Economische intensiteit - Land- en tuinbouw |
West-Holland en Zuidoost-Nederland met de hoogste economische intensiteit
|
1-11-2021
|
Er zijn grote verschillen in de economische intensiteit (gemeten in Standaardopbrengst (SO)) van de land- en tuinbouw tussen regioās. De glastuinbouw levert met de teelt van bloemen, planten en groenten een hoge standaardomzet per km2. Zodoende zijn de vestigingslocaties van deze sector duidelijk herkenbaar op de kaart van Nederland. De concentratie in de Greenports West-Holland, Aalsmeer en Venlo zorgt voor een grote economische intensiteit. Ook de economische betekenis van de glastuinbouw in de Bommelerwaard (Gelderland) en in Flevoland zijn duidelijk zichtbaar. De tuinbouw (glastuinbouw, bloembollenteelt en vollegrondsgroente) zorgt ook voor grote economische activiteit in de kop van Noord-Holland. De vleeskalverhouderij en pluimveehouderij dragen bij aan de grote economische intensiteit van de Gelderse Vallei. In Zuidoost-Nederland zijn economische concentraties zichtbaar vanuit de varkenshouderij en pluimveehouderij. De lagere intensiteiten behoren toe aan de grondgebonden sectoren (melkveehouderij en akkerbouw).
|
Op de Waddeneilanden, de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug is er eveneens een lagere intensiteit vanwege bos en natuurgebied.
Het totale ruimtebeslag van de land- en tuinbouw neemt langzaam af. In 2020 bedroeg het totale areaal cultuurgrond 1,81 miljoen ha ten opzichte van 1,98 miljoen ha in 2000. Dit is twee derde van het totale landareaal in Nederland. De landbouw verliest langzaam terrein aan natuur, recreatie en ārode functiesā als wonen en werken, bijvoorbeeld in de Randstad. Gedurende de laatste 20 jaar gaat het om gemiddeld 0,4% per jaar afname.
De kaart van de regionale verdeling is weergegeven in euro Standaardopbrengst (SO) per km2?grondoppervlakte. De SO wordt gebruikt als maatstaf om de omvang en specialisatiegraad van bedrijven vast te stellen. Per agrarisch product wordt een SO-norm vastgesteld. De SO-norm is een gestandaardiseerde opbrengst (in euro) per ha of per dier die met een gewas of diercategorie gemiddeld op jaarbasis wordt behaald. Opbrengsten uit bedrijfstoeslagen, subsidies en multifunctionele activiteiten zijn niet in de norm meegenomen. Voor biologische productiemethoden worden dezelfde SO-normen gehanteerd als voor gangbare productiemethoden. Voor de Landbouwtelling van 2020 zijn de nieuwe normen van prijsniveau 2017 gebruikt. De nieuwe normen zijn gebaseerd op kg opbrengsten en prijzen uit de jaren 2015-2019.
|