Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

     
Liquiditeitsmonitor
Kies een thema
Economie

Liquiditeitsmonitor - Melkveehouderij

Kaspositie melkveebedrijven in 2020 verslechterd
26-1-2021
In 2020 waren de melkopbrengsten per maand vrij stabiel. De grootste verschillen in de kasstroom (ten opzichte van 2019) werden vooral veroorzaakt door minder aflossingen en belastingbetalingen, 20% hogere investeringen en de spreiding in ontvangsten van de betalingsrechten over juli en december. Tot en met november vertoont de (dalende) ontwikkeling van de kasstroom over 2020 en 2019 een parallel beeld. In december 2020 is er nauwelijks herstel terwijl deze in 2019, mede door de uitbetaling van de bedrijfstoeslagen, opveerde. Per saldo heeft er over 2020 een verslechtering van de kasstroom plaatsgevonden (-12.000 euro).


De liquiditeit van melkveebedrijven is in het vierde kwartaal van 2020 fors onderuitgegaan. De stand op de rekening-courant verslechterde gemiddeld met 10.500 euro ten opzichte van eind derde kwartaal tot 12.000 euro negatief. De grootste veroorzaker van deze daling is een toename van de investeringen. Voor een deel komt dit door een toename van de investeringen in fosfaatrechten. De melkontvangsten namen in het vierde kwartaal met ruim 2.000 euro toe in vergelijking met die van het voorgaande kwartaal. In vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2019 was dit juist ruim 2.000 euro minder. Dit is voor het grootste deel het gevolg van prijseffecten maar in 2020 is in vrijwel alle maanden ook meer melk aangevoerd dan in 2019 terwijl in het laatste kwartaal de melkaanvoer iets minder is dan in het derde kwartaal. De volume-effecten dempen hiermee in beperkte mate het prijseffect. De uitbetaling van de GLB-toeslagen vond voor een deel plaats in juli. In het vierde kwartaal is 2.000 euro meer aan GLB-toeslag ontvangen dan in het derde kwartaal. In het derde kwartaal was er een grotere daling van de liquiditeiten plaatsgevonden als de uitbetaling van de GLB-toeslagen volledig in het vierde kwartaal hadden plaatsgevonden. Deze vond in 2020 voor 45% plaats in juli om de ondernemers financieel tegemoet te komen vanwege de corona. Het voordeel van de geringere belastingafdrachten vlakt af. In het laatste kwartaal wordt er weliswaar minder afgelost in vergelijking met hetzelfde kwartaal van 2019 maar de daling van de nieuwe leningen is groter zodat de liquiditeit hierdoor met bijna 1.000 euro afneemt. Alleen het eerste kwartaal van 2020 waren de aangetrokken nieuwe leningen fors hoger dan in het eerste kwartaal van 2019. In de resterende maanden waren ze fors lager maar kwamen op jaarbasis toch per saldo iets hoger uit dan in 2019. De overige uitgaven namen per saldo in het vierde kwartaal nog iets af in vergelijking met het vierde kwartaal van 2019. De ontwikkeling van de stand op de lopende rekening is een resultante van de bij- en afschrijvingen. Overschrijvingen van en naar een spaarrekening worden buiten beschouwing gelaten. Neveninkomsten en privé-uitgaven zijn wel in het saldo verwerkt.
Onderstaande figuren geven de totale bij- en afschrijvingen per maand op de rekening-courant weer vanaf begin 2019. Het beeld is wisselend. In december 2020 zijn zowel de bij- als afschrijvingen hoog maar de bijschrijvingen in 2020 zijn minder hoog dan in 2019 mede door de geringere uitbetaling van de bedrijfstoeslagen als gevolg van uitbetaling van een deel in juli. Over het gehele vierde kwartaal van 2020 liggen de bijschrijvingen 16.000 euro lager en de afschrijvingen 6.000 euro lager in vergelijking met 2019. Het saldo van de kaspositie is hiermee met 10.000 euro afgenomen. De iets lagere melkprijs is terug te zien in de lagere bijschrijvingen van de melk ten opzichte van dezelfde periode 2019. In vergelijking met het derde kwartaal is er een kleine stijging te zien.





Aantal bedrijven met een positief rekening-courantsaldo neemt af
De verschillen tussen bedrijven zijn groot: zo staat eind 2020 bijna 24% van de bedrijven meer dan 50.000 euro in het rood en heeft 21% van de bedrijven meer dan 25.000 euro op de lopende rekening staan.
Vergeleken met het 3e kwartaal 2020 is de rekening-courantpositie verslechterd. In het eerste kwartaal had 56% van de bedrijven een positieve rekening-courant. Dit daalde in het tweede kwartaal naar 42% om na een verbetering in het derde kwartaal (46%) terug te zakken naar 38% in het vierde kwartaal.
 


De veranderingen in aandelen van de bedrijven per klasse kunnen soms relatief klein zijn. Dit wil echter niet zeggen dat de situatie per bedrijf niet sterk kan verschillen. Onderstaande figuur toont hoe melkveebedrijven tussen de perioden van de ene naar de andere klasse verschuiven. Doorgaans blijft het grootste gedeelte van de bedrijven in de eigen klasse. Ten opzichte van het derde kwartaal van 2020 zijn er verschuivingen naar klassen met een lager saldo op de lopende rekening.


Melkprijsontwikkelingen
De zuivelnoteringen over 2020 ontwikkelen zich divers. De boter- en volle melkpoederprijs liggen respectievelijk 15% en 6% lager dan het gemiddelde van 2019. De notering van magere melkpoeder is 7% hoger maar dit komt grotendeels door de hogere prijs aan het begin van het jaar. De prijzen zijn na half maart, onder invloed van de uitbraak van het coronavirus en de ingestelde lockdowns, gedaald. Dit werd veroorzaakt doordat de afzet naar de foodservice voor een groot deel was weggevallen. Vanaf begin juli zijn vooral de boter- en magere melkpoederprijs flink hersteld. Deze prijzen liggen echter nog niet op het niveau van voor de corona-uitbraak. Omdat ongeveer de helft van de Nederlandse melk tot kaas wordt verwerkt, is de prijsontwikkeling hiervan belangrijk. De EU-kaasprijs daalde de eerste maanden in 2020 maar is sinds mei niet verder gedaald en is sindsdien vrij stabiel. De noteringen voor enkele soorten kaas liggen dan ook enkele procenten hoger in 2020 dan in 2019. De melkprijs is in het 4e kwartaal ruim 2,5% lager in vergelijking met hetzelfde kwartaal van 2019; in vergelijking met het eerste kwartaal is dit ruim 3,5%. Tussen het 3e en 4e kwartaal is de melkprijs 4% gestegen. De melkprijsdaling van ruim 7% in het 2e kwartaal is daarmee voor de helft gecompenseerd in het laatste kwartaal.

In 2020 lag de Nederlandse melkaanvoer tot en met november 1,4% hoger. De melkproductie in Europa nam tot en met oktober 2020 met 1,8% toe. De ontwikkeling in Nederland wijkt hier dus niet veel van af.

Vooruitzichten 2021
De impact van corona op de zuivelmarkt is aanwezig, maar maakt vooral ook verwachting voor de (nabije) toekomst onzeker. De prijsvorming op de (wereld)zuivelmarkt wordt onder andere weerspiegeld in de Global Dairy Trade prijsindex. Deze is in 2019 met 12% gestegen. In 2020 is deze, onder andere door de wereldwijde coronacrisis, tot begin mei met 14% gedaald. Vanaf half september vertoont de index weer een stijgende tendens en ligt inmiddels enkele procenten boven het niveau van begin 2020 (en 19% boven het dieptepunt van begin mei). De Nederlandse en Italiaanse spotprijzen daalden ook tot half april maar lieten een stijging zien tot juni om daarna stabiel te blijven, echter 5 à 10 euro onder het niveau van 2019. Vanaf begin november is er een dalende trend waarneembaar. De daling wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de daling van de boterprijs. Deze daling was al ruim voor de corona-uitbraak ingezet. Daarnaast moet worden opgemerkt dat deze spotprijzen maar op een klein deel van de melk betrekking heeft. De prijsvorming voor de nabije toekomst is erg onzeker. De signalen zijn echter niet gunstig. Corona heeft in heel Europa geleid tot een nieuwe lockdown, die leidt tot minder afzet in horeca en foodservice van in het algemeen producten met een hogere toegevoegde waarde. Daarnaast lijken er in sommige regio’s, waaronder de VS, voorraden te zijn aangelegd die een prijs drukkend effect hebben. Ten slotte staat wereldwijd de economie fors onder druk. Dit is onder andere zichtbaar in de lage olieprijzen. Dit betekent dat er in importerende landen minder geld beschikbaar is. Met name het laatste effect kan ook de komende jaren nog van invloed zijn. Voor de langere termijn schetst de EU Outlook echter nog een vrij positief beeld vanwege de verwachte stijging van de internationale zuivelvraag.

Omdat het relatief luxe kalfsvlees niet kan worden afgezet in de horeca omdat deze vanwege coronamaatregelen (deels) zijn gesloten, zijn de prijzen voor nuchtere kalveren (nuka’s) flink gedaald. In juni zijn de prijzen weer iets gestegen maar liggen op jaarbasis 10 tot ruim 25% onder het niveau van het langjarig gemiddelde afhankelijk het soort kalf. De grondstofprijzen voor de mengvoeders vertoonden aan het begin van de coronacrisis een lichte stijging maar zijn vanaf mei licht gaan dalen. Vanaf augustus stijgen ze weer. Dit doet zich met enkele maanden vertraging ook voor bij de meeste mengvoeders. De prijzen van granen en soja zijn tussen de laatste week van december en half januari met ongeveer 15% gestegen.

Een dashboard met informatie van andere plekken op Agrimatie
Op Agrimatie is voor de melkveehouderij ook informatie beschikbaar over ontwikkeling van prijzen, saldi en inkomen. De prijzen worden maandelijks bijgewerkt, de saldi uit de Barometer Agrarische Sectoren tweemaandelijks en de inkomens jaarlijks.


Kies een indicator
Deze informatie voor

Contactpersoon
Harold van der Meulen
0317-484436
 

Referenties
  • Dit artikel is tot stand gekomen vanuit het topsectorenbeleid van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en is een product van samenwerking tussen Wageningen Economic Research en ABN AMRO. De data van de figuren zijn afkomstig van bedrijven uit het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research, een representatieve steekproef van landbouwbedrijven uit de CBS-Landbouwtelling die groter zijn dan 25.000 euro Standaardopbrengst (SO). De data hebben betrekking op melkveebedrijven groter dan 100.000 euro SO.
  • De inkomenspositie van melkveebedrijven is terug te vinden op BINternet
  • De Barometer Agrarische Sectoren geeft een beeld van actuele ontwikkelingen van het saldo van veehouderijbedrijven
  • Actuele prijsontwikkeling per maand van melk
  • Toelichting bij gebruik van de stroomfiguur: de twee staven geven de aandelen bedrijven per klasse in de gekozen kwartalen weer. Het middengedeelte tussen de staven geeft de verschuiving weer van bedrijven tussen de genoemde perioden. Als je met de muis op een van de klassen gaat staan, kun je zien waar hoeveel bedrijven naar toe stromen (als je op een klasse in de linkerstaaf staat) of waar ze vandaan komen (als je op een klasse in de rechterstaaf staat).



Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


naar boven