Bezittingen en schulden - Land- en tuinbouw |
Balanswaarde land- en tuinbouwbedrijven in 2022 verder gestegen
|
2-5-2024
|
De gemiddelde balanswaarde per einde boekjaar van de land- en tuinbouwbedrijven was in 2022 bijna 4,3 mln. euro. Dit was bijna 400.000 euro meer dan een jaar eerder. De langlopende schulden bleven vrijwel gelijk (bijna 860.000 euro). Het eigen vermogen nam toe tot meer dan 3,2 mln. euro per bedrijf in 2022. Gemiddeld lag de solvabiliteit op de land- en tuinbouwbedrijven op 77%.
|
De gemiddelde balanswaarde van de bedrijven in de sectoren melkveehouderij, akkerbouw en bloembollen ligt beduidend hoger dan de gemiddelde waarde van 3,8 mln. euro. Een belangrijke reden hiervoor is de hoge waarde van grond op de balans van de bedrijven uit deze sectoren. Zie voor meer detailinformatie per sector de betreffende artikelen op deze website.
Grote verschillen in solvabiliteit In de periode 2014 tot en met 2019 liep de gemiddelde solvabiliteit van de land- en tuinbouwbedrijven langzaam op. In 2020 deed zich een kleine daling voor, maar steeg in 2022 tot het hoogste niveau van de afgelopen twintig jaar (77%). De hoogte van de solvabiliteit duidt erop dat de meeste bedrijven voor het grootste deel met eigen vermogen zijn gefinancierd. De jaarlijkse vorming van eigen vermogen op land- en tuinbouwbedrijven vindt enerzijds plaats door herwaardering van aanwezige activa en anderzijds door besparingen, erfenissen en overige vermogensmutaties.
Vanuit het oogpunt van risicobeheer is het belangrijk dat bedrijven over een voldoende grote financiƫle buffer beschikken om inkomensfluctuaties op te vangen. Een lage solvabiliteit maakt bedrijven kwetsbaar voor dergelijke schommelingen. Het aandeel bedrijven met een solvabiliteit lager dan 35% staat op 3%, dit was net zo laag als in 2021. Deze bedrijven hebben in het algemeen te maken met relatief hoge betalingsverplichtingen aan rente en aflossing. Solvabiliteit naar bedrijfstype en -grootte Over het algemeen hebben bedrijven van de grondgebonden bedrijfstypen, zoals akkerbouw en melkveehouderij, een gemiddeld hogere solvabiliteit dan de niet-grondgebonden typen. De akkerbouwbedrijven behaalden in 2022 zelfs een gemiddelde solvabiliteit van 85%. Daarbij speelt de herwaardering van grond een belangrijke rol. De spreiding in solvabiliteit tussen bedrijven is voor alle bedrijfstypen aanzienlijk. In de melkveehouderij en akkerbouw zijn er geen bedrijven met een lagere solvabiliteit dan 35%. In de glastuinbouw is het aandeel bedrijven met een solvabiliteit van minder dan 50% het hoogst. In het algemeen geldt op groepsniveau: hoe groter de gemiddelde economische omvang (SO), hoe lager de gemiddelde solvabiliteit en hoe groter het aandeel bedrijven met een lage solvabiliteit. De grootste bedrijven, gemeten in SO, zijn vooral te vinden in de (glas)tuinbouw en intensieve veehouderij.
|