Barometer: resultaten per maand - Melkveehouderij
|
Saldo melkveehouderij steeg in augustus door hogere melk- en veeprijzen en lagere kosten
|
1-10-2024
|
In augustus 2024 bereikte het saldo van een standaard melkveebedrijf 26.600 euro.Dit was een stijging van 35% ten opzichte van dezelfde maand in 2023 en lag ook boven het langjarig gemiddelde voor augustus. De Nederlandse zuivelnoteringen laten sinds september 2023 een opwaartse trend zien.
|
In september 2024 was de notering voor boter zelfs 84% hoger dan het dieptepunt in 2023. Voor andere zuivelproducten was de stijging minder sterk, variërend van 20% tot 35%. Het standaardbedrijf heeft 112 melkkoeien, met een gemiddelde melkproductie van 8.950 liter per koe.
In 2023 daalde de melkprijs van bijna 60 euro per 100 kg in januari naar ruim 40 euro in september en oktober. In augustus 2024 herstelde de melkprijs tot bijna 49 euro, wat 28% boven het tienjaarsgemiddelde lag. De toegerekende kosten, voornamelijk veevoer en kunstmest, daalden iets maar bleven relatief hoog. In 2023 lagen deze kosten 30% boven het tienjaarsgemiddelde, terwijl ze in augustus 2024 waren gedaald naar 20% boven het gemiddelde. De kosten in augustus 2024 lagen 5% lager dan in augustus 2023, maar nog steeds 20% boven het meerjaarsgemiddelde.
Ondanks de relatief hoge kosten zorgde de bovengemiddelde melkprijs ervoor dat het saldo in augustus 2024 35% boven het tienjaarsgemiddelde voor deze maand lag. De kalverprijzen waren in augustus ruim 80% hoger dan het langjarig gemiddelde, terwijl de prijzen voor slachtkoeien 40% hoger lagen. Vergeleken met augustus 2023 waren de kalverprijzen 17% hoger en de prijzen voor slachtkoeien 8% lager.
Voortschrijdend jaarsaldo
In augustus 2024 lag het voortschrijdend jaarsaldo 22% boven het langjarig gemiddelde, dankzij de hogere melkprijzen en lagere kosten voor veevoer en kunstmest. Dit herstel volgde op een daling die in april 2023 begon, toen het saldo sterk terugviel door lagere melkprijzen. In mei 2024 lag het saldo nog 13% boven het langjarig gemiddelde, maar sinds maart 2024 is het saldo geleidelijk verbeterd door de stijgende melkprijzen, die elke maand hoger lagen dan in dezelfde periode een jaar eerder.
Cumulatief saldo
Het cumulatieve saldo herstelde zich in augustus 2024 tot 22% boven het langjarig gemiddelde. Na een daling in 2023, waarbij het saldo in december nog 9% boven het langjarig gemiddelde lag en in januari 2024 verder daalde naar 4%, was er vanaf begin 2024 een duidelijke opwaartse trend. Dit herstel kwam door de aantrekkende melkprijs en lagere kosten, wat leidde tot een verbetering van het cumulatieve saldo in de maanden tot augustus.
Zuivelnoteringen en melkaanvoer
De Nederlandse zuivelnoteringen daalden in 2023 tot september om daarna een stijging in te zetten. Begin september 2024 resulteerde dit in een 84% hogere notering voor boter in vergelijking met het laagste punt in 2023. Voor de andere zuivelnoteringen was het herstel met 20 tot 35% minder groot. Omdat ongeveer de helft van de Nederlandse melk tot kaas wordt verwerkt, is de prijsontwikkeling hiervan belangrijk. In 2024 bleven de kaasnoteringen stabiel en lagen tot en met begin september op hetzelfde niveau als een jaar eerder.
Over de eerste 8 maanden van 2024 was de melkaanvoer bijna 2% lager dan in dezelfde periode van 2023. Omdat februari dit jaar een dag extra kende (schrikkeljaar), daalde de melkaanvoer bijna 2,5% als hiervoor wordt gecorrigeerd. Het is onbekend hoe groot het effect van de ziekte blauwtong was op deze daling, maar het speelt ongetwijfeld een rol. Er waren meer melkveebedrijven besmet dan in 2023. Naast het blauwtongeffect speelden ook het natte seizoen en hiermee gepaard gaande wisselende kwaliteit ruwvoer en de kleinere melkveestapel een rol in de daling van de melkaanvoer.
De Europese melkproductie was over de eerste 6 maanden van 2024 0,9% hoger dan een jaar eerder (gecorrigeerd voor de schrikkeldag 0,4%). De melkaanvoer in Nederland blijft dus achter in vergelijking met de Europese. Binnen Europa nam alleen in Ierland de melkaanvoer af. De grootste stijger was Polen, met 4,7%. Buiten Europa nam in Australië de productie met 4,3% toe terwijl deze in Argentinië met 13% daalde.
Global Dairy Trade
De Global Dairy Trade index daalde met bijna de helft vanaf maart 2022 tot en met augustus 2023 (met af en toe een kleine opleving). Na augustus steeg de index met 34%, waarvan 14% in 2024.
|