Editie 2025 - De handel in landbouwgerelateerde goederen

Laatste update: 15 januari 2025

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk ligt de focus op landbouwgerelateerde goederen. Dit zijn geen landbouwgoederen volgens de basisdefinitie (de focus van de vorige hoofdstukken), maar goederen die internationaal worden verhandeld ten behoeve van landbouw- of voedingssectoren. Voorbeelden daarvan zijn landbouwmachines en machines voor de voedingsmiddelenindustrie, maar ook kassen en kunstmest. In paragraaf 5.1 geeft de macro-ontwikkelingen weer, paragraaf 5.2 voegt een landendimensie toe, paragraaf 5.3 een goederendimensie, paragraaf 5.4 kijkt naar importbestemmingen en paragraaf 5.5 bespreekt de Nederlandse verdiensten aan de export van landbouwgerelateerde goederen.

5.2 Landbouwgerelateerde export neemt toe met ruim 4%


Voor 2024 wordt de export van landbouwgerelateerde goederen (of tertiaire landbouwexport) geraamd op 12,4 miljard euro (figuur 5.1). Dat is 4,3% meer dan in 2023 (toen 11,9 miljard euro). De import van landbouwgerelateerde goederen wordt met 5,5 miljard euro in 2024 juist 3,6% lager geschat dan in 2023 (toen 5,7 miljard euro). Beide stromen hebben een lagere waarde dan het tot nu toe hoogste niveau in 2022.


Het handelsoverschot is in 2024 met 11,5% toegenomen tot 6,9 miljard euro (in 2023 6,2 miljard euro). Het handelsoverschot is ook groter dan in 2022 en heeft daarmee het hoogste punt tot nu toe bereikt. In de periode 2002-2024 is het handelsoverschot verviervoudigd. Dat is meer dan bij de import (3,1 keer groter) en de export (3,6 keer groter).


De export van landbouw- en landbouwgerelateerde goederen tezamen wordt voor 2024 geraamd op 141,2 miljard euro (figuur 5.2), 4,7% hoger dan in 2023. De import van landbouw- en landbouwgerelateerde goederen komt met 91,5 miljard euro 2,7% hoger uit dan in 2023, maar is lager dan in 2022. Het handelsoverschot van landbouw- en landbouwgerelateerde goederen komt hiermee op recordhoogte uit met 49,7 miljard euro (8,7% groei in 2024 ten opzichte van 2023).

Grafiek wordt geladen...
Grafiek wordt geladen...

5.3 Export van kasmaterialen naar VK neemt sterk toe


De export van landbouwgerelateerde goederen gaat evenals de landbouwgoederen naar bestemmingen in Europa. De top 5 wordt vertegenwoordigd door Duitsland (15% van het totaal), België (10%), het VK (9%), Frankrijk (8%) en de VS (6%). Landbouwmachines en kasmaterialen worden het meest uitgevoerd naar Duitsland, naar België en Frankrijk in de eerste plaats landbouwmachines en meststoffen, en naar het VK met name kasmaterialen.


Er staan ook enkele bestemmingen in de top 10 (figuur 5.3) die niet in de top 10 van landbouwgoederen (figuur 3.2) staan. Zo staat Brazilië (voornamelijk meststoffen) op plaats 8 als bestemming van tertiaire landbouwexport en komt Denemarken (voornamelijk kasmaterialen) naar voren op plek 9. Denemarken is in een jaar tijd Italië gepasseerd en hetzelfde geldt voor Spanje ten koste van Brazilië en het VK (van 5 naar 3) ten koste van de VS. De tertiaire landbouwexport is binnen de top 10 van bestemmingen procentueel het hardst gegroeid bij de export naar het VK, met 36%. Deze toename is in zijn geheel toe te schrijven aan de export van kasmaterialen die bijna is verdrievoudigd tot bijna 0,5 miljard euro in 2024. Mogelijkerwijze hangt dit samen met de ambities van het VK in het kader van een grotere voedselzekerheid: het land wil minimaal 60% van het voedsel voor eigen consumptie uit eigen land halen (Government UK, 2024).


De waarde van de landbouwgerelateerde export naar de VS (met name machines voor de voedingsmiddelenindustrie en kasmaterialen), Brazilië (met name meststoffen en vaccins voor dieren) en Italië (met name landbouwmachines) is juist afgenomen. Richting onze buurlanden is de export licht in waarde toegenomen.


Indien we wederuitvoer niet meerekenen (figuur 5.4) en enkel kijken naar de landbouwgerelateerde export van Nederlandse makelij, dan neemt de VS als exportbestemming plek 2 in en passeert daarmee België, Frankrijk en het VK. Daarnaast staan Canada en China nu in de top 10 (ten koste van Denemarken en Italië). Zonder wederuitvoer gerekend nemen de niet-EU-landen dus prominentere plekken in en staan ze bovendien vaker in de top 10 van bestemmingen (5 keer in plaats van 3 keer).


Zowel voor de export naar de VS als naar Canada (in de eerste plaats landbouwmachines) geldt dat een bijzonder hoog percentage van de export van Nederlandse makelij is, respectievelijk 94% en 98%. Ter vergelijking, dat is slechts 60% bij de export naar België. Bij de export naar China is dat 76%. Nederland exporteert in de eerste plaats machines voor de voedingsmiddelenindustrie naar China.

Top 10 bestemmingen landbouwgerelateerde goederen

Grafiek wordt geladen...
Top tien bestemmingen export van landbouwgerelateerde goederen

Top 10 bestemmingen export van landbouwgerelateerde goederen van Nederlandse makelij

Grafiek wordt geladen...
Top tien bestemmingen export van landbouwgerelateerde goederen Nederlandse makelij

Top 10 herkomstlanden import van landbouwgerelateerde goederen

Grafiek wordt geladen...
Top tien herkomstlanden import van landbouwgerelateerde goederen

5.4 Meer export van kasmaterialen, minder tractors en landbouwtrailers


Kijkend op productniveau zijn er traditioneel vier tertiaire landbouwgoederen (landbouwmachines, kasmaterialen, meststoffen en machines voor de voedingsmiddelenindustrie) met een hoge exportwaarde en zeven met een lage tot hele lage exportwaarde (figuur 5.6). Zo hoort Nederland bijvoorbeeld tot de grootste exporteurs van kunstmest in de EU, samen met Duitsland en België (CBS, 2023). Handel van dierlijk mest vindt vooral plaats binnen Nederland, de in Nederland geproduceerde kunstmest daarentegen gaat voor een groot deel de grens over (Oltmer, 2024).


De belangrijkste ontwikkelingen in 2024 zijn een forse exportgroei van kasmaterialen (+48%), wat we al eerder zagen bij de export naar het VK, en een flinke krimp van de export van tractors en landbouwtrailers (-31%). Bij de export van kasmaterialen gaat het om een groei van 0,9 miljard euro en 36% van dat bedrag betreft de export naar het VK. Uitgebreid onderzoek naar de export van kasmaterialen (Bregman, 2024) heeft eerder getoond dat in Nederland circa 20 bedrijven actief zijn in het opleveren van complete kascomplexen. De bedrijven opereren zowel op nationaal als internationaal niveau, waarbij de bedrijven ongeveer 80% van hun omzet in het buitenland genereren en ongeveer 20% in Nederland.


Kasmaterialen stijgen met stip (van 4 naar 2) als het gaat om de meest uitgevoerde landbouwgerelateerde goederen ten koste van meststoffen (van 2 naar 3) en machines voor de voedingsmiddelenindustrie (van 3 naar 4). Landbouwmachines zijn ook in 2024 het belangrijkste tertiaire landbouwgoed met een bedrag van 3,0 miljard euro. Wel is de exportwaarde hiervan in een jaar tijd met 6% afgenomen.


Indien wederuitvoer niet wordt meegerekend, dan blijft de top 4 ongewijzigd (figuur 5.7). De export van deze goederen is namelijk voor het grootste deel van Nederlandse makelij. Kasmaterialen passeren de landbouwmachines net niet als belangrijkste product in de tertiaire landbouwexport bij het weglaten van wederuitvoer uit de cijfers. Machines voor de voedingsmiddelenindustrie (van 4 naar 3 in vergelijking met de totale export) schuiven een plekje op ten koste van meststoffen.


De nummer 5 van de totale export, vaccins voor dieren, zakt helemaal weg, omdat bijna alle export wederuitvoer betreft. Er zit ook relatief veel wederuitvoer bij andere goederen buiten de top 4 waardoor de dominantie van de top 4 nog groter is zonder wederuitvoer. Het aandeel van landbouwmachines, machines voor de voedingsmiddelenindustrie, kasmaterialen en meststoffen samen is nu niet 80% maar 93% van de totale tertiaire landbouwexport.


Aan de invoerkant zien we in figuur 5.8 relatief veel kasmaterialen (1,4 miljard euro in 2024), landbouwmachines (1,3 miljard euro) en meststoffen (0,7 miljard euro) terug. Daarna volgen, gewasbeschermingsmiddelen, tractors en landbouwtrailers (elk 0,6 miljard euro) en machines voor de voedingsmiddelenindustrie (0,4 miljard euro). De andere landbouwgerelateerde goederen worden voor een veel lagere waarde ingevoerd.


Zoals ook het geval was bij de export staan landbouwmachines en kasmaterialen bovenaan in de rangschikking. Beide groepen laten ook de grootste absolute ontwikkeling bij de importwaarde noteren, bij de eerste een afname van 0,2 miljard euro en bij de ander een toename met hetzelfde bedrag.

Figuur 5.6 Landbouwgerelateerde export naar productgroep

Grafiek wordt geladen...
Landbouwgerelateerde export naar productgroep

Figuur 5.7 Landbouwgerelateerde export van Nederlandse makelij naar productgroep

Grafiek wordt geladen...
Landbouwgerelateerde export van Nederlandse makelij naar productgroep

Figuur 5.8 Landbouwgerelateerde import naar productgroep

Grafiek wordt geladen...
Landbouwgerelateerde import naar productgroep

5.5 Meer dan twee derde landbouwgerelateerde import voor de export


Een groot deel van de landbouwgerelateerde import (71% in 2023) komt uiteindelijk weer in het buitenland terecht. Dat is een vergelijkbaar percentage als we eerder zagen bij de import van landbouwgoederen (zie paragraaf 2.5). Het betreft ruim 45% invoer voor wederuitvoer en ruim 25% invoer verwerkt in de uitvoer. Dat betekent dat 29% van de import in Nederland blijft: bijna 16% direct bestemd voor binnenlandse bestedingen en bijna 14% invoer verwerkt in de binnenlandse bestedingen.


Tussen de verschillende productgroepen zitten grote verschillen in de bestemming van de import (figuur 5.9). Zo is de import van landbouwdrogers en vaccins voor dieren voor het overgrote deel of geheel bestemd voor wederuitvoer. Tractors en landbouwtrailers of sproeitoestellen worden juist relatief veel meteen in Nederland ingezet na import. Kasmaterialen, gewasbeschermingsmiddelen en stalinrichting worden met name eerst bewerkt in Nederland alvorens te worden ingezet in Nederland of het buitenland. Bij kasmaterialen wordt de link tussen import en export (die we in de vorige paragraaf waarnamen) duidelijk: er is wederuitvoer en verder komt een aanzienlijk deel van de import van kasmaterialen (onderdelen) na verdere bewerking (tot mogelijke eindproducten) weer in de Nederlandse export terecht.


De import van stalinrichting (70%), sproeitoestellen (55%), en tractors en landbouwtrailers (50%) is het meest bestemd voor de Nederlandse markt en meststoffen (8%) en vaccins voor dieren (0%) het minst.

Grafiek wordt geladen...

5.6 ‘Brede’ landbouwexportverdiensten bijna 53 miljard euro


Voor 2024 worden de verdiensten aan tertiaire landbouwexport geraamd op 5,3 miljard euro. Inclusief de primaire en secundaire landbouwgoederen van paragraaf 2.4 komen de ‘brede’ landbouwexportverdiensten voor Nederland daarmee uit op 52,7 miljard euro.


Voor de landbouwgerelateerde goederen zijn voor het jaar 2023 ook gegevens beschikbaar op goederenniveau (figuur 5.10). Daaruit blijkt dat Nederland in dat jaar het meest verdiende aan de export van landbouwmachines (1,5 miljard euro), machines voor de voedingsmiddelenindustrie (1,1 miljard euro), meststoffen (1 miljard euro) en kasmaterialen (0,9 miljard euro). Aan alle overige tertiaire landbouwexport samen verdiende Nederland in 2023 0,6 miljard euro.


Aan een gemiddelde euro export van landbouwgerelateerde goederen verdiende Nederland in 2023 fors meer dan aan een gemiddelde euro export van landbouwgoederen: 46 ten opzichte van 39 eurocent (zie figuur 5.11 in vergelijking met figuur 4.27). Het verschil blijft voor het grootste deel intact indien we corrigeren voor wederuitvoer (62 ten opzichte van 56 eurocent).


Het meest lucratief betreft de export van machines voor de voedingsmiddelenindustrie. Hieraan verdient Nederland 57 eurocent per euro export. Indien we enkel kijken naar de in Nederland geproduceerde export (zonder wederuitvoer), dan blijken machines voor de voedingsmiddelenindustrie en landbouwmachines even lucratief met 65 eurocent exportverdiensten per euro export. In Nederland geproduceerde kasmaterialen (62 eurocent) en meststoffen (55 eurocent) komen iets lager uit. Hier is het importaandeel in de exportwaarde wat hoger. In het geval van meststoffen betreft dat bijvoorbeeld geïmporteerd aardgas dat veel nodig is voor de productie van kunstmest in Nederland (CBS, 2023).


Aan de landbouwgerelateerde export is Nederland in het afgelopen decennium steeds meer gaan verdienen, maar in de periode 2021-2023 was de toename beperkt tot 0,1 miljard euro. Meststoffen hadden een uitschieter in 2022, mede dankzij zeer hoge exportprijzen, maar in 2023 lagen de verdiensten een stuk lager en zelfs lager dan in 2021. De export van machines leverde in 2023 evenveel verdiensten op als in 2021. Enkel de export van kasmaterialen (+0,1 miljard euro) en overige landbouwgerelateerde export (+0,2 miljard euro) zit in de plus. Daarbij dient te worden aangetekend dat de grote exportgroei van kasmaterialen, die we eerder zagen bij de ramingen voor 2024, pas volgend jaar in deze cijfers terugkomt.

Grafiek wordt geladen...
Grafiek wordt geladen...
Grafiek wordt geladen...