4.2 Zuivel en eieren: groeiende export, lichte stijging import in 2024
De exportwaarde van zuivel en eieren bedraagt in 2024 zo’n 12,3 miljard euro (tabel 4.1). Ten opzichte van een jaar eerder groeit de exportwaarde met 3,8%. De importwaarde stijgt licht met 1,1% tot 5,7 miljard euro.
In 2024 is er bij de export naar de belangrijkste landen een wisselend beeld. De export naar Duitsland groeit beperkt met 2%, terwijl de export naar België sterker toeneemt met 7%. De export naar Frankrijk laat een nog grotere stijging zien van 9%. Vanuit Duitsland worden in 2024 iets meer zuivel en eieren geïmporteerd, een stijging van 1% tot een importwaarde van 2,25 miljard euro. De import vanuit België neemt aanzienlijk af met 13%, terwijl de import vanuit Ierland juist met 11% groeit.
De producten onder de verzamelnaam zuivel en eieren vallen uiteen in drie groepen. De belangrijkste groep bestaat uit melk, room, boter, en producten zoals wei en natuurlijke honing. Deze groep producten heeft een exportwaarde van ruim 6,3 miljard euro in 2024, met een groei van 6% ten opzichte van het voorgaande jaar. De importwaarde van deze producten daalde daarentegen met 2,7% tot 3,3 miljard euro.
Kaas vormt een tweede subgroep. Met een exportwaarde van 5,3 miljard euro in 2024 is er een beperkte waardegroei van 1,8%. De importwaarde van kaas laat een sterkere stijging zien, met een groei van 7,5% tot ruim 2,0 miljard euro.
Eieren en eiproducten vormen de derde te onderscheiden groep. De exportwaarde van deze groep producten daalde licht in 2024, met 0,6%, tot een waarde van 682,9 miljoen euro. De importwaarde groeide daarentegen met 3,1% tot bijna 379,7 miljoen euro.
De melkproductie in Nederland was in 2024 bijna 2% lager dan in 2023, mede door minder melkkoeien en de verspreiding van blauwtong, die 38% van de rundveebedrijven trof. Een nat seizoen en de lagere kwaliteit van ruwvoer speelden ook een rol. In Europa steeg de melkproductie tot augustus licht (+0,1%), terwijl deze in Nederland en Ierland daalde. Polen kende de sterkste groei (+3,7%). Buiten Europa daalde de productie in Argentinië, maar nam toe in Australië. De melkprijs herstelde geleidelijk in 2024, tot 55 eurocent per liter in november, 38% boven het tienjaarsgemiddelde. Toch blijven marges krap door hoge kosten voor mestafvoer en energie.
In 2024 werden verwerkers in de zuivelindustrie geconfronteerd met aanzienlijke stijgingen van de arbeidskosten. Hoewel de energieprijzen ten opzichte van 2023 zijn gedaald, blijven ze nog steeds relatief hoog. Daarnaast heeft de hoge inflatie invloed op de afzetmogelijkheden van sommige handelspartijen. De ongunstige wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar leidde in 2024 tot hogere kosten voor importen, met name van grondstoffen en energie, en bemoeilijkt internationale handel voor Europese bedrijven. FrieslandCampina heeft in 2024 een verdere reorganisatie doorgevoerd. Fonterra daarentegen, de grootste zuivelexporteur van de wereld uit Nieuw-Zeeland, heeft zijn melkprijsprognose voor 2024/25 verhoogd, dankzij de groeiende vraag uit markten zoals China en Zuidoost-Azië.
Het aanbod op de markt voor eieren en ei-producten werd ook in 2024 wereldwijd beïnvloed door vogelgriep, vooral in de VS en Australië, waar miljoenen leghennen werden geruimd. In Europa bleef de situatie stabieler, hoewel lokale uitbraken de productie hinderden. Dit beperkte aanbod hield de prijzen in alle segmenten hoog, met gemiddelde prijzen die boven het langjarig gemiddelde lagen, ondanks een lichte daling ten opzichte van 2023. De export bleef vooral gericht op Duitsland, voornamelijk voor witte eieren. Tegelijkertijd bleef de importwaarde van ei-producten uit Oekraïne hoog, mede doordat de invoerheffing eerder was opgeheven. Deze producten werden veelal verwerkt in andere goederen en niet verkocht als tafeleieren.
Van alle geïmporteerde goederen uit de groep van zuivel en eierproducten is in 2023 ruim 60%, al dan niet na bewerking, bedoeld voor de uitvoer (figuur 4.1). Ongeveer 40% gaat vrijwel direct de grens over, 25% wordt eerst nog bewerkt in Nederland. Bijna een kwart van de import is direct bedoeld voor de binnenlandse besteding, 11% wordt eerst verwerkt voordat de producten in ons land beschikbaar zijn voor consumptie.