Editie 2025 - De Nederlandse handel in landbouwgoederen

Laatste update: 15 januari 2025

2.1 Inleiding

Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste trends in de Nederlandse handel van landbouwgoederen op macroniveau. Paragraaf 2.2 gaat in op de ontwikkeling van de totale landbouwimport en -export. Paragraaf 2.3 maakt onderscheid tussen de export van landbouwgoederen van Nederlandse makelij en de wederuitvoer van landbouwgoederen van buitenlandse makelij. In paragraaf 2.4 wordt de ontwikkeling van de tot dusver besproken handelswaarde verklaard door de onderliggende volume- en prijsontwikkelingen. In paragraaf 2.5 wordt besproken wat de Nederlandse economie precies overhoudt aan de export van landbouwgoederen. Ten slotte besteedt paragraaf 2.6 aandacht aan de bestemming van de Nederlandse landbouwimport: de Nederlandse markt of het buitenland.

2.2 Landbouwexport neemt bijna 5% in waarde toe


Voor het jaar 2024 wordt de Nederlandse landbouwexport geraamd op 128,9 miljard euro, 4,8% meer dan in 2023 (123,0 miljard euro). Daarmee is 2024 het negende opeenvolgende jaar waarin de waarde van de landbouwexport hoger uitkomt dan het jaar ervoor. De laatste daling was in 2015.


De Nederlandse landbouwimport wordt 3,2% hoger geraamd op 86,1 miljard euro (83,5 miljard euro in 2023). Het verschil in waardeontwikkeling tussen import en export heeft geheel te maken met een verschil in prijsontwikkeling (zie verder paragraaf 2.4). Over een lange periode bezien, van 2002 tot en met 2024, is de landbouwexport in waarde bijna verdrievoudigd en is de waarde van de landbouwimport meer dan verdrievoudigd (figuur 2.1).


Het handelsoverschot, het saldo van uitvoer en invoer, wordt voor 2024 geraamd op 42,8 miljard euro, en dat is met afstand de hoogste waarde ooit gemeten. De forse groei van het handelsoverschot heeft te maken met een absoluut en relatief sterkere toename van de export in vergelijking met de import. In 2023 was het overschot met 39,5 miljard euro 8,2% lager. Tussen 2002 en 2024 is het handelsoverschot voor landbouwgoederen ruim verdubbeld.


In 2024 betrof naar schatting 19,3% van de Nederlandse goederenexport landbouwgoederen (figuur 2.2). Dat is hoger dan in 2021, 2022 en 2023, maar lager dan in 2020 (toen 20,3%). Bij de import is dezelfde trend zichtbaar, maar het niveau van het aandeel ligt hier lager (14,8% van de Nederlandse goederenimport in 2024 bestond uit landbouwgoederen) dan bij de export.


De toename van de landbouwaandelen in de import en export heeft vooral te maken met lagere prijzen voor minerale brandstoffen in 2023 (CBS, 2024b) waardoor landbouwgoederen in geldwaarde relatief belangrijker zijn geworden. Het aandeel van de landbouw in het totale goederenhandelsoverschot is licht afgenomen, van 54,5% in 2023 tot 51,6% in 2024, omdat het overschot bij de niet-landbouwgoederen nog iets harder toenam dan bij de landbouwgoederen.


Grafiek wordt geladen...
Grafiek wordt geladen...

2.3 Export Nederlands product en wederuitvoer groeien even hard


De Nederlandse landbouwexport bestaat uit wederuitvoer (niet of licht bewerkte import die via Nederland doorgaat naar een derde land) en export van Nederlandse makelij. Bij de laatste groep hoort ook de export van significant bewerkte import die door Nederland wordt geëxporteerd (de export van hier geproduceerde chocolade op basis van cacaobonen uit Ivoorkust bijvoorbeeld). Het onderscheid tussen beide groepen is van belang, omdat Nederland per euro export circa vijf keer meer verdient aan de export van Nederlandse makelij dan aan wederuitvoer (Prenen et al., 2024). Dit komt terug in de paragrafen 2.5, 3.4, 4.27 en 5.6 waar wordt ingegaan op de 'exportverdiensten' van landbouwgoederen.


Voor 2024 wordt de landbouwexport van Nederlandse makelij geraamd op 83,4 miljard euro en de wederuitvoer op 45,5 miljard euro (figuur 2.3). Daarmee groeit de wederuitvoer (met 4,8%) even hard in waarde als de export op basis van Nederlandse productie. Het aandeel van wederuitvoer in de totale landbouwexport blijft daarmee gelijk met dat in 2023 (35,3%) en staat nog steeds op het hoogste punt ooit gemeten. In de jaren 2021 en 2022 was het aandeel redelijk vergelijkbaar, maar in de jaren ervoor een stuk lager, rond de 27 of 28%. Sinds 2016 is de wederuitvoerwaarde ruim verdubbeld tegenover 38% groei bij de landbouwexport van Nederlandse makelij in dezelfde periode.


Landbouwgoederen zijn bovengemiddeld vaak 'made in Holland' en dat is terug te zien in de vergelijking met andere goederen (figuur 2.4). Bijna twee derde van de landbouwexport is export van Nederlandse makelij (ruim een derde wederuitvoer) en dat is duidelijk hoger dan bij de export van niet-landbouwproducten (hier minder dan de helft van Nederlandse makelij). In de totale goederenexport is 50,5% van Nederlandse makelij en 49,5% wederuitvoer van buitenlandse makelij. Bij niet-landbouwgoederen is het belang van wederuitvoer in 2024 licht toegenomen.


Grafiek wordt geladen...
Grafiek wordt geladen...

2.4 In- en uitvoervolume in 2024 licht toegenomen


Naast het onderscheid wederuitvoer/uitvoer Nederlandse makelij is het van belang om een ander onderscheid te maken binnen de handelswaarde. Deze publicatie gaat namelijk voor het grootste deel over ontwikkelingen van handelswaarden (euro's die over de Nederlandse grens gaan). Een toename van de handelswaarde betekent echter niet automatisch ook een toename van het export- of importvolume. Een waardemutatie is namelijk het resultaat van een volume- en een prijsontwikkeling.


Figuur 2.5 laat zien dat zowel de landbouwinvoer als de uitvoer in volume zijn toegenomen met circa 1,1%. Het verschil in de waardeontwikkeling (zie paragraaf 2.2) tussen import en export zit in de prijsontwikkeling: deze was groter bij de uitvoer (3,7%) dan bij de invoer (2,0%).


Dit betreft schattingen waarbij de al beschikbare informatie is gecombineerd: volume- en prijsontwikkelingen van de nationale rekeningen over de eerste drie kwartalen van 2024 ten opzichte van 2023 en de geraamde cijfers over de waardeontwikkeling van de vorige paragrafen. Voor het hele jaar 2024 kan op basis van de laatste ontwikkelingen worden verwacht dat de prijsstijgingen nog iets hoger uitkomen. Zo was de inflatie in Nederland bijvoorbeeld gestegen van 3,5% in oktober tot 4,0% in november (CBS, 2024c).


Hoofdstuk 7 gaat uitgebreider in op de prijs- en volumeontwikkelingen voor specifieke landbouwgoederen.

Grafiek wordt geladen...

2.5 Ruim 47 miljard euro aan exportverdiensten in 2024


Voor het hele jaar 2024 is ook een raming gemaakt van de Nederlandse verdiensten aan de Nederlandse export van landbouwgoederen. Het CBS maakt deze berekeningen met behulp van waardeketenonderzoek op basis van input-outputtabellen van de Nationale rekeningen. Daarbij wordt rekening gehouden met de gehele exportketen van producten en met verdiensten aan de export per type product. Exportverdiensten zijn hier wat de Nederlandse economie overhoudt aan de export van landbouwgoederen na aftrek van de daarvoor gemaakte kosten (invoer van grondstoffen, diensten, halffabricaten en de invoer voor wederuitvoer). We kunnen de handelswaarde beschouwen als bruto-opbrengst van de landbouwexport, en de exportverdiensten als de nettoverdiensten aan de export van landbouwgoederen.


In 2024 zijn de cijfers van Nationale rekeningen voor 2021 tot en met 2023 gereviseerd, waardoor deze cijfers niet vergelijkbaar zijn met de cijfers voor revisie (zoals in eerdere edities gepubliceerd). Daarom worden in deze publicatie enkel de cijfers na revisie getoond en is de tijdreeks korter dan in eerdere edities. Voor alle cijfers over exportverdiensten in deze publicatie geldt dat ze lager liggen dan in de oude reeks, omdat de cijfers nu zijn gezuiverd van zogenaamde 'production abroad' (voor het eerst is dat mogelijk op elk detailniveau). Deze speciale stroom betreft goederen die in het buitenland worden verkocht door een Nederlands bedrijf, maar nooit in Nederland komen. Hoewel 'production abroad' formeel wel deel uitmaakt van de exportverdiensten (volgens het principe van eigendomsoverdracht) wordt deze stroom in de geest van deze publicatie (volgens het principe van grensoverschrijding) hier uitgezonderd. Dat geeft dus lagere exportverdiensten dan eerder gerapporteerd.


In lijn met paragraaf 2.2 zijn de verdiensten aan de Nederlandse landbouwexport in 2024 toegenomen. De geschatte groei is iets lager dan bij de (bruto) waarde van de Nederlandse landbouwexport (4,3% in plaats van 4,8%). Van de exportverdiensten aan landbouwgoederen is in 2024 89% te danken aan de export van Nederlandse makelij en 11% is het resultaat van wederuitvoer. Voor 2024 worden de totale verdiensten aan de export van landbouwgoederen geraamd op 47,4 miljard euro (figuur 2.6).


In 2023 was 27,9% van de totale verdiensten aan goederenexport te danken aan de export van landbouwgoederen. In 2021 was dat 28,2%. Voor 2024 is het aandeel nog niet bekend.

Grafiek wordt geladen...

2.6 Bijna 70% van de landbouwimport komt in het buitenland terecht


Nederland is zowel een grote exporteur als importeur van landbouwgoederen. Dat is niet los van elkaar te zien. In de export is wederuitvoer meegenomen (zie ook paragraaf 2.3), maar ook wordt een significant deel van de import van landbouwgoederen in Nederland verder verwerkt tot nieuwe producten voor de export ('invoer verwerkt in de uitvoer' in figuur 2.7). De overige import is bestemd voor directe afzet in Nederland ('invoer direct bestemd voor binnenlandse bestedingen') en afzet in Nederland na verwerking van de import in Nederland tot nieuwe producten ('invoer verwerkt in de binnenlandse bestedingen').


Figuur 2.7 toont de bestemming van Nederlandse landbouwimport tot en met 2023 (2024 nog niet beschikbaar) en laat zien dat de aandelen van de diverse importbestemmingen nauwelijks veranderen door de tijd. Wel is het aandeel van de import voor wederuitvoer en de import verwerkt in de binnenlandse bestedingen licht toegenomen ten koste van de overige twee importstromen.


In 2023 kwam 69,7% van de Nederlandse landbouwimport uiteindelijk in het buitenland terecht (onbewerkt, bewerkt of als nieuw product) en bleef 30,3% van de import in Nederland achter. In 2021 bleef 30,6% van de import in Nederland. De import van landbouwgoederen is dus veel en in toenemende mate (uiteindelijk) voor het buitenland bestemd.

Grafiek wordt geladen...