsindex (PPI) is gebaseerd op de opbrengstprijzen van producenten van vers of gekoeld varkensvlees bij afzet naar het binnenland. De af-boerderijprijs is gebaseerd op de wekelijkse noteringen voor slachtvarkens.
|
• Gegevens over de PPI 2012-heden van CBS Statline (Indices van laatste 5 maanden zijn voorlopige gegevens). • Gegevens over de gebruikte PPI 2005-2012 van CBS Statline. • Gegevens over de gebruikte CPI 2000-heden van CBS-Statline (indices van de laatste maand zijn voorlopige gegevens).
|