Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Thema's > Handel en afzet
     
Handel en afzet
Kies een indicator
Handel in agrarische goederen - Corona, 2022

De gevolgen van de coronacrisis voor de handel
21-1-2022

Onderstaande tekst is een weergave van hoofdstuk 7 uit de uitgave "De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband, editie 2022". Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Economic Research en het Centraal Bureau voor de Statistiek in opdracht van en gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Dit rapport beschrijft de ontwikkeling van de Nederlandse handel in landbouwproducten in 2021. Wageningen Economic Research en CBS maken in deze gezamenlijke uitgave, in opdracht van het ministerie van LNV, de eerste ramingen van de landbouwhandelscijfers voor 2021 bekend en voorzien deze van duiding. Naast inzicht in de export- en importcijfers, voor zowel landbouwgoederen als landbouwgerelateerde goederen, bevat de publicatie verschillende katernen waarin een handelsonderwerp uitgelicht wordt. Voor deze editie zijn de onderwerpen;
-de ontwikkelingen rondom de Brexit en corona,
-handelsbeleid in de landbouw,
-de uiteindelijke bestemming van de Nederlandse import,
-biologische handel en
-handel en internationale welvaart

Al deze onderwerpen zijn apart te lezen op agrimatie. Rechts in het oranje vlak kunt u de verschillende hoofdstukken nalezen. Het verdient de voorkeur om het totale rapport te downloaden.

Het onderstaande artikel geeft onderdelen van hoofdstuk 7 weer. U kunt hier het totale rapport downloaden.


Inleiding
Sinds begin 2020 houdt de coronapandemie de wereld in haar greep. In fases en in meer of mindere mate hebben delen van de wereld te maken met beperkende maatregelen en lockdowns die van invloed zijn op de economie. Wereldwijd heeft de coronacrisis ook voor de landbouw geleid tot een dubbele schok omdat zowel de vraag- als aanbodzijde getroffen worden (OECD, 2021a en 2021b). Maatregelen om de verspreiding van het virus onder controle te houden, hebben gevolgen gehad voor veel activiteiten in de mondiale toeleveringsketens, waaronder productie, verwerking, logistiek en detailhandel. Grens- en reisbeperkingen hebben vaak geleid tot tekorten aan landbouwarbeiders, beperkte toegang tot inputs zoals zaden, meststoffen en pesticiden, lagere capaciteit in de voedselverwerkende industrie en uitdagingen bij de distributie van voedingsproducten.

Tegelijkertijd zorgden aanzienlijke inkomensdalingen, beperkingen in het verkeer van mensen en de sluiting van restaurants voor snelle veranderingen in de voedselconsumptiepatronen (FAO, 2021). Door de coronacrisis en ingestelde lockdown zaten mensen meer thuis, waardoor de foodsector (zoals supermarkten en speciaalzaken) veel meer verkocht (CBS, 2020a; 2021a; ING, 2021). In 2020 is de handel in landbouwgoederen minder geraakt door de coronapandemie dan de handel in niet-landbouwgoederen. Desalniettemin waren de internationale voedselmarkten, vooral in het tweede kwartaal van 2020, behoorlijk ontregeld, waar ook de Nederlandse import en export last van had (OECD, 2021a en 2021b;WUR, 2020). Als gevolg van het virus is de wereldwijde voedselvoorziening verstoord en zijn veel prijzen naar boven geschoten.

De totale Nederlandse landbouwexport bereikte in 2020 met 95,7 miljard euro een nieuw record door prijsstijgingen, niet door volumegroei (Jukema et al., 2021). In 2021 is dit record opnieuw ruim verbroken (door zowel prijsstijging als volumegroei, zie paragraaf 2.2). De landbouwexport blijft ook belangrijk in het grote geheel. Als we kijken naar de verdiensten die Nederland overhoudt, dan zien we dat in 2020 zoā€™n 60% van de totale landbouwverdiensten in Nederland aan de export te danken was (40% betreft verdiensten aan binnenlandse afzet). Dat is wel een lager percentage dan in de jaren ervoor, met name in vergelijking met 2019. In het coronajaar 2020 hebben de exportverdiensten het lastig gehad om door te groeien, terwijl de focus op lokale verkoop groter is geworden (Berkhout et al., 2021).

Dit hoofdstuk beschrijft hoe de handel in landbouwgoederen tijdens de coronacrisis verliep, waarbij de jaren 2019 (als prƩ-coronajaar) en 2020/2021 (als coronajaren) centraal staan. Paragraaf 7.2 gaat in op de gevolgen van de coronapandemie voor de Nederlandse handel in landbouwgoederen. In paragraaf 7.3 komt de handel op EU- en niet-EU-niveau aan bod. In paragraaf 7.4 vindt een verdieping plaats door op het niveau van goederen te analyseren wat de gevolgen zijn van de pandemie op maandbasis. Paragraaf 7.5 ten slotte beschrijft de door de overheid gegeven coronasteun aan de agrosector in vergelijking met de bedrijven in de rest van de economie.

7.2 Nederlandse goederenhandel en corona
   Nederlandse economie en internationale handel in crisis
In maart 2020 brak de coronacrisis in Nederland in alle hevigheid uit. Er werd een lockdown ingesteld die pas in de zomer stapsgewijs opgeheven werd. Na de grote terugval in het tweede kwartaal trad in de loop van 2020 herstel op bij de mondiale en Nederlandse goederenhandel. Mede door de versoepelingen in de zomer van 2020 en de herstelde productieketens was de internationale goederenhandel eind 2020 qua volume alweer op een hoger niveau dan vĆ³Ć³r de coronacrisis (2019). Als gevolg van lage handelsprijzen (met name van minerale brandstoffen) was de handelswaarde eind 2020 nog wel lager dan in het vierde kwartaal van 2019. Hoewel de coronapandemie nog steeds voortduurt, is de Nederlandse goederenhandel inmiddels grotendeels hersteld van de enorme impasse die ruim een jaar geleden plaatsvond. De waarde van de Nederlandse goederenimport en -export ligt in de eerste drie kwartalen van 2021 boven het niveau van deze periode in prĆ©-coronajaar 2019 (Creemers et al., 2021).

  Handel in landbouwgoederen vertoont geen dip in 2020
De internationale goederenhandel werd niet voor alle goederen in dezelfde mate geraakt door de coronacrisis (figuur 7.1). De landbouwgoederen hadden relatief minder te lijden onder de coronacrisis en lijken daarmee minder conjunctuur- en crisisgevoelig. De noodzakelijkheid van voeding voor mensen maakt dat de coronatijd minder effect heeft gehad op de handel in landbouwgoederen dan op andere producten. Landbouwgoederen zijn essentiƫle goederen, waarbij het belang van het openhouden van de handelskanalen evident is. Daar staat tegenover dat, vanwege dezelfde mindere conjunctuurgevoeligheid, de handelsgroei in 2021 ook minder spectaculair was dan bij alle goederen samen. Vergeleken met het prƩ-coronajaar (2019) groeide de handel in landbouwgoederen in 2021 ongeveer even hard als de totale goederenhandel.

Figuur 7.1 Nederlandse goederenhandel (waarde), index 2019=100
Bron: CBS tot en met oktober 2021, raming november-december 2021 door CBS en Wageningen Economic Research.

7.3 Handel met EU-landen versus niet-EU-landen
De Nederlandse agrosector is sterk internationaal verweven. Door de maatregelen die genomen zijn tijdens de coronacrisis ondervonden en ondervinden diverse bedrijfsprocessen problemen. De coronapandemie had verschillende gevolgen voor de landbouwmarkten in de Europese Unie. Het grootste directe effect was zichtbaar aan de vraagzijde, aangezien de horeca van de ene op de andere dag werd gesloten. Producten die grotendeels voor die sector bestemd waren, konden vaak niet ergens anders worden gebruikt en in sommige gevallen, zoals snijbloemen, moest een groot deel van de productie worden vernietigd (Berkhout et al., 2020; New Zealand Embassy, 2020).

Niet alleen in Nederland werden diverse maatregelen getroffen, ook in andere landen van de EU werden lockdowns ingesteld om de verspreiding van het virus te voorkomen. De afgelopen twee jaar heeft de handel met EU-landen beter gepresteerd dan de handel met niet-EU-landen. Dat geldt zowel voor landbouwgoederen als niet-landbouwgoederen (figuur 7.2 en 7.3). In 2021 was de export van landbouwgoederen naar EU-landen 14,0% hoger dan in 2019, naar landen buiten de EU 5,7%. Voor de import van landbouwgoederen zijn de ontwikkelingen EU versus niet-EU vergelijkbaar met die bij de export.

Binnen de EU kon via de zogenaamde Green Lanes veel handel blijven doorgaan en werd aldus de beschikbaarheid van voedsel voor de Europese burgers gegarandeerd (Europese Commissie, 2020). Een tweede reden betreft de goederenhandel via zeecontainers. De coronapandemie heeft door plotselinge lockdowns en logistieke verstoringen onevenredig hard de containerhandel met niet-EU-landen verstoord. De mismatch tussen een sterk stijgende vraag na het eerste herstel van de coronapandemie en de verminderde (te snel afgeschaalde) aanbodcapaciteit heeft geleid tot recordprijzen voor containervrachten op vrijwel alle handelsroutes (UNCTAD, 2021; Bakker, 2021; OECD, 2021b). Er zijn minder containers op de juiste plaatsen beschikbaar en havens hebben de capaciteit niet om te lossen en door te zetten naar vrachtwagens en treinen (UNCTAD, 2021; Bakker, 2021). Door de hogere transport- en grondstofprijzen zijn de kosten van afzet naar verre bestemmingen (nog veel) hoger dan deze vĆ³Ć³r de coronacrisis waren (LogistiekProfs, 2021; Bakker, 2021; Van Heel, 2021). Rederijen kampen bijvoorbeeld met een groot tekort aan zeecontainers in China om aan de enorme vraag naar transportcapaciteit te voldoen. Hierdoor is de prijs van zeevracht vanuit AziĆ« bijzonder gestegen (zie bijvoorbeeld UNCTAD, 2021; Multifix Group, 2021; Knopers, 2021).

Vooral aan koelcontainers is een tekort. Koelcontainers worden met name gebruikt voor het transport van voedsel, zoals vlees, fruit en groenten. Een tekort aan deze containers heeft gevolgen voor Nederlandse (landbouw)bedrijven die voedsel (zoals uien, vlees, pootaardappelen, kaas, paprika) exporteren naar continenten die niet over land te bereiken zijn. Daardoor is de export van deze producten duurder of vertraagd (zie bijvoorbeeld NT, 2020; Pluimveebedrijf, 2020; EVMI, 2020).


Figuur 7.2 Ontwikkeling handelswaarde landbouwgoederen
Bron: CBS tot en met oktober 2021, raming november-december 2021 door CBS en Wageningen Economic Research.

Figuur 7.3 Ontwikkeling handelswaarde alle goederen
Bron: CBS tot en met oktober 2021, raming november-december 2021 door CBS en Wageningen Economic Research.
Noot voor 7.2 en 7.3: het VK zit in de groep niet-EU voor alle getoonde jaren (2019, 2020, 2021) om de vergelijking in de tijd robuust te maken
.

7.4 Goederensoorten tijdens de coronacrisis
   
  Goederenexport op maandniveau
Om te zien hoe de internationale handel voor de belangrijkste landbouwgoederen zich ontwikkelde tijdens de coronacrisis, bekijken we de goederenexport per maand. Figuur 7.4 toont de jaar-op-jaar exportontwikkeling van de primaire en secundaire landbouwgoederen, de tertiaire landbouwgoederen en de niet-landbouwgoederen per maand. De krimp die de goederenexport in april en mei 2020 doormaakte, blijft bij de primaire en secundaire landbouw heel beperkt. De exportwaarde van de niet-landbouwgoederen was in mei 2020 zoā€™n 28% lager dan in mei 2019, terwijl de exportwaarde van het totaal van primaire en secundaire landbouwgoederen 10% lager lag. In de tweede helft van 2020 lag de waarde van de export van landbouwgoederen rond het prĆ©-coronaniveau, de export van niet-landbouwgoederen lag er nog onder. Pas in december 2020 ligt de export van niet-landbouwgoederen weer boven het niveau van een jaar eerder. De export van de tertiaire landbouwgoederen vertoont meer fluctuaties. Deze export lag in april en mei 2020 respectievelijk 6 en 9% lager dan in die maanden een jaar eerder, maar was in juni juist weer 12% hoger dan in 2019.

Figuur 7.4 Ontwikkeling van de exportwaarde per maand vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder
Bron: CBS.


  Export fruit blijft op niveau
De coronacrisis heeft schokken veroorzaakt in alle segmenten van de voedselvoorzieningsketens en heeft tegelijkertijd gevolgen voor de landbouwproductie, voedselverwerking, transport en logistiek en de finale vraag. Niet alle producten werden in gelijke mate getroffen en verschillende producten hebben te maken gehad met verstoringen in verschillende stadia van de toeleveringsketen (OECD, 2021b). De export van fruit is bijvoorbeeld goed overeind gebleven tijdens de coronapandemie, maar voor veel andere goederen was het coronajaar 2020 lastiger. Figuur 7.5 geeft de ontwikkeling van de exportwaarde van drie belangrijke landbouwproducten voor de export weer, met de jaar-op-jaar ontwikkeling per maand. De export van fruit had in 2020 geen exportverlies ten opzichte van 2019: iedere maand lag het niveau boven dat van 2019. De exportwaarde van fruit nam in de beginfase van de pandemie (april en mei 2020) nog toe, in tegenstelling tot bij andere belangrijke exportproducten. Uit een vergelijking tussen de exportwaarde en -hoeveelheid blijkt dat dit vooral een prijseffect was: in die maanden nam de waarde wel toe ten opzichte van een jaar eerder ā€“ maar de hoeveelheid lag lager. In 2019 waren de prijzen van bijvoorbeeld appels en peren zeer laag (CBS, 2020b). In 2021 stond de export van fruit er echter minder goed voor ā€“ alleen in maart, april en juni 2021 nam de exportwaarde (en -hoeveelheid) toe. In de andere maanden van 2021 (cijfers hier tot en met augustus) nam de waarde juist af vergeleken met een jaar eerder.

Figuur 7.5 Exportwaarde belangrijke landbouwgoederen voor de uitvoer, jaar-op-jaar ontwikkeling per maand
Bron: CBS.


  Problemen sierteelt in begin 2020
De krimp bij de sierteeltexport zette al vroeg in, met een afname van ruim 19% in maart 2020 en van bijna 26% in april (figuur 7.5). De sierteeltexport kwam in het eerste kwartaal van 2020 volledig stil te liggen door de mondiale lockdowns. Hierdoor kelderden de prijzen (CBS, 2020b). In juli, augustus en september 2020 nam de uitgevoerde waarde juist sterker toe dan de uitgevoerde hoeveelheid ā€“ waaruit blijkt dat de handelsprijzen juist weer toenamen. In de loop van 2020 stegen de prijzen weer fors doordat de vraag uit het buitenland weer toenam, terwijl Nederlandse telers hun productie juist hadden afgeschaald in verband met corona-onzekerheid (CBS, 2020b). Eind 2020 nam zowel de waarde als de hoeveelheid van de export van sierteelt toe, maar steeg de uitgevoerde hoeveelheid weer harder dan de uitgevoerde waarde. Dit duidt op een stabilisering van de handelsprijzen na de prijsstijging eerder. In maart en april 2021 groeiden zowel de hoeveelheid als de waarde van de export van sierteelt enorm. Dit komt mede omdat wordt vergeleken met de krimpmaanden van 2020 (CBS, 2021d en 2021e). Bij de sierteelt zien we dat de angst aan het begin van de pandemie groot was, maar dat de branche wat betreft export ook snel weer opkrabbelde.

  Handelsprijs voor vlees fluctueert
In de maanden met de grootste teruggang in de handel door de coronapandemie (april en mei 2020) lag de waarde van vlees fors lager dan een jaar eerder, met als dieptepunt een krimp van ruim 21% in mei 2020 ten opzichte van mei 2019 (figuur 7.5). Bij aanvang van de coronacrisis (april en mei 2020) was de procentuele krimp van de waarde groter dan de krimp van de hoeveelheid. Daaruit kunnen we opmaken dat de handelsprijzen harder afnamen dan het volume. Zo was in 2020 varkensvlees bijvoorbeeld 9% goedkoper dan een jaar eerder. De prijs stond ook onder druk door de uitbraak van de varkenspest in Duitsland (CBS, 2020b). Daarnaast valt op dat de waarde vanaf het tweede kwartaal van 2021 veel harder steeg dan het volume, duidend op een grote prijsstijging van geƫxporteerd vlees. Ook in 2021 kampte de varkenssector met fors dalende prijzen (CBS, 2021d).

7.5 Compensatie voor coronaverliezen door overheid
Het Nederlandse bbp is in 2020 met 3,8% gekrompen ten opzichte van prƩ-coronajaar 2019. Deze achteruitgang is net iets sterker dan de krimp in 2009 door de kredietcrisis en de sterkste krimp ooit door het CBS gemeten in vredestijd (CBS, 2021b, 2021c). De daling was in het tweede kwartaal het grootst met 9,9% ten opzichte van het voorgaande kwartaal. En hoewel de consumptie van voedsel vaak niet conjunctuurgevoelig is, had de recessie uiteraard wel impact (OECD 2021a, 2021b). Ter ondersteuning van ondernemers tijdens de coronacrisis heeft de overheid financiƫle steunmaatregelen ingevoerd. Tot en met augustus 2021 ontvingen ruim 634.000 bedrijven steun uit ƩƩn of meerdere van de coronasteunmaatregelingen, wat neerkomt op bijna een derde van alle Nederlandse bedrijven.

   Relatief minder vaak coronasteun aangevraagd door agribusiness
Bij de bedrijven in de agribusiness ligt de verhouding wat anders. Ruim 34.000 bedrijven in de agribusiness ontvingen coronasteun, wat neerkomt op bijna 29% van de bedrijven in die sector. Agribusiness-bedrijven maakten dus iets minder dan gemiddeld gebruik van steunpakketten gedurende de coronacrisis.

Van de agribusinessbedrijven die coronasteun ontvingen is 21% actief in de bedrijfstak supermarkten, voedingswinkels en markthandel. Agribusiness-bedrijven in de groothandel, veeteelt en fokkerijen, teelt van eenjarige gewassen, dienstverlening voor de landbouw en vervaardiging van voedingsmiddelen maakten juist relatief veel gebruik van steunpakketten gedurende de coronacrisis (tabel 7.1).

Tabel 7.1 Agribusiness uitgesplitst naar bedrijfstak
TypeAandeel met steun in agribusinessAandeel bedrijven in agribusiness
%%
Supermarkten, voedingswinkels en markthandel21,013,7
Groothandel agribusiness20,513,5
Veeteelt en fokkerijen14,124,5
Teelt van eenjarige gewassen12,614,9
Dienstverlening voor de landbouw11,213,5
Vervaardiging van voedingsmiddelen7,45,4
Overig13,314,5
Bron: CBS, RVO, Belastingdienst, UWV.


   Handelaren in landbouwgoederen kregen relatief iets vaker steun dan alle Nederlandse handelaren
Wanneer we enkel kijken naar de bedrijven die zich op de internationale markt begeven, ziet het beeld er anders uit. Van alle internationale handelaren (import en/of export van goederen) ontving meer dan 43% steun. Bij de internationale handelaren binnen de agribusinesssector is dat 45%.

Een aantal sectoren binnen de internationaal actieve agribusiness springt eruit voor wat betreft de steunaanvraag. Zo vroeg bij de groothandel in landbouwgoederen 63% van de internationale handelaren steun aan; bij de supermarkten, voedingswinkels en markthandel was dat 60%. Het aandeel was met 59% ook bovengemiddeld hoog voor de viskwekers. Voor zowel de vervaardiging van machines en chemicaliƫn voor de landbouw als de handelsbemiddeling geldt dat dit afgerond 100% is: vrijwel alle internationaal handelende bedrijven binnen deze bedrijfstakken ontvingen overheidssteun.

Bedrijfstakken waarvan de internationaal handelende bedrijven juist relatief weinig steun aanvroegen, zijn de dienstverlening voor de landbouw (27%), de teelt van meerjarige gewassen (29%), veeteelt en fokkerijen (26%) en de visserij (30%).

Lees hier verder.



Kies een sector
Contactpersoon
Petra Berkhout
070 3358103
 

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >
Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief



naar boven