Steekproef en representativiteit melkveebedrijven in het LMM
Laatste update: 26 augustus 2025 Update frequentie: Jaarlijks
In 2024 dekt het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) nagenoeg alle landbouwareaal dat melkveehouders gebruiken en omvat het 99% van alle melkveebedrijven. Deze cijfers sluiten aan bij de trend van voorgaande jaren.
Het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) heeft als doel om de effecten van het mestbeleid op de bedrijfsvoering en waterkwaliteit op Nederlandse landbouwbedrijven te monitoren. Hiervoor is het belangrijk dat de gebruikte steekproef representatief is voor de gehele steekproefpopulatie. De opzet van het gehele basismeetnet en de selectie van bedrijven wordt uitgelegd in het artikel 'Opzet van het Basismeetnet'.
Het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) heeft als doel om de effecten van het mestbeleid op de bedrijfsvoering en waterkwaliteit op Nederlandse landbouwbedrijven te monitoren. Hiervoor is het belangrijk dat de gebruikte steekproef representatief is voor de gehele steekproefpopulatie. De opzet van het gehele basismeetnet en de selectie van bedrijven wordt uitgelegd in het artikel 'Opzet van het Basismeetnet'.
Steekproefpopulatie
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het aantal melkveebedrijven in Nederland daalt jaar op jaar. De steekproefpopulatie van het LMM volgt deze daling. Sinds 2001 is de steekproefpopulatie gedaald van 21.604 naar 12.655 bedrijven.
Dekking
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
In 2024 dekt het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) 99% van het aantal melkveebedrijven, en bijna 100% van het aantal fosfaat-GVE en landbouwareaal op melkveebedrijven. Deze cijfers sluiten aan bij de trend van voorgaande jaren.
Steekproefbedrijven
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De resultaten van de landbouwpraktijk van melkveebedrijven zijn gebaseerd op 240 tot 300 bedrijven afhankelijk van het jaar.
De dekking van melkveebedrijven is al jaren hoog. Het aantal melkveebedrijven dat buiten het LMM valt neemt af naar ongeveer 1% van het totaal aantal melkveebedrijven. Bedrijven die buiten het LMM vallen voldoen niet aan de voorwaarden van het LMM. De voorwaarden van het LMM zijn minimale omvang van 10 ha cultuurgrond in gebruik en een minimale omzet van 25.000 euro Standaardopbrengst per jaar. Van de 12.655 melkveebedrijven die in 2024 de steekproefpopulatie vallen, worden van ongeveer 109 bedrijven de waterkwaliteit gemonitord. De resultaten van de landbouwpraktijk van melkveebedrijven zijn gebaseerd op ongeveer 290 melkveebedrijven in het Bedrijveninformatienet.
Regionale verschillen
De dekking van melkveebedrijven is nagenoeg 100% en verschilt nauwelijks tussen de grondsoortregio's. De reden hiervan is dat nagenoeg alle melkveebedrijven in de populatie een minimale omvang hebben van 10 ha cultuurgrond en een omzet hebben van minimaal 25.000 euro Standaardopbrengst. Daarentegen verschilt de dekking van melkveebedrijven wel met de andere bedrijfstypes waarop het LMM is gericht. Zo is de dekking van akkerbouwbedrijven in 2023 65%, van staldierbedrijven 33% en van overige dierbedrijven 46%.Zandregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De dekking van het aantal melkveebedrijven in de Zandregio is ongeveer 1-procentpunt lager dan de dekking van de fosfaat-GVE en het areaal cultuurgrond. Fosfaat-GVE is de som van de dieraantallen per diercategorie maal de fosfaatnorm per GVE per diercategorie.
Kleiregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De dekking van het aantal melkveebedrijven, de fosfaat-GVE en het areaal cultuurgrond in de Kleiregio ligt tussen de 99,5 en 100%. Fosfaat-GVE is de som van de dieraantallen per diercategorie maal de fosfaatnorm per GVE per diercategorie.
Veenregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De dekking van het aantal melkveebedrijven in de Veenregio is ongeveer 1-procentpunt lager dan de dekking van de fosfaat-GVE en het areaal cultuurgrond. Fosfaat-GVE is de som van de dieraantallen per diercategorie maal de fosfaatnorm per GVE per diercategorie.
Lössregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
In 2024 dekt het LMM in de Lössregio 100% van het aantal melkveebedrijven, het aantal fosfaat-GVE en het totale landbouwareaal. Fosfaat-GVE is de som van de dieraantallen per diercategorie maal de fosfaatnorm per GVE per diercategorie.
Zandregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De resultaten van de landbouwpraktijk van melkveebedrijven in de Zandregio zijn gebaseerd op 118 tot 175 bedrijven afhankelijk van het jaar.
Kleiregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De resultaten van de landbouwpraktijk van melkveebedrijven in de Kleiregio zijn gebaseerd op 55 tot 85 bedrijven afhankelijk van het jaar.
Veenregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De resultaten van de landbouwpraktijk van melkveebedrijven in de Veenregio zijn gebaseerd op 38 tot 49 bedrijven afhankelijk van het jaar.
Lössregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De resultaten van de landbouwpraktijk van melkveebedrijven in de Lössregio zijn gebaseerd op 18 tot 23 bedrijven afhankelijk van het jaar.
Bron
De gegevens voor de steekproefpopulatie en dekking zijn afkomstig uit de CBS-Landbouwtelling. De CBS-Landbouwtelling verzamelt gegevens over het gewasareaal door jaarlijks vragenlijsten uit te sturen naar agrarische bedrijven in Nederland. Landbouwbedrijven geven hierop gedetailleerde informatie over de grootte en samenstelling van hun gewasareaal, inclusief het aantal ha per gewas. De gegevensverzameling is verplicht, zodat een nauwkeurig en compleet overzicht van de Nederlandse landbouw kan worden verkregen.De gegevens voor steekproefbedrijven zijn afkomstig uit het Bedrijveninformatienet van Wageningen Social & Economic Research. Binnen het Bedrijveninformatienet verzamelt Wageningen Social & Economic Research bedrijfsgegevens over ongeveer 1.500 individuele land- en tuinbouwbedrijven. De verzamelde gegevens betreffen vooral financieel-economische en duurzaamheidsgegevens. Alleen bedrijven die binnen de definitie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) vallen, worden getoond. Voor deze bedrijven geldt dat ze minimaal 25.000 euro Standaardopbrengst moeten hebben en meer dan 10 ha cultuurgrond moeten bezitten.