Editie 2025 - Brexit; situatieschets per 2024

Laatste update: 15 januari 2025

6.1 Inleiding

Na een lange aanloop verliet het VK op 31 januari 2020 definitief de Europese Unie. Sinds de Brexit is de export naar en import uit het VK ingrijpend veranderd. De in- en uitvoer van goederen is duurder en ingewikkelder geworden, omdat extra douaneformaliteiten en grensprocedures vereist zijn. Sinds de Brexit hanteert het VK namelijk een andere regulering dan de EU-landen en zijn er douanecontroles. Voor Nederland en de andere EU-landen betekent de Brexit dat een belangrijke handelspartner de Europese interne markt, die staat voor het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal binnen de EU-lidstaten, verliet (Van Teutem, 2024).


De vraag die in dit katern aan bod komt, is wat de impact van de Brexit is op de waarde van de landbouwhandel tussen Nederland en het VK.

6.2 Achtergrond

De Britse bevolking stemde op 23 juni 2016 voor vertrek uit de EU. Het duurde vervolgens tot 31 januari 2020 voordat het VK de EU formeel verliet. Hierna volgde er een overgangsperiode waarin het VK zich nog aan de Europese handelsregels hield. Na een overgangsperiode van een jaar ging een nieuw handels- en samenwerkingsakkoord (EU-UK Trade and Cooperation Agreement, TCA) van kracht op 1 januari 2021. Hier is onder andere vastgelegd welke preferentiële regelingen er op het gebied van internationale handel in goederen en diensten gelden (Europese Commissie, 2021). Wat betreft goederenhandel is afgesproken dat beide blokken elkaar geen tarieven opleggen, mits de goederen aan de oorsprongsregels voldoen.


Aan Europese zijde zijn de importcontroles op 1 januari 2021 gestart. De Britse overheid stelt stapsgewijs grenscontroleprocessen en importeisen in. Zo hebben sinds 31 januari 2024 veterinaire producten met een 'medium risico' een gezondheidscertificaat nodig. Sinds 31 januari 2024 bestaat er al een certificaatplicht voor invoer in het VK van een grote groep dierlijke en plantaardige producten vanaf een medium risico. Het VK is pas op 30 april 2024 gestart met de fysieke inspectie van dierlijke en plantaardige importproducten uit Europa in de haven en op vliegvelden. Deze fysieke inspectie moet het risico op ziektes en plagen tegengaan (RVO, 2024; VNO NCW, 2024).


Het Border Target Operating Model (BTOM) is het proces waarmee de Britse overheid stapsgewijs grenscontroleprocessen en importeisen opstelt. Voor 30 april 2024 moesten Nederlandse verse producten in Nederland, maar ook nog eens in het VK, worden gecontroleerd; dat kon op meerdere plaatsen in de buurt van het afleveradres. Sinds 30 april 2024 moet de controle plaatsvinden op enkele centrale punten bij zeehavens en luchthavens (Border Control Post). De controles betekenen meer vertragingen aan de grens en als gevolg daarvan minder en duurdere producten in de schappen (Van Harreveld, 2024a). Europese groenten en fruit, die zijn ingeschaald bij 'niet-risicovolle' en 'beperkt-risicovolle' producten, zijn voorlopig vrijgesteld van de fysieke controles. Vanaf 31 januari 2025 is voor alle – op enkele uitzonderingen na – EU-export naar het VK, voorafgaand aan aankomst in de Britse haven een veiligheidsverklaring nodig; dit wordt ook een Entry Summary Declaration (ENS) genoemd (Peijs, 2024; KVK, 2024).

6.3 Ontwikkeling van de landbouwhandel tussen Nederland en het VK


Bijna kwart van Nederlandse export naar VK betreft landbouwgoederen
Het VK is al jarenlang een van de belangrijkste handelspartners van Nederland, dat geldt ook voor landbouwgoederen. Nederland exporteerde in 2023 voor 9,4 miljard euro aan landbouwgoederen naar het VK (inclusief Noord-Ierland; exclusief quasi-doorvoer), wat neerkomt op een aandeel van 22% in de totale uitvoer naar het VK. Bij de invoer is het landbouwaandeel kleiner: in 2023 ging het om 7%. In 2015 en 2020 was dit nog respectievelijk 11 en 12%.


Aandeel VK in Nederlandse export van landbouwgoederen daalt

Het VK nam in 2023 de vierde belangrijkste positie in als afnemer van landbouwgoederen uit Nederland. In 2023 ging 7,7% van de Nederlandse exportwaarde naar het VK, zie figuur 6.1. In 2015, vóór het Brexit-referendum, was dat aandeel nog beduidend groter (10,5%), en was het VK de derde belangrijkste bestemming van landbouwgoederen, na Duitsland en België. In de jaren voorafgaand aan het referendum was het aandeel van het VK in onze landbouwexport vrijwel constant. In 2020, het jaar met de overgangsregeling, exporteerde Nederland 9,2% van haar landbouwgoederen naar het VK. Frankrijk werd in 2023 de derde exportpartner, waardoor het VK naar plek 4 zakte.


VK teruggevallen naar plaats 9 als leverancier van landbouwgoederen

Het VK was in 2023 de negende grootste importpartner van Nederland met een importwaarde van 2,1 miljard euro. Dat is 7% minder dan in 2015 en 12% minder dan in 2020. In 2015 was het VK nog de vijfde belangrijkste leverancier van landbouwgoederen. Waar in 2015 nog 4,1% van de Nederlandse landbouwimport uit het VK kwam, heeft de daling van de relatieve positie van het VK de weg vrijgemaakt voor andere landen. We zien dat onder andere Polen, Spanje en Denemarken een groter aandeel hebben in de Nederlandse import van landbouwgoederen. Het importaandeel van de EU27-landen in totaal is er licht op vooruitgegaan: van 57,8% in 2015 naar 60,0% in 2023.


Landbouwhandel met VK groeit minder hard dan de totale landbouwhandel

Sinds 2015 is de Nederlandse landbouwexport naar het VK licht in waarde gegroeid, zie figuur 6.2. In 2023 was de exportwaarde naar het VK 13% hoger dan in 2015. De totale landbouwexport nam in diezelfde periode met 55% toe. De EU-27 cijfers liggen in lijn met de totale export van landbouwgoederen. De Nederlandse landbouwexportwaarde naar het VK lag in 2023 11% boven die in 2020, het jaar voor de TCA van kracht ging. In diezelfde periode nam de totale landbouwexport toe met 32%. De groei van de Nederlandse landbouwexport naar het VK blijft achter bij die naar andere EU-markten, waar handel eenvoudiger verloopt door het ontbreken van douaneformaliteiten. Net als de landbouwexport heeft ook de landbouwimport uit het VK zich veel minder ontwikkeld dan de totale landbouwimport en de import uit de andere EU27-landen. Nederland importeerde in 2023 7% minder aan landbouwgoederen uit het VK dan in 2015. De totale Nederlandse invoer van landbouwgoederen nam daarentegen juist toe met 56%. Dit tegengesteld effect is ook te zien als de importcijfers voor 2023 vergeleken worden met die voor 2020. De Nederlandse landbouwimportwaarde uit het VK lag in 2023 12% onder die in 2020. In diezelfde periode nam de totale landbouwimport toe met 33%.


Aandeel niet-EU groeit licht in Britse landbouwimport

Figuur 6.3 toont de veranderingen in importstromen vanuit Brits perspectief. Qua waarde is het niet-EU-aandeel vrijwel constant gebleven. Een kleine groei (+ 0,8 procentpunt) is zichtbaar in januari tot en met september 2024 in vergelijking met dezelfde periode in 2023. Bij het importgewicht valt een groter niet-EU-aandeel op in de eerste drie kwartalen van 2024 ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In januari tot en met september 2024 importeerde het VK 43,5% van het gewicht aan landbouwgoederen uit niet-EU-landen. In januari tot en met september 2023 was dit 42%. Vergeleken met de eerste negen maanden van 2023 komt een iets groter deel van de Britse landbouwimport in 2024 uit niet-EU-landen.


14,2% van de landbouwexportwaarde naar VK is sierteelt

Tabel 6.1 geeft de vijf belangrijkste landbouwgoederen naar waarde in het Nederlandse exportpakket voor het VK weer. Sierteelt staat bovenaan in 2023. Van alle Nederlandse uitvoer van sierteelt ging 11,7% naar het VK. Daarmee was het VK de tweede belangrijkste afnemer van sierteelt in 2023. Bij vlees ging 11,9% van de totale Nederlandse export naar het VK. De vijf in waarde belangrijkste landbouwgoederen zijn samen goed voor 55,2% van de totale landbouwgoederenexport naar het VK, tegen 53,8% in 2015 en 50,6% in 2020.


Voor de Nederlandse import uit het VK was overige voeding (zoals sauzen en extracten van koffie en thee) met 18,2% van de totale importwaarde het belangrijkste in 2023, gevolgd door dranken (zoals whisky) en natuurlijke vetten en oliën (tabel 6.1). Bovendien was het VK de derde belangrijkste leverancier van overige voeding voor Nederland: 10,1% kwam uit het VK.


Herontwerp CBS statistiek Internationale Handel in Goederen

Vanwege een herontwerp van de CBS statistiek Internationale Handel in Goederen in 2021 is er een trendbreuk in de reeksen voor internationale handel in goederen. Er zijn twee afzonderlijke tijdreeksen ontstaan. Om een consistente ontwikkeling over een langere tijd weer te geven, is er een teruggelegde tijdreeks gemaakt. Het is mogelijk deze teruggelegde reeks te maken, omdat er voor het jaar 2021 zowel cijfers beschikbaar zijn volgens de oude, als de nieuwe methodiek. Hiermee is het mogelijk om trendmatige ontwikkelingen uit oude jaren te koppelen aan waarden uit die jaren volgens de nieuwe methodiek. De teruggelegde cijfers worden gebruikt voor de analyses in paragraaf 6.3. In paragraaf 6.4 gebruiken we enkel de nieuwe reeks. In dit hoofdstuk worden de handelscijfers volgens het concept grensoverschrijding gebruikt en hebben alle waarden betrekking op handel zonder quasi-doorvoer, tenzij expliciet anders vermeld.

Grafiek wordt geladen...

Figuur 6.2a Export VK, EU27 en de wereld

Grafiek wordt geladen...
De ontwikkeling van de Nederlandse export van landbouwgoederen richiting het VK, EU27 en de wereld.

Figuur 6.2b Import uit het VK, EU27 en de wereld

Grafiek wordt geladen...
Importontwikkeling van de Nederlandse handel met het VK, EU27 en de wereld
Grafiek wordt geladen...

Tabel 6.1 Top 5 landbouwgoederen in Nederlandse handel met het VK


Export (mln. euro) 2015 2020 2023*
1. Sierteelt 1.028 1.160,5 1334,6
2. Vlees 1.298,0 1.073,9 1.319,1
3 Groeten 887,3 846,8 1.008,6
4 Bereidingen van groente en fruit 632,4 564,0 829,3
5 Dranken 645,4 671,2 710,5
Import (mln. euro) 2015 2020 2023*
1 Overige voeding 239,5 260,8 372,4
2 Dranken 327,7 325,2 300,8
3 Natuurlijke vetten en oliën 77,7 196,9 257,4
4 Cacao en bereidingen 114,6 114,8 159,5
5 Bereidingen van graan, meel, melk 96,5 139,2 138,9

Bron: CBS * voorlopige cijfers

6.4 Eerste observaties NL-VK handel in landbouwgoederen 8 maanden na BTOM


Brexit heeft vooral invloed op wederuitvoer
Uit de bovenstaande analyse blijkt al dat de groei van de Nederlandse goederenexport naar het VK achterblijft bij de groei van de uitvoer naar andere handelspartners. Vooral de quasi-doorvoer en wederuitvoer, die een lagere economische waarde hebben, naar het VK is afgenomen (Creemers et al., 2022). Tegelijkertijd zijn EU27-landen belangrijker geworden als afzetmarkt voor Nederlandse landbouwgoederen. De wederuitvoer van landbouwgoederen naar het VK lag in de eerste acht maanden van 2024 15% lager dan in dezelfde maanden van 2023, zie figuur 6.4. Deze krimp doet zich vooral voor bij dranken, vlees, bereidingen van vlees en vis, groenten, en natuurlijke vetten en oliën. Het aandeel van het VK in de totale wederuitvoer van landbouwgoederen nam af van 3,7 naar 3,0%. De wederuitvoer van landbouwgoederen naar alle bestemmingen in januari-augustus 2024 ligt juist 3% hoger dan in 2023. De daling van de wederuitvoer naar het VK is al langer dan 2023 aan de gang (zie bijvoorbeeld Creemers et al., 2021; 2022).


De export van in Nederland vervaardigde landbouwgoederen naar het VK hield in de eerste acht maanden van 2024 stand ten opzichte van dezelfde maanden in 2023. In de periode maart 2024 tot en met augustus 2024 is het aandeel van het VK in totale export van landbouwgoederen van Nederlandse makelij kleiner dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dit is het geval voor onder andere sierteelt, vlees, overige voeding en cacao. EU-exporteurs van landbouwgoederen hebben met uitdagingen te maken gehad, maar de impact is enigszins beperkt door de gefaseerde aanpak van het VK om volledige grenscontroles te implementeren. Niettemin hebben exporteurs van verse producten vertragingen en hogere kosten ervaren vanwege nieuwe douaneprocedures en de noodzaak van extra exportgezondheidscertificaten (Du et al., 2024).


Lagere waarde aan ‘made in Holland’ sierteelt en vlees naar het VK
Figuur 6.5 geeft de vijf belangrijkste landbouwgoederen naar waarde in het van Nederlandse makelij exportpakket voor het VK weer. Sierteelt werd met 880,2 miljoen euro het meest geëxporteerd in de eerste acht maanden van 2024. Van alle in Nederland vervaardigde sierteelt bestemd voor export ging 12,2% naar het VK. In de eerste acht maanden van 2023 was dit nog 12,7%. Ook bij vlees daalde het aandeel van het VK in de totale vleesexport van Nederlandse makelij. De vijf in waarde belangrijkste landbouwgoederen zijn samen goed voor 59,6% van de totale Nederlandse makelij landbouwgoederenexport naar het VK.


Sinds 31 januari 2024 – drie jaar na het ingaan van de Brexit/TCA – moeten exporteurs gezondheidscertificaten aanvragen bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) voor zendingen van dierlijke, plant- en plantaardige producten. Deze certificaten zijn verplicht voor de import in het VK en gelden alleen voor producten die een middelgroot tot hoog risico vormen voor de gezondheid van mensen, dieren en flora. Denk hierbij aan vers of bevroren vlees en vleesproducten, diervoeders met dierlijke ingrediënten, zeedieren en visproducten. Voor plantaardige producten omvat dit bijvoorbeeld snijgroen, snijbloemen, waterplanten en zaden (Van Hagen, 2024). De export van goederen van Nederlandse makelij die in het VK als risicoproducten worden geclassificeerd, is in de eerste drie kwartalen van 2024 licht gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2023. In het derde kwartaal van 2024 lag de exportwaarde van deze goederen bijna 2% lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Tegelijkertijd steeg de totale waarde van de Nederlandse landbouwexport naar het VK met 4%, wat suggereert dat er geen duidelijke impact zichtbaar is.


In de eerste acht maanden van 2024 was de uitvoerwaarde van Nederlandse sierteelt naar het VK 1% lager dan in dezelfde periode een jaar eerder (figuur 6.5). De totale Nederlandse uitvoer van Nederlandse sierteelt nam juist toe in waarde, met 3%. Sinds het aflopen van de overgangsperiode per 1 januari 2021 bezorgen douanecontroles Nederlandse vervoerders van bloemen en planten veel overlast. Sinds 30 april 2024 gaat het om fysieke controles van bloemen en planten op gezondheidsrisico’s, die steekproefsgewijs worden genomen (Business Insider Nederland, 2024; Nieuwe Oogst, 2024; RTL Z, 2024).


De exportwaarde van ‘made in Holland’ vlees bestemd voor het VK daalde met 9% in januari-augustus 2024 ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder (figuur 6.5). Ook de totale export van vlees van Nederlandse makelij nam af, zij het minder (-4%). Het VK blijft van oudsher een belangrijke exportmarkt voor de Nederlandse vleeswarensector, met name voor varkensvlees (zoals bacon) en rundvlees. Deze producten vallen onder de verscherpte controles, waaronder steekproefsgewijze inspecties, die het exportproces aanzienlijk hebben vertraagd. De controles richten zich zowel op de heen- als terugweg, wat extra tijd en kosten met zich meebrengt voor logistieke operaties.


VK haalt hogere waarde aan landbouwgoederen uit Duitsland, Ierland en België

Nederland was in januari tot en met september 2024 de belangrijkste EU-leverancier van landbouwgoederen voor het VK, zowel in waarde als in gewicht (figuur 6.6). In de eerste negen maanden van 2024 kwam 13,5% van de Britse importwaarde uit Nederland. In dezelfde periode een jaar eerder was dat aandeel groter (14,4%). Frankrijk, Ierland, België en Duitsland vervolledigen de top 5 EU-importpartners voor landbouwgoederen. De Britse landbouwimport uit Nederland, zowel qua waarde als gewicht, was lager in januari tot en met september 2024 ten opzichte van een jaar eerder. Voor de andere belangrijke EU-partners is er juist een toename zichtbaar; de Britse import van landbouwgoederen uit Frankrijk groeide enkel qua gewicht.
De Britse importwaarde uit vier van de vijf belangrijkste niet-EU-leveranciers van landbouwgoederen groeide in januari tot en met september 2024 ten opzichte van dezelfde periode in 2023 (figuur 6.6). Er werd vooral een hogere waarde aan bereidingen van vlees en vis, en oliehoudende zaden en vruchten ingevoerd uit China. De groei van de VS is toe te schrijven aan een hogere importwaarde van dranken. Het VK importeerde in de eerste drie kwartalen van 2024 een lagere waarde aan suiker en resten van de voedselindustrie (waaronder veevoer) uit Brazilië in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. Deze niet-EU-partners spelen een minder grote rol in de Britse landbouwimport dan de EU-partners. Zo kwam in de eerste negen maanden van 2024 2,9% van de Britse importwaarde uit China. Voor de VS en Brazilië was dat respectievelijk 2,7 en 1,8%.


Er werd vooral minder vlees, sierteelt en dranken ingevoerd uit Nederland (zie tabel 6.2). Voor deze producten daalde het Nederlandse aandeel in de Britse import in de eerste drie kwartalen van 2024 ten opzichte van dezelfde periode in 2023, terwijl het niet-EU-aandeel toenam. In de eerste negen maanden van 2024 werden niet-EU-landen, zoals Nieuw-Zeeland en Australië, belangrijker als leverancier van vlees voor het VK. Bij de import van sierteelt springt een hogere waarde uit Kenia in het oog. Het VK importeerde voor een hogere waarde aan dranken uit de VS.


Impact van fysieke controles voor de Nederlandse sierteeltsector

Na herhaaldelijk uitstel is op 30 april 2024 het Britse BTOM gefaseerd ingevoerd. Dit model heeft de controles op vijf populaire snijbloemen, die als gemiddeld risico worden aangeduid, aangescherpt: chrysanten, anjers, orchideeën, gipskruid en guldenroede (Simpson, 2024; The British Florists Association, 2024). Deze bloemen, die in ongeveer 80% van de zendingen voorkomen, zijn sinds januari 2024 onderworpen aan verplichte fytosanitaire inspecties. De controles, die eerder in Nederland plaatsvonden, zijn in april 2024 verplaatst naar Britse grenscontroleposten. Dit heeft geleid tot hogere keuringskosten, langere wachttijden, bederf van producten, te late leveringen en logistieke problemen, vooral voor kleinere zendingen.


In de media worden gevallen beschreven van chauffeurs die gemiddeld vier uur moeten wachten, waarna ladingen soms schade oplopen ter waarde van tienduizenden euro’s (Business Insider Nederland, 2024; Nieuwe Oogst, 2024; RTL Z, 2024). Hoewel de controles voorlopig minder frequent zijn dan oorspronkelijk gepland, richten ze zich voornamelijk op risicovolle producten, zoals goederen met een onduidelijke herkomst of afkomstig van onbekende leveranciers (Van Harreveld, 2024b). Exporteurs melden dat deze extra kosten de marges aanzienlijk onder druk zetten, ondanks een stijging in de exportwaarde. Deze stijging weerspiegelt mogelijk geen toename in volume, omdat de hogere kosten in de exportprijs zijn verwerkt.


In april 2024 daalde de Nederlandse exportwaarde van anjers, orchideeën en chrysanten ten opzichte van april 2023 (figuur 6.7). Hoewel deze daling mogelijk verband houdt met de fysieke inspecties als gevolg van de Brexit, is voorzichtigheid geboden bij het trekken van conclusies. De controles lijken momenteel slechts beperkt te worden uitgevoerd, waarschijnlijk vanwege capaciteitsproblemen bij de Britse grenscontroleposten (Nieuwsblad Transport, 2024; Kok, 2024). Ook in mei 2024 lag de exportwaarde van deze bloemen onder het niveau van mei 2023, met name voor anjers. De brancheorganisatie voor de groothandel in bloemen en planten wijst erop dat de onzekerheid over toekomstige handelsafspraken tussen de EU en het VK hierbij een belangrijke rol speelt. Het BTOM heeft de export naar het VK duurder gemaakt, en met name de verplaatsing van controles naar grenscontroleposten veroorzaakt aanhoudende knelpunten in de logistiek.


Voor de lange termijn verwacht de brancheorganisatie dat kostenstijgingen in 2025 verder doorzetten door aanvullende maatregelen. De recente verkiezingswinst van Labour in het VK, gecombineerd met hun voornemen om de handelsrelatie met de EU te herzien, biedt perspectief op versoepeling van controles en minder complexe handelsregels. Toch brengt deze potentiële ‘reset’ op korte termijn nog steeds onzekerheid met zich mee. Ondernemers lijken terughoudend met investeringen in efficiëntere oplossingen, omdat verdere wijzigingen in de handelsregels nog steeds mogelijk zijn.


Impact van fysieke controles voor de Nederlandse vleeswarensector
Uit een gesprek met de Centrale Organisatie voor de Vleessector wordt duidelijk dat de Nederlandse vleesexporteurs zich inmiddels hebben aangepast aan de nieuwe eisen, maar de gevolgen blijven voelbaar. Administratieve lasten zijn toegenomen, omdat elke zending voorzien moet zijn van certificaten en controles, wat leidt tot hogere kosten per zending. Voor kleinere, gevarieerde zendingen is het exporteren naar het VK vaak niet langer rendabel. Dit heeft geleid tot een verschuiving naar grotere, meer uniforme zendingen. Tegelijkertijd zijn logistieke uitdagingen aanzienlijk, vooral voor verse producten zoals varkensvlees met een beperkte houdbaarheid. Waar een transport doorgaans binnen een dag kon worden afgehandeld, duurt dit nu vaak twee tot drie dagen.


Daarnaast is er een gebrek aan controleposten in de buurt van havens, wat extra wachttijden en vertragingen veroorzaakt. De Britse importprocessen kampen met beperkte capaciteit, wat het importeren van vlees verder vertraagt. Hoewel de Britse markt traditioneel sterk afhankelijk is van import, waaronder bacon en andere varkensvleesproducten, staan Nederlandse exporteurs onder druk.


De vraagkant in het VK laat ook verschuivingen zien. Door een hoge zelfvoorzieningsgraad is de vraag naar specifieke vleesproducten, zoals rund- en kalfsvlees, stabiel, maar de logistieke keten voor verse producten blijft kwetsbaar. Voor wederuitvoer, zoals het uitsnijden van karkassen in Nederland en herexport naar het VK, blijken de huidige certificeringseisen belemmerend. Hierdoor moeten exporteurs zoeken naar alternatieve logistieke oplossingen.

Grafiek wordt geladen...

Figuur 6.5a Top 5 landbouwgoederen VK (a)

Grafiek wordt geladen...
Hier is de export top 5 landbouwgoederen te zien richting het VK van NL-makelij in de periode jan-aug van 2024. De top 5 (a) is hier bepaald voor specifiek het VK en de periode januari tot en met augustus 2024. Het betreft voorlopige cijfers.

Figuur 6.5b Top 5 landbouwgoederen totaal (a)

Grafiek wordt geladen...
Hier is de export top 5 landbouwgoederen te zien van NL-makelij in de periode jan-aug van 2024 naar de wereld. De top 5 (a) is hier bepaald voor specifiek de periode januari tot en met augustus 2024. Het betreft voorlopige cijfers.

6.6a Top 5 partners VK importwaarde niet-EU

Grafiek wordt geladen...
Ontwikkeling Britse landbouwhandel met niet EU-27 partners. Het betreft de top 5 partners qua waarde voor Britse landbouwhandel in de periode jan-sep 2024. Het betreft de hoofdstukken 1 t/m 24 van de GN-codering.

6.6b Top 5 partners VK importwaarde EU-27

Grafiek wordt geladen...
Ontwikkeling Britse landbouwhandel met EU-27 partners. Het betreft de top 5 partners qua waarde voor Britse landbouwhandel in de periode jan-sep 2024. Het betreft de hoofdstukken 1 t/m 24 van de GN-codering.

6.6c Top 5 partners VK importvolume niet-EU

Grafiek wordt geladen...
Ontwikkeling Britse landbouwhandel met niet EU-27 partners. Het betreft de top 5 partners qua gewicht voor Britse landbouwhandel in de periode jan-sep 2024. Het betreft de hoofdstukken 1 t/m 24 van de GN-codering.

6.6d Top 5 partners VK importvolume EU-27

Grafiek wordt geladen...
Ontwikkeling Britse landbouwhandel met EU-27 partners. Het betreft de top 5 partners qua gewicht voor Britse landbouwhandel in de periode jan-sep 2024. Het betreft de hoofdstukken 1 t/m 24 van de GN-codering.

Tabel 6.2 Ontwikkeling top 5 landbouwgoederen a) in Britse importwaarde uit Nederland, jan-sep 2024


% verandering waarde (jan-sept 2024 tov jan-sept 2023) Aandeel (b), Nederland, jan-sept 2023 Aandeel (b), Nederland, jan-sept 2024 Aandeel (b), Niet EU, jan-sept 2023 Aandeel (b), Niet EU, jan-sept 2024
Sierteelt -5,2 73 70 16 17
Vlees -12,3 23 20 11 13
Bereidingen van groente en fruit 9,5 21 21 14 14
Dranken -20,1 13 11 23 24
Groenten -1,5 22 21 27 28

a) Landbouwhandel betreft hier de goederencodes GN 01 tot en met 24; b) Dit is het aandeel van respectievelijk Nederland en niet-EU-landen in de totale Britse import van elk van de landbouwgoederen uit de top 5. Bron: HMRC (2024)

Grafiek wordt geladen...