Inleiding
Sinds 1 januari 2021 is met het in werking treden van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (Trade and Cooperation Agreement, ofwel TCA) tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK) de Brexit formeel effectief. Ondanks deze formele effectiviteit, is Brexit in de praktijk pas afgerond in 2022. In 2022 zullen aan Britse kant namelijk nog veel maatregelen volgen die de landbouwexport van Nederland naar het VK zullen belemmeren. Het betreft diverse douaneformaliteiten en vele extra fytosanitaire en veterinaire controles.
Op 31 januari 2020 had het VK de EU al formeel verlaten, waarna er een overgangsperiode volgde waarin het VK zich nog aan de Europese handelsregels hield. Hiermee wilde men verstoringen van de handel na de Brexit voorkomen en nieuwe handelsregels in een handelsakkoord kunnen vaststellen. Die transitie eindigde op 31 december 2020. Sinds 1 januari 2021 is het VK voor wat betreft de handel voor Nederland een ‘derde land’, een land buiten de EU.
De Britse economie is sterk geïntegreerd met die van de EU, met name in de landbouw, en de Brexit leidde tot aanzienlijke veranderingen in wettelijke regimes en handelspatronen. Het jaar 2021 is het eerste jaar van de veranderde handelsrelatie met het VK en het is vanuit dit perspectief relevant om te kijken naar de eerste ontwikkelingen voor wat betreft de Nederlandse landbouwhandel met het VK. De focus ligt daarbij op de periode vanaf 2015, omdat 2015 het beste referentiejaar is voor het maken van vergelijkingen. Het is immers het laatste jaar vóór het Britse referendum over het al dan niet verlaten van de EU. In 2016 en de jaren erna ontstonden al de eerste ‘pré-Brexit-effecten’ op basis van onzekerheid door en anticipatie op een aanstaande Brexit (Jukema et al., 2021; Douch en Huw Edwards, 2021; Graziano et al., 2018).
Administratieve procedures en controles aan de grens
Naast de grote onzekerheid over de voorwaarden van de handelsrelatie vóór het sluiten van de TCA, heeft de Brexit ook na het ingaan van de TCA voor moeilijkheden gezorgd. Ten eerste heeft de Brexit fysieke belemmeringen opgeworpen: waar goederen voorheen ongehinderd de grens tussen het VK en de EU konden passeren, moeten de goederen na de Brexit aangegeven worden bij de douane en formeel ingevoerd worden. Dergelijke administratieve procedures zorgen voor extra kosten voor handelaren. Ook kan dit vertraging opleveren, wat met name voor de bederfelijke producten een groot probleem vormt (Matthews, 2017; Cheptea et al., 2021). Bedrijven gaven na drie maanden TCA dan ook aan vooral last te hebben van de extra bureaucratie en vertragingen aan de grens, met name voor de bederfelijke producten (LNV, 2021a).
Bij de EU-import uit het VK zijn de EU-douanemaatregelen en veterinaire en fytosanitaire controles al volop in werking (ASD Group, 2021). De autoriteiten van het land van binnenkomst (Nederland in dit geval) controleren of importzendingen voldoen aan de eisen die de EU stelt (NAO, 2021). Controle is nodig om de gezondheid van mens, dier en plant te waarborgen en te voorkomen dat er bijvoorbeeld ziekten en onveilige producten de EU in komen (NVWA, 2020a en 2020b). Zo zijn vrijwel alle planten en plantaardige producten certificaatplichtig bij export naar de EU. Een deel van deze producten is ook inspectieplichtig (NVWA, 2021c). Voor de Britse export naar de EU waren deze veranderingen aan de grens per 1 januari 2021 dus een feit.
Bij de export van de EU naar het VK worden de grenscontroles echter gefaseerd ingevoerd door het VK, omdat het VK meer tijd nodig heeft voor het opzetten van een grenscontrolesysteem (Evofenedex, 2021) (zie ook voetnoot 2). Deze vertragingen hebben in feite een overgangsperiode voor handelaren gecreëerd. Voor een deel van de landbouwgoederen geldt nu al dat exporteurs fytosanitaire certificaten aan moeten leveren en controles op hun goederen moeten ondergaan; dat zal voor steeds meer landbouwgoederen gaan gelden. Certificering van ‘hoog risico’ landbouwgoederen, zoals bomen, vaste planten en levende dieren, is al sinds 1 januari 2021 verplicht bij export van de EU naar het VK. Voor vrijwel alle andere landbouwproducten heeft het VK de controles uitgesteld. Voor ‘laag risico’ landbouwgoederen zoals snijbloemen, groenten en fruit is vanaf 1 juli 2022 een fytosanitair certificaat verplicht bij export van de EU naar het VK (RVO, 2021; NAO, 2021). Vanaf 1 juli 2022 kunnen transporten van heel wat landbouwgoederen (zoals vlees, eieren, zuivel, snijbloemen, groenten en fruit) alleen nog het VK binnenkomen via specifieke Britse havens met een grenscontrolepost (RVO, 2021b; NAO, 2021). Naast fytosanitaire maatregelen, zijn ook veterinaire maatregelen uitgesteld door het VK. Pas per 1 juli 2022 worden veterinaire gezondheidscertificaten gevraagd voor de uitvoer van vlees en vleesproducten van de EU naar het VK.
Handel in pootgoed verboden
Ten tweede werd de handel in enkele landbouwgoederen beperkt op fytosanitaire gronden, waar het verbod op de EU-import van pootgoed (met pootaardappelen als belangrijkste product) uit het VK het belangrijkste voorbeeld van is. Volgens de EU plantgezondheidswet- en regelgeving is vrije markttoegang voor pootaardappelen vanuit een ‘derde land’ alleen mogelijk indien dat ‘derde land’ zich blijvend committeert aan de fytosanitaire regels van de EU. Het VK wil zich niet committeren aan dergelijke afspraken en heeft als reactie eenzelfde verbod ingevoerd. Hierdoor staat het VK import van pootaardappelen uit EU-landen, waaronder Nederland, niet meer toe (LNV, 2021b; Dodde, 2021; Schouten, 2021). Naast pootaardappelen is de import van ander agrarisch teeltmateriaal ook verboden. Ook heeft het VK de import van een aantal soorten gehakt vanuit de EU verboden (EFA, 2021).
Invoerrechten en -quota voor extra-EU goederen
Ten derde gelden voor het VK in principe dezelfde invoerrechten en -quota als voor alle ‘derde landen’ sinds het VK geen lid meer is van de gemeenschappelijke markt. In de handelsovereenkomst tussen het VK en de EU (de TCA) is echter afgesproken dat er geen tarieven en quota gelden voor producten die binnen één van de twee partners (het VK of de EU) verkregen zijn. Dat betekent dat een product er geproduceerd of voldoende bewerkt moet zijn, wat per product bepaald wordt middels de zogenaamde oorsprongsregels. Om gebruik te kunnen maken van de TCA moeten bedrijven aantonen dat aan die regels is voldaan. Naast het feit dat dit administratieve rompslomp met zich mee brengt is het ook niet altijd mogelijk. Zo moeten over de goederen die bijvoorbeeld in Brazilië geproduceerd zijn, in Nederland ingepakt worden en vervolgens naar het VK geëxporteerd worden, sowieso invoerrechten betaald worden bij aankomst in het VK. Goederen kunnen op die manier dubbel getarifeerd worden: niet alleen bij invoer in Nederland, maar nogmaals bij invoer in het VK.
Van primaire landbouwgoederen is de oorsprong relatief eenvoudig te bepalen omdat de productie hiervan over het algemeen minder verweven is in (internationale) waardeketens, wat deels weer komt omdat ze vaak bederfelijk zijn. Nederland speelt, met de haven van Rotterdam en Schiphol, wel een grote rol in de internationale wereldhandel en transport. Veel goederen komen in Nederland aan, om vervolgens verder over Europa verspreid te worden, waaronder het VK. Eerder onderzoek toonde ook al aan dat de wederuitvoer naar het VK voor zo’n 50% uit extra-EU import bestaat (Franssen et al. 2020a). Denk dan aan goederen als cacao, avocado’s, bananen, soja en palmolie. Het zijn voornamelijk de wederuitvoerstromen van dit soort producten die problemen met de invoerrechten kunnen ondervinden sinds de Brexit. Hierdoor kunnen bedrijven er mogelijk voor kiezen handelsstromen te verleggen, en vaker rechtstreeks te importeren uit extra-EU-landen.
Ondanks de onzekerheden sinds het Brexit-referendum in 2016, en de daadwerkelijke belemmeringen van de nieuwe handelsrelatie sinds 2021, is het VK nog steeds een belangrijke handelspartner voor de Nederlandse handel in landbouwgoederen. Uit hoofdstukken 3 bleek al dat het VK in 2021 de vierde exportbestemming voor onze landbouwgoederen is, de negende leverancier van landbouwgoederen voor Nederland en zelfs de derde bestemming voor wat betreft de verdiensten aan de landbouwexport. Daarbij moet wel worden aangetekend dat nu nog niet alle Brexit-effecten zichtbaar zijn. Vooral voor de export van Nederlandse makelij geldt dat er nog grote onzekerheid is over het effect van de invoering van veterinaire en fytosanitaire grenscontroles door het VK in 2022. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de handel van landbouwgoederen met het VK, én de implicaties van de Brexit voor die verschillende handelsstromen.
