Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Sectoren > Glastuinbouw
     
Glastuinbouw
Kies een thema
Algemeen

Economie

Maatschappij

Milieu

 
 
  
  
   
Kies een indicator
Contactpersoon
Harold van der Meulen
0317-484436
 

Deze informatie voor andere sectoren
  • Akkerbouw
  • Bloembollenteelt
  • Boomkwekerij
  • Fruitteelt
  • Geitenhouderij
  • Glasgroententeelt
  • Glastuinbouw
  • Land- en tuinbouw
  • Leghennenhouderij
  • Melkveehouderij
  • Vollegrondsgroenteteelt
  • Opengrondstuinbouw
  • Pot- en perkplantenteelt
  • Snijbloementeelt
  • Varkenshouderij
  • Vleeskalverhouderij
  • Vleeskuikenshouderij
  • Zetmeelbedrijven

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >

Inkomen uit bedrijf - Glastuinbouw

Toename van inkomen voor glastuinders door focus op kostenontwikkeling
18-12-2023

Het gemiddeld inkomen van glastuinbouwbedrijven wordt voor 2023 geraamd op circa 310.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje). Dit is een toename van 55.000 euro ten opzichte van 2022 en circa 90.000 euro boven het gemiddelde over de periode 2018-2022.
De betaalde kosten en afschrijvingen namen een kleine 3% af terwijl de opbrengsten 1% konden toenemen. Het gemiddelde glastuinbouwbedrijf nam met een kleine 2% in omvang af, als gekeken wordt naar de beteelbare oppervlakte.


De fluctuaties op de energiemarkt die zich vorig jaar in volle hevigheid hebben openbaard, zijn in 2022 ondanks een daling van het inkomen naar 250.000 euro per oaje, door tijdig ingrijpen van tuinders en toeleverende partijen voor de meeste bedrijven goed verteerd. Hoewel het inkomen in 2022 dus ongeveer 20.000 euro afnam, viel deze terugval mee. De maatregelen die vorig jaar al door glastuinbouwbedrijven zijn genomen, hadden hun effect in 2023. Het inkomen kon zich hierdoor herstellen en toenemen tot gemiddeld 309.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje).

Uiteraard geldt dit alleen als naar het gemiddelde bedrijf wordt gekeken. Maar de spreiding die al groot was, heeft in 2023 nog grotere vormen aangenomen. Het groene vlak geeft deze diversiteit van inkomens aan. In 2023 is te zien dat vooral aan de bovenkant het groene vlak groter is geworden terwijl onderaan de groene zone min of meer op gelijke hoogte blijft. De spreiding tussen 60% van de bedrijven is dus groter geworden. Een groep van 20% van de bedrijven heeft slechts een inkomen van minder dan 27.000 euro per oaje en eenzelfde groep presteert, met een inkomen per oaje van boven de 540.000 euro, veel beter dan het gemiddelde.

Het gemiddelde inkomen is samengesteld uit veel verschillende bedrijven met verschillende grootte, bedrijfsinrichting en kosten- en opbrengstenstructuur. Het bedrijfsresultaat en het gemiddeld inkomen zijn het resultaat van geraamde kosten en opbrengstontwikkelingen op een zeer beweeglijke markt.



De verschillende kosten- en opbrengstenposten ontwikkelen zich door middel van prijs- en volumeveranderingen. Ook de steekproef van bedrijven waarop de cijfers zijn gebaseerd is elk jaar anders en worden de wegingsfactoren die bedrijven meekrijgen elk jaar aangepast. Met deze aanpassingen in het achterhoofd zijn de veranderingen van het gemiddelde bedrijf berekend.
Als de verschillende kostenposten worden bekeken, dan zien we slechts beperkte toenames waarvan de arbeidskosten de sterkste stijging doormaken, vooral door toegenomen lonen. De arbeidskosten werden getemperd door een lagere inzet van arbeid. De energiekosten namen met gemiddeld 12,5% af door besparende maatregelen, extensivering en optimalisatie van het energiegebruik.
De opbrengsten namen 1% toe door met name hogere opbrengsten uit de verkoop van energiehandel en verkoop. Ook droegen de positievere opbrengsten van pot- en perkplanten bij aan deze toename. De totale opbrengsten uit gewassen voor het gemiddelde glastuinbouwbedrijf namen beperkt af. Een over het algemeen hogere opbrengstprijs bij sierteeltproducten en wisselende prijzen bij de glasgroenteproducten compenseerden de lagere volumes die over de gehele breedte van de glastuinbouwbedrijven werden gerealiseerd niet.

 

De glasgroentebedrijven hebben de laatste 8 jaar een hoger inkomen dan dat van de sierteelt. Dit inkomen ligt dan ook hoger dan voor het gemiddelde glastuinbouwbedrijf. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het verschil in bedrijfsgrootte. Over het algemeen zijn glasgroentebedrijven groter dan die van de sierteelt. Het snijbloemenbedrijf volgt de afgelopen jaren nagenoeg de lijn van de totale glastuinbouw, terwijl het inkomen van een gemiddeld pot- en perkplantenbedrijf onder het glastuinbouwbedrijf blijft.

Voor alle drie de glastuinbouwtypen wordt voor 2023 een hoger inkomen geraamd dan voor 2022. De snijbloemen- en pot- en perkplantenbedrijven herstellen zich van de dip in 2022 en zien hun inkomen stijgen tot respectievelijk 295.000 euro en 205.000 euro per onbetaalde aje. De glasgroentebedrijven zagen hun inkomen na de stijging van 2022 nog verder toenemen tot gemiddeld 415.000 euro per onbetaalde aje. Voor alle 3 de bedrijfstypen ligt het geraamde inkomen ook boven het gemiddelde van de periode 2018-2022.


Referenties


Inkomen uit bedrijf - Glasgroententeelt

Glasgroentesector groeit, aanpassingen nodig om concurrerend te blijven
18-12-2023

De prestaties van glasgroentebedrijven werden in 2023 aanzienlijk beïnvloed door gevolgen van genomen teeltmaatregelen als gevolg van de hoge energieprijzen eind 2022, een koude en donkere aanvang van het teeltseizoen 2023, een positieve vraag naar hun producten, veelal gunstige productprijsontwikkelingen en dalende energie-prijzen in 2023.



De verwachting is dat de opbrengsten per gemiddeld glasgroentebedrijf met 0,3% zijn gestegen ten opzichte van 2022, terwijl de kosten met 2,5% zijn afgenomen.

In 2023 is het geraamde bedrijfsinkomen voor glasgroentebedrijven per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje)1) toegenomen met ongeveer 45.000 euro tot 415.000 euro voor het gemiddelde bedrijf. De variatie tussen bedrijven die boven dit gemiddelde inkomen uitkomen en bedrijven die lager uitkomen, blijft groot.

De energieprijzen in 2022 hadden een aanzienlijke invloed op het teeltseizoen 2023. Ondernemers werden geconfronteerd met hoge energiekosten en naderende afloop van gascontracten. Dit leidde tot voorzichtigere gasinkoop en ingrijpende beslissingen in het teeltplan voor 2022-2023. De gevolgen van deze maatregelen waren duidelijk zichtbaar, aangezien ondernemers drastische keuzes maakten op het gebied van energiebesparing (minder input energie en CO2 ten behoeve van de teelt, selectiever of niet meer belichten), investeringen in alternatieve bronnen en selectiever gebruik van energie (extensivering). Bedrijven met warmtekrachtkoppeling (wkk)2) slaagden erin, dankzij de mogelijkheid van elektriciteitsverkoop, de kostenstijging voor verwarming deels te compenseren, omdat de prijzen voor elektriciteit sneller stegen dan die voor aardgas.

Vooral bedrijven met belichting en winterproductie pasten vorig jaar hun teeltplan aan naar productie met het zwaartepunt in het tweede en derde kwartaal van 2023. Door de verschuiving van de productie naar de zomermaanden was een verwacht scenario dat de prijzen in de zomer zouden dalen, gezien de overvloedige producties. Desondanks is dit voor het merendeel van de gewassen dit jaar niet gebeurd.
Vanwege gunstigere teeltomstandigheden, lagere energiekosten en gunstige prijs-ontwikkelingen voor producten in het najaar, heeft de teelt dit najaar langer plaats-gevonden dan in 2022. De Nederlandse productie was dit najaar dan ook hoger dan vorig jaar. Hierdoor is de verminderde productie in het voorjaar, als gevolg van genomen teeltmaatregelen en een donkere, koude start van het jaar, enigszins gecompenseerd.

In de winter van 2022-2023 was er nauwelijks Nederlands product op de markt. Handelaren moesten hierdoor uitwijken naar buitenlands product. Hierdoor kwam de afzetmarkt voor Nederlandse glasgroenten onder druk te staan. Het is de vraag of deze verandering aan afzetmarkt weer hersteld kan worden. Het afzetmodel van Nederland, waar goede kwaliteit in combinatie met het jaarrond leveren op het afgesproken aflevermoment met de juiste specificaties, staat onder druk, met name voor tomaten. Met alle gevolgen voor opbrengsten, kosten, inkomen en werkgelegenheid.

Het areaal belichte groenteteelt (met name tomaten) is deze winter wel weer toegenomen ten opzichte van vorige winter, maar het heeft nog niet het niveau bereikt van vóór de energiecrisis.

Positief feit is dat groenten en fruit kunnen zich verheugen in groeiende belangstelling. Het besef van de waarde van groenten en fruit voor een gezonde en duurzame samenleving dringt steeds verder door. Ondanks deze vooruitgang blijven er voldoende uitdagingen voor de glasgroenteteelt over, waaronder zorgen over de arbeidsmarkt en inflatie:
  • De arbeidsmarkt herstelde zich geleidelijk, hoewel er uitdagingen waren bij het vervullen van vacatures, zeker ook in de groente- en fruitsector. De overheid bevorderde actief omscholing en vaardigheidsontwikkeling om werknemers aan te moedigen zich aan te passen aan veranderende economische behoeften.
  • De inflatie liep in 2022 op naar 10%. In 2021 was dit nog 2,7%. Over 2023 wordt een inflatie verwacht van 3,9% (bron: CBS). Met name de prijsontwikkeling van energie droeg hieraan bij. Een hoge inflatie leidt tot onzekerheid, hogere lasten, verminderde winstmarges en veranderend koopgedrag door consumenten, wat allemaal nadelig is voor ondernemers.

Volgens de CBS-Landbouwtelling is het areaal voor glasgroenten met 3% afgenomen. In 2022 hebben glastuinbouwbedrijven minder gas gebruikt, wat deels ten koste ging van de productie en effecten had tot begin 2023. Met de energie-investeringen en intensiveringsmaatregelen die zijn genomen, zoals isolatie, selectief gebruik van gas en CO2, actieve ontvochtiging en latere plantmethoden, lijkt het erop dat de glasgroentesector zich in 2023 en richting 2024 weer heeft weten aan te passen aan de nieuwe realiteit.

Dankzij alle inspanningen in 2022-2023 hebben ondernemers nadelige effecten van hoge kosten weten te beperken. Helaas is het gerealiseerde gemiddelde inkomen van circa 415.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje) niet voor alle glasgroenteondernemers haalbaar. Telers met minder modern uitgeruste bedrijven, die daardoor niet flexibel kunnen zijn in hun warmtevoorziening en te maken hebben met aflopende gascontracten zonder de mogelijkheid van alternatieve duurzame energievoorziening, bevinden zich nog altijd in zwaar weer en zullen dat naar verwachting ook in de nabije toekomst ervaren. Bedrijven die niet in concentratiegebieden zijn gevestigd om gezamenlijk de noodzakelijke verduurzaming te realiseren, zullen wellicht hun toekomst moeten heroverwegen, vooral gezien de onmogelijke financiering voor dergelijke ondernemingen.

Aanzienlijke stijging van de energieopbrengst en afnemende productopbrengst
De totale opbrengsten per gemiddeld glasgroentebedrijf zijn, naar het zich laat aanzien, licht gestegen, voornamelijk door een toename van de opbrengsten uit energieverkoop. Het verkoopvolume van glasgroente bleef echter achter ten opzichte van het vorige jaar. Gemiddeld genomen waren de verkoopprijzen van producten ook iets lager, wat resulteerde in een aanzienlijke daling van de opbrengst uit producten. De opbrengsten uit de verkoop van elektriciteit en warmte zijn aanzienlijk gestegen en compenseren daarmee de verminderde opbrengsten uit producten.

Spreiding blijft groot
Bij ongeveer 20% van de glasgroentebedrijven wordt verwacht dat het gemiddelde inkomen per jaar niet de grens van 13.000 euro zal overschrijden in 2023. Aan de bovenkant van het spectrum bereikt het inkomen van de best presterende 20% van de bedrijven 760.000 euro of meer per jaar. Het is duidelijk dat individuele bedrijven zich niet noodzakelijk zullen herkennen in het gemiddelde inkomen van het bedrijf. Wat wel opvalt, is dat de spreiding van inkomens, weergegeven door het groene vlak, aanzienlijk is uitgebreid, vooral aan de bovenkant. Bovendien bevindt de gemiddelde lijn zich relatief hoog in het groene vlak, wat aangeeft dat er proportioneel minder bedrijven zijn die meer verdienen dan het gemiddelde.

Samenstelling gemiddeld bedrijf elk jaar anders
De samenstelling van het gemiddelde bedrijf is door verschillende wegingsfactoren en de samenstelling van de steekproef elk jaar anders. Daarnaast speelt de verandering van de bedrijfsomvang ook een rol in de absolute waarden en veranderingen in opbrengsten en kosten. Zo daalde het gemiddelde glasgroentebedrijf dit jaar met een kleine 2% in omvang. De kosten per vierkante meter hebben soms een andere ontwikkeling dan die van het gemiddeld bedrijf. Afhankelijk van het geteelde gewas, afzetkanaal en eigen bedrijfsomstandigheden zullen individuele ondernemers zich in dit gemiddelde bedrijf al dan niet in kunnen herkennen.


*Het kengetal wordt uitgedrukt in euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje), waarmee het gekoppeld wordt aan de hoeveelheid ingezette arbeid en het dus beter over bedrijven heen vergelijkbaar is. Het aantal aje dat niet-betaalde arbeid levert, zijn veelal ondernemers en leden van de huishoudens. 1 aje is minimaal 2000 gewerkte uren. 1 persoon kan maximaal 1 aje zijn, dus ook als een persoon 2.500 uren heeft gewerkt.


Referenties
1) Het kengetal wordt uitgedrukt in euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje), waarmee het gekoppeld wordt aan de hoeveelheid ingezette arbeid en het dus beter over bedrijven heen vergelijkbaar is. Het aantal aje dat niet-betaalde arbeid levert, zijn veelal ondernemers en leden van de huishoudens. 1 aje is minimaal 2000 gewerkte uren. 1 persoon kan maximaal 1 aje zijn, dus ook als een persoon 2.500 uren heeft gewerkt.
2) Warmtekrachtkoppeling (wkk) staat voor het gelijktijdig opwekken van warmte en kracht (elektriciteit). De energie is afkomstig van een verbrandingsmotor of gasturbine en wordt meestal aangewend om een generator aan te drijven die op zijn beurt elektriciteit opwekt. De warmte die daarbij vrijkomt gaat niet verloren maar wordt in de glastuinbouw nuttig gebruikt voor de verwarming van kassen.



Inkomen uit bedrijf - Pot- en perkplantenteelt

Inkomen omhoog door kostenbesparingen
18-12-2023

Het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidsjaareenheid (onbetaalde aje) is voor 2023 geraamd op circa 205.000 euro, een toename van 65.000 euro ten opzichte van 2022 en circa 35.000 euro boven het gemiddelde over de periode 2018-2022.



Nadat het inkomen in 2022 sterk afnam, veert het inkomen in 2023 weer omhoog. Door de kosten in de hand te houden en deze mee te laten bewegen met de lagere omvang van het gemiddelde bedrijf en de opbrengsten nagenoeg op hetzelfde niveau te houden als vorig jaar, veelal door hogere verkoopprijzen bij een lager volume, kon het inkomen stijgen.

Of bedrijven zich in dit gemiddelde herkennen is de vraag. Vandaar dat de figuur ook een groot groen vlak laat zien. Hierbinnen bevindt zich 60% van de bedrijven uit de steekproef. De randen van dit groene vlak laten zien dat aan de onderkant geen verbetering is opgetreden in 2023. Alleen de bovenkant van het vlak stijgt. Dit geeft aan dat 20% van de bedrijven boven de 305.000 euro aan inkomen geneert. Vorig jaar lag die grens nog op 243.000 euro. Onderaan is dat verschil slechts enkele duizenden euro’s. Ook bevindt de gemiddelde lijn zich in de bovenste helft van het groene vlak. Dat betekent dat een relatief kleiner aantal bedrijven met hoge inkomens zorgt voor dit gemiddelde.

De kosten daalden met een kleine 5% terwijl de gemiddelde bedrijfsomvang met 4,5% daalde. Plantaardige activa (-2%), materiële activa (-2%), betaalde arbeid (-0,5%) daalden allemaal minder hard dan de bedrijfsgrootte. Alleen bij de energiekosten (-26%) is de daling groter.
Bij de opbrengsten nam die verkregen door perkplanten toe (4%), bij kamerplanten nam deze af (-3%). De opbrengsten uit energie stegen met een kleine (2%). De opbrengsten namen per saldo met 1% af.



Referenties


Inkomen uit bedrijf - Snijbloementeelt

Inkomen uit bedrijf toegenomen
18-12-2023

Het gemiddeld inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidskracht wordt voor 2023 geraamd op bijna 300.000 euro. Een toename van 55.000 euro ten opzichte van 2022 en circa 100.000 euro boven het gemiddelde over de periode 2018-2022. Het inkomen neemt voor een gemiddeld snijbloemenbedrijf naar verwachting toe door een beperkte kostendaling (2%) en beperkt toegenomen opbrengsten (3%). Wel zijn de jaren moeilijk met elkaar vergelijkbaar.

De spreiding in het inkomen is zoals elk jaar echter groot. Vooral de bovenkant van het groene spreidingsvlak stijgt dit jaar. Boven en onder dit groene vlak bevinden zich elk nog 20% van de bedrijven. Voor 20% van de bedrijven wordt een inkomen per onbetaalde aje geraamd van minder dan ongeveer 30.000 euro, terwijl voor een even zo grote groep bedrijven een inkomen wordt geraamd van boven de 540.000 euro.
De opbrengsten uit gewassen voor een gemiddeld snijbloemenbedrijf namen slechts beperkt toe met 1%. Lagere volumes en veelal hogere prijzen zorgden voor een nagenoeg gelijke productopbrengst voor het gemiddelde bedrijf. In 2022 werden in de wintermaanden naar 2023 soms teelten koud gezet of werd de productie teruggebracht tot wat binnen de bestaande energiecontracten mogelijk was. Ook stopten verschillende bedrijven definitief (Van Galen et al., 2023). Dit zorgde voor permanent lagere volumes op de bloemenveilingen in 2023. Per bedrijf werd continu afgewogen of de beschikbare energiemiddelen in de teelt of ten behoeve van de verkoop bijdroegen aan een optimaal bedrijfsresultaat. Dit jaar bewegen de energieprijzen zich enigszins naar beneden en lijken weer te normaliseren, maar liggen nog altijd hoog vergeleken met jaren voor 2021. Telers hebben hierop geanticipeerd via optimalisaties, energiebesparende maatregelen, dan wel extensiveringsmogelijkheden. Richting 2024 wordt daarom in deze raming ten opzichte van vorig jaar met een minder grote dip in de wintermaanden rekening gehouden dan tussen 2022 en 2023.

Bedrijven die daar mogelijkheden voor hadden, hebben hun energieopbrengsten weten te verbeteren in 2023. Het was, net als in 2022, aantrekkelijk om op de juiste momenten elektriciteit te verkopen. Andere deden hun contract van de hand. De opbrengsttoename voor energiehandel en verkoop voor het gemiddelde bedrijf bedroeg volgens deze raming 11%. Maar door sterk geïndividualiseerde bedrijfsstrategieën zal dit gemiddelde uitgangspunt niet voor elk bedrijf gelden.

Ten opzichte van de beperkte toename aan opbrengsten staan lagere kosten geraamd van een kleine 2%. Met name zijn de energiekosten afgenomen. Dit ligt niet alleen aan de lagere gasprijzen die op de spotmarkt zichtbaar waren, maar ook door het lagere gebruik van energie door snijbloemenbedrijven in vooral het begin van 2023 en optimalisatie, extensivering en besparende maatregelen. Dit lagere gebruik wordt echter weer gecompenseerd door de lichte toename in de gebruik in de winterperiode naar 2024 ten opzichte van die in 2023. Al met al wordt uitgegaan van een afname qua volume bij beperkt lagere prijzen. Uitgezonderd de financieringskosten, stegen de resterende kostenposten wel. Door een sterke toename van de cao-lonen steeg met name de arbeidskosten, ondanks lagere inzet van arbeid sterk.



Referenties
Galen, M. van, Ravensbergen, P., Smit, P., Grootscholten, R., Jukema, G., & Bregman, C. (2023). Onderzoek naar de gevolgen van hoge energieprijzen in de glastuinbouw in de periode medio 2021 tot en met het eerste kwartaal van 2023. (Rapport / Wageningen Economic Research; No. 2023-104). Wageningen Economic Research. https://doi.org/10.18174/637135 



Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


Naar boven