Inleidng
De Europese Unie heeft sinds 1992 een interne markt met een vrij verkeer van goederen. De EU heeft echter ook met vele andere landen en gebieden verdragen afgesloten om de handel te faciliteren, reguleren en samenwerking te versterken. Dit kan bijvoorbeeld door tarieven te verlagen maar ook door afspraken te maken over niet-tarifaire maatregelen, intellectueel eigendom, oorsprongsregels of quota. Deze handelsregels gelden dan ook meteen voor de Nederlandse handel met die landen of regio’s. Voor landbouwgoederen betreft het dan vooral de sanitaire en fytosanitaire regels, die zich richten op voedselveiligheid, hygiëne, milieubescherming, het gebruik van pesticiden en chemicaliën en het weren van ziekten en resistenties door middel van testen, inspecties en quarantaine. De EU, maar ook derde landen stellen hier hun eigen (hoge) eisen aan.
Om dit te illustreren gebruiken we hier Nieuw-Zeeland als voorbeeld. Zo bleek uit eerder onderzoek van het CBS al dat voor ruim drie kwart van de export naar Nieuw-Zeeland geldt dat de regelgeving in dat land anders is dan in Nederland, de zogeheten regulatory distance (Bohn et al., 2021). Dat kan zorgen voor veel kosten, administratief werk en mogelijk vertragingen voor de handel. De verschillen in regelgeving zijn groot doordat Nieuw-Zeeland, maar ook bijvoorbeeld Australië, relatief veel regels stellen, met name bij landbouwproducten, en er daardoor meer ruimte is voor verschillen daarin.
In handelsverdragen kunnen afspraken gemaakt worden om deze maatregelen te harmoniseren, of de controles erop te versoepelen. In het handelsverdrag met Nieuw-Zeeland is vooral werk gemaakt van het laatste ten gunste van internationale samenwerking, transparantie en informatie-uitwisseling de certificering en importcontroles voor goederenhandel tussen Nieuw-Zeeland en de EU beter zouden moeten verlopen (Europese Commissie, 2022a).
Het proces om handelsverdragen te sluiten kan vele jaren duren. De afgelopen jaren zijn er enkele verdragen afgesloten en in werking getreden. Over verschillende andere verdragen, zoals CETA, wordt nog onderhandeld of bevinden zich in de ratificatiefase. In dit hoofdstuk belichten we de handel met een drietal landen waarmee de EU onlangs een verdrag gesloten heeft of waarmee bijna tot een verdrag gekomen is en die op termijn voorgelegd zullen worden aan de Raad: Chili, Nieuw-Zeeland en Mexico. Met Chili en Mexico heeft de EU al een handels- of associatieverdrag, Nieuw-Zeeland gaat een nieuwe handelsrelatie aan met de EU. De handelsverdragen omvatten veel meer dan alleen goederenhandel, en bevatten onder andere ook regels voor investeringen, dienstenhandel, arbeidsomstandigheden en milieubescherming. Voor de landbouw zijn de afspraken rondom de goederenhandel het belangrijkst, de nadruk ligt daarom hierop in dit hoofdstuk.
