Een gedeeltelijk herstel van het patroon in consumptieve bestedingen huishoudens in het tweede coronajaar
De totale consumptie van Nederlandse huishoudens was circa 360 mld. euro in 2021, waarvan ruim 45 mld. euro aan voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken, zie tabel. De uitgaven aan voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken bedroegen 12,4% van de totale consumptieve bestedingen aan goederen en diensten in 2021. Consumptie van huishoudens betreft de bestedingen van consumenten in de detailhandel (onder andere supermarkten, speciaalzaken, markten en internetwinkels en non-foodwinkels) en directe verkoop. Uitgaven aan voeding in de horeca en recreatie worden in de uitgaven aan diensten meegerekend en komen in het aandeel van voedingsmiddelen en dranken in de consumptieve bestedingen niet tot uitdrukking.
In de jaren vóór de coronaperiode waren de totale consumptieve bestedingen aan goederen en diensten, en de bestedingen aan voedingsmiddelen en dranken stijgende. Het aandeel voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken was sinds 2012 met ruim 11% relatief stabiel, zie tabel. In 2020 is daar verandering in gekomen. De totale bestedingen aan goederen en diensten zijn in 2020 gedaald. De bestedingen aan voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken zijn in dat jaar juist toegenomen. Een belangrijke reden is de verschuiving van voedselaankopen door de coronamaatregelen van de horeca naar de detailhandel, wat tot uitdrukking komt in de cijfers over consumptieve bestedingen aan voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken. Een andere reden is dat de bestedingen aan andere diensten en goederen meer direct zijn beïnvloed door de beperkingen. Ten slotte kent voedsel als basisbehoefte beperktere besparingsmogelijkheden dan veel andere onderdelen van de consumptieve bestedingen.
In het tweede coronajaar 2021 is een gedeeltelijk herstel van het normale patroon in de consumptieve bestedingen van huishoudens waarneembaar, in het tweede coronajaar is een deel van de coronamaatregelen teruggedraaid. De totale consumptieve bestedingen zijn zelfs circa 6 miljard euro hoger dan in 2019, het jaar vóór corona. De bestedingen aan voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken zijn in 2021 eveneens met circa 1 miljard euro in ƩƩn jaar gestegen, zij het niet zo hard als in 2020, en minder hard dan de jaarstijging van de totale bestedingen. Het aandeel van voedsel in de totale bestedingen huishoudens is in 2021 lager dan in 2020, maar nog steeds ruim 1% hoger dan in 2019. De consumentenprijsindex kende een jaarlijkse stijging van tussen 1,3% en 2,6% in de periode 2017 ā 2021.
Consumptieve bestedingen van huishoudens a (mld. euro) b , 2017-2021 |
Totaal consumptieve bestedingen aan goederen en diensten | 327 | 342 | 354 | 335 | 360 | | Voedingsmiddelen en dranken c | 37 | 38 | 40 | 44 | 45 | | Aandeel (%) voedingsmiddelen en dranken | 11,3 | 11,1 | 11,3 | 13,1 | 12,4 | |
Aandelen verschillende voedingsmiddelen stabiel
In 2021 was Aardappelen, groenten en fruit met 21% van de bestedingen aan voeding en dranken de grootste uitgavenpost, gevolgd door Vlees en vleesproducten met 20% en Brood, broodproducten, gebak en banket met 19% (zie figuur). Het aandeel van Kruidenierswaren, zoetwaren en overig is 17%. Zuivel, eieren, oliƫn en vetten maken 15% van de bestedingen aan voeding en dranken uit. De productgroepen Alcoholvrije dranken en Vis hebben de kleinste aandelen, respectievelijk 5% en 4% van de bestedingen. De aandelen van de verschillende productgroepen binnen de consumptieve bestedingen aan voedingsmiddelen en dranken zijn relatief stabiel, maar er is een voorzichtige stijging in het aandeel van aardappelen, groenten en fruit waarneembaar sinds 2005. Dat aandeel is een paar procentpunten toegenomen ten koste van andere voedingsmiddelen als vlees, brood en kruidenierswaren.
Uitgaven aan voedsel met een duurzaamheidskeurmerk stijgen in de coronajaren onverminderd door
Voedingsmiddelen en dranken met een duurzaamheidskeurmerk winnen aan populariteit bij consumenten, ook tijdens corona. In 2021 was het aandeel van de uitgaven aan voedsel met een duurzaamheidskeurmerk met onafhankelijke controle in de supermarkten, de foodservice en gespecialiseerde winkels in duurzamer voedsel (natuurwinkels, biologische supermarkten, etc.) 19% of ruim 9,5 miljard euro (Logatcheva, 2022). Dit aandeel is in de loop der jaren onverminderd gegroeid. In het eerste coronajaar 2020 was dit aandeel circa 17%, in 2019 circa 14%, en in 2009 nog maar 3% (zie figuur). Sinds 2009 zijn de bestedingen aan producten met duurzaamheidskeurmerken ASC, Biologisch, Beter Leven, Fairtrade, MSC, On the way to PlanetProof (vóór 2018 Milieukeur), Rainforest Alliance, UTZ Certified, en Vrije Uitloop onderzocht. In 2022 zijn deze keurmerken met uitzondering van Vrije Uitloop en Beter Leven 1 en 2 sterren als topkeurmerk aangemerkt in de beoordeling van Milieucentraal.
Het merendeel van de uitgaven aan voedsel met minimaal ƩƩn van de onderzochte duurzaamheidskeurmerken vindt plaats in supermarkten, bijna 8 miljard euro in 2021 (circa 84%). Het aandeel bestedingen aan voedsel met een duurzaamheidskeurmerk op de totale voedselbestedingen in supermarkten is tussen 2013 en 2021 gegroeid van 8% naar 22%.
Er zijn verschillen tussen de productgroepen en jaren in hoe de bestedingen aan voedsel met de onderzochte duurzaamheidskeurmerken zich ontwikkelen. Veranderende consumentenvoorkeuren en de beschikbaarheid van gecertificeerde grondstoffen zorgen voor dynamiek in vraag en aanbod van dit voedsel. De grotere sprongen hebben meestal te maken met het introduceren en uitrollen van een duurzaamheidskeurmerk voor een specifieke productgroep en de keuzes die retailers maken over het aanbieden van het integrale assortiment van een bepaalde productgroep onder een keurmerk. Voorbeelden zijn het aanbieden van alle vers varkensvlees minimaal onder 1 ster van Beter Leven, of alle huismerkkoffie, -thee en -chocolade minimaal onder UTZ Certified of Rainforest Alliance.
In 2021 lieten de bestedingen aan bijna alle productgroepen met een duurzaamheidskeurmerk in de supermarkten, de foodservice en biologische winkels per saldo een groei zien ( zie figuur). Een uitzondering is bijvoorbeeld Eieren, een productgroep waar ook de totale bestedingen zijn gedaald. Een deel van vrije-uitloop-eieren kon in 2021 niet onder een keurmerk verkocht worden door ophokplicht in verband met vogelgriep.
Licht herstel bestedingen aan biologisch voedsel in het tweede coronajaar
Binnen de bestedingen aan voedsel met een duurzaamheidskeurmerk heeft het Beter Leven keurmerk met 32% het grootste aandeel, gevolgd door Biologisch (16%) en Rainforest Alliance (13%). Het Europese keurmerk Biologisch is het keurmerk met uitgangspunten van de landbouw die in de EU-wetgeving zijn vastgelegd. In Nederland wordt 1,6 miljard euro aan voedselproducten met een biologisch keurmerk door consumenten uitgegeven. Het keurmerk heeft een lange periode in de lift gezeten. In de periode 2015-2019 zijn de bestedingen aan biologische producten in Nederland jaarlijks met 5% tot 8% gestegen. In het eerste jaar van corona was de situatie voor biologisch anders door corona. De bestedingen aan biologisch voedsel waren met 1% afgenomen door het wegvallen van de afzet in de foodservice. In 2021 is wederom groei, van 2%, in biologisch waarneembaar, zie figuur.
|