6.4 Eerste observaties NL-VK handel in landbouwgoederen 8 maanden na BTOM
Brexit heeft vooral invloed op wederuitvoer
Uit de bovenstaande analyse blijkt al dat de groei van de Nederlandse goederenexport naar het VK achterblijft bij de groei van de uitvoer naar andere handelspartners. Vooral de quasi-doorvoer en wederuitvoer, die een lagere economische waarde hebben, naar het VK is afgenomen (Creemers et al., 2022). Tegelijkertijd zijn EU27-landen belangrijker geworden als afzetmarkt voor Nederlandse landbouwgoederen. De wederuitvoer van landbouwgoederen naar het VK lag in de eerste acht maanden van 2024 15% lager dan in dezelfde maanden van 2023, zie figuur 6.4. Deze krimp doet zich vooral voor bij dranken, vlees, bereidingen van vlees en vis, groenten, en natuurlijke vetten en oliën. Het aandeel van het VK in de totale wederuitvoer van landbouwgoederen nam af van 3,7 naar 3,0%. De wederuitvoer van landbouwgoederen naar alle bestemmingen in januari-augustus 2024 ligt juist 3% hoger dan in 2023. De daling van de wederuitvoer naar het VK is al langer dan 2023 aan de gang (zie bijvoorbeeld Creemers et al., 2021; 2022).
De export van in Nederland vervaardigde landbouwgoederen naar het VK hield in de eerste acht maanden van 2024 stand ten opzichte van dezelfde maanden in 2023. In de periode maart 2024 tot en met augustus 2024 is het aandeel van het VK in totale export van landbouwgoederen van Nederlandse makelij kleiner dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dit is het geval voor onder andere sierteelt, vlees, overige voeding en cacao. EU-exporteurs van landbouwgoederen hebben met uitdagingen te maken gehad, maar de impact is enigszins beperkt door de gefaseerde aanpak van het VK om volledige grenscontroles te implementeren. Niettemin hebben exporteurs van verse producten vertragingen en hogere kosten ervaren vanwege nieuwe douaneprocedures en de noodzaak van extra exportgezondheidscertificaten (Du et al., 2024).
Lagere waarde aan ‘made in Holland’ sierteelt en vlees naar het VK
Figuur 6.5 geeft de vijf belangrijkste landbouwgoederen naar waarde in het van Nederlandse makelij exportpakket voor het VK weer. Sierteelt werd met 880,2 miljoen euro het meest geëxporteerd in de eerste acht maanden van 2024. Van alle in Nederland vervaardigde sierteelt bestemd voor export ging 12,2% naar het VK. In de eerste acht maanden van 2023 was dit nog 12,7%. Ook bij vlees daalde het aandeel van het VK in de totale vleesexport van Nederlandse makelij. De vijf in waarde belangrijkste landbouwgoederen zijn samen goed voor 59,6% van de totale Nederlandse makelij landbouwgoederenexport naar het VK.
Sinds 31 januari 2024 – drie jaar na het ingaan van de Brexit/TCA – moeten exporteurs gezondheidscertificaten aanvragen bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) voor zendingen van dierlijke, plant- en plantaardige producten. Deze certificaten zijn verplicht voor de import in het VK en gelden alleen voor producten die een middelgroot tot hoog risico vormen voor de gezondheid van mensen, dieren en flora. Denk hierbij aan vers of bevroren vlees en vleesproducten, diervoeders met dierlijke ingrediënten, zeedieren en visproducten. Voor plantaardige producten omvat dit bijvoorbeeld snijgroen, snijbloemen, waterplanten en zaden (Van Hagen, 2024). De export van goederen van Nederlandse makelij die in het VK als risicoproducten worden geclassificeerd, is in de eerste drie kwartalen van 2024 licht gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2023. In het derde kwartaal van 2024 lag de exportwaarde van deze goederen bijna 2% lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Tegelijkertijd steeg de totale waarde van de Nederlandse landbouwexport naar het VK met 4%, wat suggereert dat er geen duidelijke impact zichtbaar is.
In de eerste acht maanden van 2024 was de uitvoerwaarde van Nederlandse sierteelt naar het VK 1% lager dan in dezelfde periode een jaar eerder (figuur 6.5). De totale Nederlandse uitvoer van Nederlandse sierteelt nam juist toe in waarde, met 3%. Sinds het aflopen van de overgangsperiode per 1 januari 2021 bezorgen douanecontroles Nederlandse vervoerders van bloemen en planten veel overlast. Sinds 30 april 2024 gaat het om fysieke controles van bloemen en planten op gezondheidsrisico’s, die steekproefsgewijs worden genomen (Business Insider Nederland, 2024; Nieuwe Oogst, 2024; RTL Z, 2024).
De exportwaarde van ‘made in Holland’ vlees bestemd voor het VK daalde met 9% in januari-augustus 2024 ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder (figuur 6.5). Ook de totale export van vlees van Nederlandse makelij nam af, zij het minder (-4%). Het VK blijft van oudsher een belangrijke exportmarkt voor de Nederlandse vleeswarensector, met name voor varkensvlees (zoals bacon) en rundvlees. Deze producten vallen onder de verscherpte controles, waaronder steekproefsgewijze inspecties, die het exportproces aanzienlijk hebben vertraagd. De controles richten zich zowel op de heen- als terugweg, wat extra tijd en kosten met zich meebrengt voor logistieke operaties.
VK haalt hogere waarde aan landbouwgoederen uit Duitsland, Ierland en België
Nederland was in januari tot en met september 2024 de belangrijkste EU-leverancier van landbouwgoederen voor het VK, zowel in waarde als in gewicht (figuur 6.6). In de eerste negen maanden van 2024 kwam 13,5% van de Britse importwaarde uit Nederland. In dezelfde periode een jaar eerder was dat aandeel groter (14,4%). Frankrijk, Ierland, België en Duitsland vervolledigen de top 5 EU-importpartners voor landbouwgoederen. De Britse landbouwimport uit Nederland, zowel qua waarde als gewicht, was lager in januari tot en met september 2024 ten opzichte van een jaar eerder. Voor de andere belangrijke EU-partners is er juist een toename zichtbaar; de Britse import van landbouwgoederen uit Frankrijk groeide enkel qua gewicht.
De Britse importwaarde uit vier van de vijf belangrijkste niet-EU-leveranciers van landbouwgoederen groeide in januari tot en met september 2024 ten opzichte van dezelfde periode in 2023 (figuur 6.6). Er werd vooral een hogere waarde aan bereidingen van vlees en vis, en oliehoudende zaden en vruchten ingevoerd uit China. De groei van de VS is toe te schrijven aan een hogere importwaarde van dranken. Het VK importeerde in de eerste drie kwartalen van 2024 een lagere waarde aan suiker en resten van de voedselindustrie (waaronder veevoer) uit Brazilië in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. Deze niet-EU-partners spelen een minder grote rol in de Britse landbouwimport dan de EU-partners. Zo kwam in de eerste negen maanden van 2024 2,9% van de Britse importwaarde uit China. Voor de VS en Brazilië was dat respectievelijk 2,7 en 1,8%.
Er werd vooral minder vlees, sierteelt en dranken ingevoerd uit Nederland (zie tabel 6.2). Voor deze producten daalde het Nederlandse aandeel in de Britse import in de eerste drie kwartalen van 2024 ten opzichte van dezelfde periode in 2023, terwijl het niet-EU-aandeel toenam. In de eerste negen maanden van 2024 werden niet-EU-landen, zoals Nieuw-Zeeland en Australië, belangrijker als leverancier van vlees voor het VK. Bij de import van sierteelt springt een hogere waarde uit Kenia in het oog. Het VK importeerde voor een hogere waarde aan dranken uit de VS.
Impact van fysieke controles voor de Nederlandse sierteeltsector
Na herhaaldelijk uitstel is op 30 april 2024 het Britse BTOM gefaseerd ingevoerd. Dit model heeft de controles op vijf populaire snijbloemen, die als gemiddeld risico worden aangeduid, aangescherpt: chrysanten, anjers, orchideeën, gipskruid en guldenroede (Simpson, 2024; The British Florists Association, 2024). Deze bloemen, die in ongeveer 80% van de zendingen voorkomen, zijn sinds januari 2024 onderworpen aan verplichte fytosanitaire inspecties. De controles, die eerder in Nederland plaatsvonden, zijn in april 2024 verplaatst naar Britse grenscontroleposten. Dit heeft geleid tot hogere keuringskosten, langere wachttijden, bederf van producten, te late leveringen en logistieke problemen, vooral voor kleinere zendingen.
In de media worden gevallen beschreven van chauffeurs die gemiddeld vier uur moeten wachten, waarna ladingen soms schade oplopen ter waarde van tienduizenden euro’s (Business Insider Nederland, 2024; Nieuwe Oogst, 2024; RTL Z, 2024). Hoewel de controles voorlopig minder frequent zijn dan oorspronkelijk gepland, richten ze zich voornamelijk op risicovolle producten, zoals goederen met een onduidelijke herkomst of afkomstig van onbekende leveranciers (Van Harreveld, 2024b). Exporteurs melden dat deze extra kosten de marges aanzienlijk onder druk zetten, ondanks een stijging in de exportwaarde. Deze stijging weerspiegelt mogelijk geen toename in volume, omdat de hogere kosten in de exportprijs zijn verwerkt.
In april 2024 daalde de Nederlandse exportwaarde van anjers, orchideeën en chrysanten ten opzichte van april 2023 (figuur 6.7). Hoewel deze daling mogelijk verband houdt met de fysieke inspecties als gevolg van de Brexit, is voorzichtigheid geboden bij het trekken van conclusies. De controles lijken momenteel slechts beperkt te worden uitgevoerd, waarschijnlijk vanwege capaciteitsproblemen bij de Britse grenscontroleposten (Nieuwsblad Transport, 2024; Kok, 2024). Ook in mei 2024 lag de exportwaarde van deze bloemen onder het niveau van mei 2023, met name voor anjers. De brancheorganisatie voor de groothandel in bloemen en planten wijst erop dat de onzekerheid over toekomstige handelsafspraken tussen de EU en het VK hierbij een belangrijke rol speelt. Het BTOM heeft de export naar het VK duurder gemaakt, en met name de verplaatsing van controles naar grenscontroleposten veroorzaakt aanhoudende knelpunten in de logistiek.
Voor de lange termijn verwacht de brancheorganisatie dat kostenstijgingen in 2025 verder doorzetten door aanvullende maatregelen. De recente verkiezingswinst van Labour in het VK, gecombineerd met hun voornemen om de handelsrelatie met de EU te herzien, biedt perspectief op versoepeling van controles en minder complexe handelsregels. Toch brengt deze potentiële ‘reset’ op korte termijn nog steeds onzekerheid met zich mee. Ondernemers lijken terughoudend met investeringen in efficiëntere oplossingen, omdat verdere wijzigingen in de handelsregels nog steeds mogelijk zijn.
Impact van fysieke controles voor de Nederlandse vleeswarensector
Uit een gesprek met de Centrale Organisatie voor de Vleessector wordt duidelijk dat de Nederlandse vleesexporteurs zich inmiddels hebben aangepast aan de nieuwe eisen, maar de gevolgen blijven voelbaar. Administratieve lasten zijn toegenomen, omdat elke zending voorzien moet zijn van certificaten en controles, wat leidt tot hogere kosten per zending. Voor kleinere, gevarieerde zendingen is het exporteren naar het VK vaak niet langer rendabel. Dit heeft geleid tot een verschuiving naar grotere, meer uniforme zendingen. Tegelijkertijd zijn logistieke uitdagingen aanzienlijk, vooral voor verse producten zoals varkensvlees met een beperkte houdbaarheid. Waar een transport doorgaans binnen een dag kon worden afgehandeld, duurt dit nu vaak twee tot drie dagen.
Daarnaast is er een gebrek aan controleposten in de buurt van havens, wat extra wachttijden en vertragingen veroorzaakt. De Britse importprocessen kampen met beperkte capaciteit, wat het importeren van vlees verder vertraagt. Hoewel de Britse markt traditioneel sterk afhankelijk is van import, waaronder bacon en andere varkensvleesproducten, staan Nederlandse exporteurs onder druk.
De vraagkant in het VK laat ook verschuivingen zien. Door een hoge zelfvoorzieningsgraad is de vraag naar specifieke vleesproducten, zoals rund- en kalfsvlees, stabiel, maar de logistieke keten voor verse producten blijft kwetsbaar. Voor wederuitvoer, zoals het uitsnijden van karkassen in Nederland en herexport naar het VK, blijken de huidige certificeringseisen belemmerend. Hierdoor moeten exporteurs zoeken naar alternatieve logistieke oplossingen.