Meetmelk - Melkveehouderij
|
Afname in melkproductie per ha voedergewas en per melkkoe
|
4-9-2023 |
Op melkveebedrijven waarop het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) is gericht, is in 2021 zowel de meetmelkproductie (meetmelk is een voor vet- en eiwitpercentage gestandaardiseerde hoeveelheid melk) per ha voedergewas (met circa 5%) als de meetmelkproductie per melkkoe (met circa 3%) afgenomen ten opzichte van 2020.
|
Afname in melkproductie per ha voedergewas in 2021 De meetmelkproductie per ha voedergewas is in 2021 gemiddeld 16.800 kg per ha en is in de periode 2001-2021 gestegen, maar niet in een rechte lijn. In de jaren 2001-2005 en 2010-2012 stabiliseerde de melkproductie per ha om vervolgens in de jaren erna weer gestaag te stijgen. In de periode 2016-2021 is er wederom een kentering in de melkproductie per ha. In de Zandregio is de melkproductie per ha voedergewas vanaf 2006 toegenomen van ruim 14.500 kg meetmelk per ha voedergewas in 2006 naar circa 17.900 kg meetmelk per ha in 2021 (wat een toename is van circa 23%). In de Kleiregio en de Lössregio was de toename van melkproductie per ha voedergewas gemiddeld respectievelijk +27% en +51% in de periode 2006-2021. In de Veenregio was de toename circa 25%. De toename is het gevolg van een hogere melkproductie per koe en vooral van intensivering, resulterend in meer melkkoeien per ha voedergewas. De fosfaatreductieregeling en het fosfaatrechtenstelsel resulteerde in 2018 en 2019 in een lager gemiddeld aantal melkkoeien waardoor de veebezetting daalde. De melkproductiestijging per ha voedergewas bleef daardoor achter bij de melkproductiestijging per koe.
De spreiding in kg meetmelk per ha voedergewas tussen bedrijven neemt de laatste jaren toe. Dit is het gevolg van enerzijds een verdere verhoging van de melkproductie per ha op veel bedrijven en anderzijds een gelijkblijvende of lage melkproductie per ha op een aantal bedrijven. Melkveehouders hanteren verschillende strategieën resulterend in een verschillende melkproductie per ha voedergewas.
Afname in melkproductie per koe De gemiddelde meetmelkproductie per koe op melkveebedrijven waarop het LMM is gericht, betreft in 2021 circa 9.200 kg en ligt circa 300 kg lager dan in 2020. Het niveau van de melkproductie per koe in 2021 is met circa 9.600 kg het hoogst op melkveebedrijven in de Lössregio en het laagst in de Veenregio met circa 8.600 kg meetmelk/koe.
De gemiddelde meetmelkproductie per koe op melkveebedrijven in de Zand-, Klei- en Veenregio is met respectievelijk 11%, 11% en 12% gestegen in de periode 2006-2021. Melkveebedrijven in de Lössregio behaalden de hoogste productiestijging per koe van gemiddeld 20% in dezelfde periode.
Voeding beïnvloedt de melkproductie per koe In de Klei- en Zandregio daalde de meetmelkproductie per koe in de jaren 2011 en 2012 om vervolgens in 2013 weer wat te stijgen. De tijdelijke daling van de meetmelkproductie per koe in 2011 en 2012 kan diverse oorzaken hebben. Een mogelijke oorzaak is dat ondernemers door de dreigende overschrijding van het melkquotum minder krachtvoer hebben gevoerd met als gevolg een lagere melkproductie per koe. Ook het weer kan van invloed zijn geweest op de hoeveelheid en kwaliteit van het ruwvoer waardoor minder melk en lagere vet- en eiwitgehalten zijn gerealiseerd. In 2019 en 2021 was dat het geval. Melkveebedrijven in het LMM realiseerden in 2021 in alle regio’s een lagere melkproductie per koe.
De variatie (25-75-procentwaarden) in meetmelkproductie per koe tussen bedrijven in de periode 2001-2021 is niet wezenlijk veranderd. Het verschil, ongeacht grondsoortregio, in de gemiddelde meetmelkproductie tussen een hoog- en laagproductieve veestapel bedraagt ongeveer 2.000 kg meetmelk per koe.
|