Inkomen uit bedrijf - Geitenhouderij
|
Inkomen daalt op melkgeitenbedrijven door hogere (voer)kosten
|
19-12-2022
|
Het inkomen uit bedrijf op melkgeitenbedrijven zal in 2022 naar verwachting uitkomen op gemiddeld 59.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Dit is 54.000 euro lager dan in 2021 en ruim 40% onder het gemiddelde van de voorgaande 5 jaren (2017-2021). De 3,5% hogere melkprijs is niet voldoende om de hogere kosten van voer, energie en gebouwen en machines te compenseren. De gemiddelde bedrijfsomvang neemt met 2,4% toe omdat er 1,5% vaak kleinere bedrijven zijn gestopt waardoor de overblijvende bedrijven gemiddeld zijn gegroeid. Door deze groei van de bedrijven zullen de totale melkopbrengsten met bijna 6% op bedrijfsniveau toenemen.
|
Melkprijs De prijs van geitenmelk (waarvan circa 10% biologische melk) was in de periode 2014-2016 met 72,5 euro per 100 kg hoog, vooral door de gunstige afzetmogelijkheden. Vanaf 2016 zette de daling van de melkprijs in. In eerste instantie nog beperkt maar in 2017 en 2018 daalde de prijs per 100 kg met circa 4 euro per jaar naar 65 euro. Vanaf 2019 steeg de melkprijs met een variatie van 2 tot 5 euro per jaar. De verwachting is dat deze in 2022 met 2,5 euro gaat stijgen naar ruim 78 euro per 100 kg. Volume De vraag naar geitenmelk is goed, maar de schaarste van de afgelopen jaren is verminderd door de toenemende productie in Nederland en omringende landen door de hoge melkprijzen. De biologische geitenhouders, verenigd in de Organic Goat Milk Coöperatie, hebben na een ledenstop eind november 2020 besloten dat er weer nieuwe leden mogen worden toegelaten. In 2022 is het totaal aantal melkgeiten (gangbaar + biologische) met ruim 1% toegenomen naar een aantal van 488.600 stuks. Verreweg het grootste deel van de geitenmelk in Nederland wordt verwerkt tot kaas. In het buitenland, met name in Duitsland, is er een toenemende interesse in Nederlandse geitenkaas. In Nederland daalt de zuivel- en kaasconsumptie al vele jaren. De geitenkaas was hierop tot voor kort een uitzondering op. In 2018 begon ook hiervan de consumptie licht te dalen. Verse producten zoals melk en kwark, vinden voornamelijk een binnenlandse bestemming; veel hoogwaardig melkpoeder gaat als kindervoeding naar Azië. In India, China, Korea maar ook in Afrikaanse landen waar geiten als huisdier worden gehouden wordt veel meer geitenmelk gedronken en neemt het aandeel sterker toe dan in Europa.
Voerprijs De prijs van de geitenbrok stijgt de laatste jaren flink. In 2022 wordt een prijsstijging van 32% verwacht. Dit komt door verstoring van de wereldmarkt van granen vanwege de oorlog in Oekraïne en de boycot van Russisch gas en olie die een forse stijging van de energieprijzen heeft veroorzaakt en die de kosten van de productie van diverse grondstoffen heeft doen laten oplopen. De voerkosten nemen hierdoor gemiddeld toe. De voerkosten maken 46% uit van de totale kosten, dus een prijsverandering kan grote invloed hebben in het resultaat. Het aandeel krachtvoerkosten binnen het aangekochte voer was in 2020-2021 73%. Ruwvoer (waaronder een groot deel stro) heeft een aandeel van 14% in de totale voerkosten.
Diversiteit De diversiteit binnen de sector is groot. Er zijn bedrijven zonder grond die alle ruwvoer moeten aankopen. Ook zijn er geitenbedrijven die hun geiten voor langere tijd doormelken zonder ze te laten aflammeren (duurmelkers). Bij de bedrijven zonder grond kunnen de voerkosten oplopen tot 400 euro of meer per geit. Bij bedrijven met grond zijn de bijkomende voerkosten vaak lager dan 250 euro per geit. Daarentegen zijn er soms bedrijven die al het ruwvoer moeten aankopen maar toch gemiddelde voerkosten hebben. Ook zijn er bedrijven die veel grond hebben maar toch veel voerkosten hebben. Biologische bedrijven hebben met duurder voer te maken. In 2021 zijn de voerkosten per geit nauwelijks hoger op deze bedrijven in vergelijking met hun gangbare collega’s omdat de krachtvoergift lager is.
Er zijn relatief veel verwerkers van geitenmelk, zowel coöperatieve als particuliere, zodat er verschillen zijn in de te ontvangen voorschotmelkprijs. Die verschillen liepen tussen 2013 en 2018 op van 2% naar bijna 6%. Tussen 2019 en 2021 is het verschil met gemiddeld 3% weer wat kleiner geworden. Hierbij zijn de melkprijzen omgerekend naar standaard vet en eiwitgehalten bij levering van 8 ton melk. Ook zijn er binnen de sector relatief veel biologische bedrijven (circa 20%). Deze biologische bedrijven hebben bijna de helft minder geiten dan hun gangbare collega’s en halen een deel van hun inkomen uit verbredingsactiviteiten. Omdat de biologische melkproductie per geit lager is, is in melk omgerekend het aandeel biologisch circa 10%. De steekproefpopulatie omvat een evenredig deel biologische bedrijven.
Duurzaamheid De melkgeitensector beschikt over 2 instrumenten om een veilige en zo duurzaam mogelijke productie van geitenzuivel te verzekeren (Ketenkwaliteitszorgsysteem KwaliGeit) dan wel te stimuleren (Uitvoeringsagenda Duurzame Geiten Zuivel Keten). Dit heeft onder andere geresulteerd in lagere sterfte onder de bokjes. Ook probeert men een hogere levensduur te stimuleren via onder andere duurmelken omdat dit positieve effecten heeft op de diergezondheid, er minder geboorterisico’s zijn bij het aflammeren en er minder lammeren antibiotica nodig hebben. De sector registreert vanaf april 2021 ook het antibiotica gebruik volledig. Voor het perspectief van de sector en de individuele geitenhouder is het belangrijk dat er een perspectief voor ontwikkeling van de bedrijven is. Het platform Melkgeitenhouderij heeft in 2021 onderzoek opgestart, via PPS Versnelling verduurzaming Melkgeitenhouderij, om tot een aanpak te komen, bijvoorbeeld in de vorm van een certificaat, die een duurzame ontwikkeling van melkgeitenbedrijven kan waarborgen. Een dergelijke systematiek ontbreekt volledig en wordt door de sector als een belangrijke innovatieopgave gezien. In 2022 heeft het platform Melkgeitenhouderij de heffing op melk verlaagd met 25% omdat er momenteel genoeg reserves zijn om de verplichtingen met betrekking tot verduurzaming na te komen (van 12 naar 9 cent per 100 kg melk). Voor een gemiddeld melkgeitenbedrijf van ruim 1 miljoen kg is dit een verlaging van ruim 300 euro.
Resultaat Door hogere kosten voor voer, energie en diverse vaste kosten daalt het inkomen uit bedrijf met gemiddeld 54.000 euro per onbetaalde aje in 2022 naar een niveau van 59.000 euro. Dit levert, voor het eerst sinds 2012, een rentabiliteit op die met 96% onder een kostendekkend niveau ligt. In 2022 wordt verwacht dat het gemiddelde gespecialiseerde melkgeitenbedrijf in het Bedrijveninformatienet 1.040 melkgeiten telt. Dit is een stijging van 2,5% in vergelijking met het voorgaande jaar. Tussen 2012 en 2021 was er gemiddeld een stijging van het totaal aantal melkgeiten in Nederland van 6% per jaar. Een dergelijke sterke groei is, mede door een verbod op nieuwe bedrijven in bijna geheel Nederland, niet meer aanwezig. Bestaande bedrijven die nog groeimogelijkheden hebben binnen hun bestaande vergunning, kunnen daar nog gebruik van maken.
De sterke stijging van de kosten (+172.000 euro) wordt deels gecompenseerd door een stijging van de opbrengsten van 68.000 euro (waarvan ruim driekwart door de melk). Voerkosten hebben een aandeel van ruim 60% in de totale kostenstijging. Door de gestegen prijzen van materiële activa waaronder gebouwen, werktuigen en installaties nemen de kosten hiervan in de vorm van afschrijvingen met 22.000 euro (+13%) toe.
|
Referenties |
|
Inkomen uit bedrijf - Vleeskalverhouderij
|
Inkomen gedaald op bedrijven met blankvleeskalveren op contract
|
19-12-2022
|
Het inkomen uit bedrijf op de vleeskalverenbedrijven (blankvleeskalveren op contract) daalt naar verwachting in 2022 met 23.000 euro naar gemiddeld 24.000 euro per onbetaalde arbeidskracht (arbeidsjaareenheid, afgekort aje). De gemiddelde kosten per bedrijf stijgen met 38.000 euro omdat naast de energiekosten ook de vaste kosten van stallen en machines toenemen evenals de kosten van mestafzet. De mestafzetkosten aan de Stichting Mestverwerking Gelderland nemen aanzienlijk toe door hogere elektriciteitskosten. De kosten hangen niet alleen samen met het houden van de vleeskalveren maar nemen per gemiddeld aanwezige vleeskalf wel met 16% toe. De ontvangen contractvergoeding per gemiddeld aanwezig vleeskalf in 2022 blijft onveranderd. Door een toename van het aantal kalveren (+1%) en doordat de opbrengsten uit andere bedrijfstakken (inclusief verkoop van energie) wel extra opbrengsten generen nemen de totale opbrengsten toe met 5.000 euro (1,5%) ondanks een 4.000 euro lagere coronasteun (TVL: tegemoetkoming vaste lasten). De toename van de opbrengsten is 13% van de gestegen kosten.
|
Contractvergoeding De ontwikkeling van de contractvergoedingen is sterk bepalend voor de opbrengsten, omdat vooral blankvleeskalveren meestal op contract worden gehouden. In integratieverband wordt intensief samengewerkt met de kalverhouder. De kalverhouder ontvangt een vergoeding voor zijn geleverde arbeid en de stallen. De integratie levert de kalveren en het voer. De kalverhouder en de kalverspecialist van de integratie werken samen aan het steeds verder optimaliseren van de technische resultaten. De gemiddelde contractvergoeding per gemiddeld aanwezige kalf blijft in 2022 onveranderd op 246 euro (exclusief btw en exclusief bedrijfstoeslag vanuit het Europese landbouwbeleid GLB). Er zijn wel grote verschillen tussen bedrijven, afhankelijk van de voorwaarden. Dit betreft zowel het niveau als de ontwikkeling tussen de jaren. Op sommige bedrijven is de vergoeding per gemiddeld aanwezig kalf tientallen euro’s hoger of lager dan het gemiddelde. Het aandeel bedrijven met een contractvergoeding tussen 200 en 300 euro per gemiddeld aanwezige kalf schommelt de laatste jaren tussen de 80 en 95%.
Resultaat De gepresenteerde bedrijfsresultaten en inkomens van de gespecialiseerde vleeskalverbedrijven gelden alleen voor bedrijven met blankvleeskalveren op contract. Het inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidskracht (arbeidsjaareenheid, afgekort aje) op de vleeskalverenbedrijven daalt met 23.000 euro naar een niveau van gemiddeld 24.000 euro per onbetaalde aje in 2022. Dit is 47% onder het langjarig gemiddelde 2017-2021. De inkomensverschillen tussen bedrijven zijn groot, onder andere door verschillen in de contractvergoeding per kalf, betaalde kosten, bedrijfsgrootte en arbeidsefficiëntie. Twintig procent van de bedrijven behaalt naar verwachting een inkomen van meer dan 51.000 euro (per onbetaalde aje), terwijl een even grote groep een inkomen behaalt van minder dan 5.500 euro.
|