5.4 Meer export van kasmaterialen, minder tractors en landbouwtrailers
Kijkend op productniveau zijn er traditioneel vier tertiaire landbouwgoederen (landbouwmachines, kasmaterialen, meststoffen en machines voor de voedingsmiddelenindustrie) met een hoge exportwaarde en zeven met een lage tot hele lage exportwaarde (figuur 5.6). Zo hoort Nederland bijvoorbeeld tot de grootste exporteurs van kunstmest in de EU, samen met Duitsland en België (CBS, 2023). Handel van dierlijk mest vindt vooral plaats binnen Nederland, de in Nederland geproduceerde kunstmest daarentegen gaat voor een groot deel de grens over (Oltmer, 2024).
De belangrijkste ontwikkelingen in 2024 zijn een forse exportgroei van kasmaterialen (+48%), wat we al eerder zagen bij de export naar het VK, en een flinke krimp van de export van tractors en landbouwtrailers (-31%). Bij de export van kasmaterialen gaat het om een groei van 0,9 miljard euro en 36% van dat bedrag betreft de export naar het VK.
Uitgebreid onderzoek naar de export van kasmaterialen (Bregman, 2024) heeft eerder getoond dat in Nederland circa 20 bedrijven actief zijn in het opleveren van complete kascomplexen. De bedrijven opereren zowel op nationaal als internationaal niveau, waarbij de bedrijven ongeveer 80% van hun omzet in het buitenland genereren en ongeveer 20% in Nederland.
Kasmaterialen stijgen met stip (van 4 naar 2) als het gaat om de meest uitgevoerde landbouwgerelateerde goederen ten koste van meststoffen (van 2 naar 3) en machines voor de voedingsmiddelenindustrie (van 3 naar 4). Landbouwmachines zijn ook in 2024 het belangrijkste tertiaire landbouwgoed met een bedrag van 3,0 miljard euro. Wel is de exportwaarde hiervan in een jaar tijd met 6% afgenomen.
Indien wederuitvoer niet wordt meegerekend, dan blijft de top 4 ongewijzigd (figuur 5.7). De export van deze goederen is namelijk voor het grootste deel van Nederlandse makelij. Kasmaterialen passeren de landbouwmachines net niet als belangrijkste product in de tertiaire landbouwexport bij het weglaten van wederuitvoer uit de cijfers. Machines voor de voedingsmiddelenindustrie (van 4 naar 3 in vergelijking met de totale export) schuiven een plekje op ten koste van meststoffen.
De nummer 5 van de totale export, vaccins voor dieren, zakt helemaal weg, omdat bijna alle export wederuitvoer betreft. Er zit ook relatief veel wederuitvoer bij andere goederen buiten de top 4 waardoor de dominantie van de top 4 nog groter is zonder wederuitvoer. Het aandeel van landbouwmachines, machines voor de voedingsmiddelenindustrie, kasmaterialen en meststoffen samen is nu niet 80% maar 93% van de totale tertiaire landbouwexport.
Aan de invoerkant zien we in figuur 5.8 relatief veel kasmaterialen (1,4 miljard euro in 2024), landbouwmachines (1,3 miljard euro) en meststoffen (0,7 miljard euro) terug. Daarna volgen, gewasbeschermingsmiddelen, tractors en landbouwtrailers (elk 0,6 miljard euro) en machines voor de voedingsmiddelenindustrie (0,4 miljard euro). De andere landbouwgerelateerde goederen worden voor een veel lagere waarde ingevoerd.
Zoals ook het geval was bij de export staan landbouwmachines en kasmaterialen bovenaan in de rangschikking. Beide groepen laten ook de grootste absolute ontwikkeling bij de importwaarde noteren, bij de eerste een afname van 0,2 miljard euro en bij de ander een toename met hetzelfde bedrag.