Productieomstandigheden - Akkerbouw |
Boven verwachting toch een gemiddeld oogstjaar
|
18-12-2024
|
De winter van 2024 was zacht, met een gemiddelde temperatuur van 6,3Ā°C; dit is duidelijk hoger dan het langjarig gemiddelde van 3,9Ā°C. Het was de derde warmste winter sinds 1901. De winter was nat, met landelijk gemiddeld 308 millimeter neerslag, terwijl normaal 204 millimeter wordt gemeten. De zon scheen slechts 173 uur, ruim onder het langjarig gemiddelde van 218 uur (KNMI, 2024). Deze natte winter volgde op een eveneens natte herfst 2023.
De lente was de warmste sinds het begin van de metingen, met een gemiddelde temperatuur van 11,8Ā°C, vergeleken met het langjarig gemiddelde van 9,9Ā°C. Ook deze periode was zeer nat, met 256 millimeter neerslag, tegenover het langjarig gemiddelde van 148 millimeter. Dit maakt de lente van 2024 een van de natste in de geschiedenis. De zon scheen maar 504 uur, wat duidelijk minder is dan het langjarig gemiddelde van 567 uur (KNMI, 2024).
Door de natte herfst en winter is er minder wintertarwe ingezaaid. Het ingezaaide areaal bedraagt 65% van vorig jaar. Bij een daling van het areaal wintertarwe is er over het algemeen een stijging van het areaal zomertarwe. Er is inderdaad bijna twee keer zoveel zomertarwe gezaaid, maar omdat ook de lente erg nat was, is het totaal aan winter- en zomertarwe alsnog slechts 75% van het areaal tarwe van seizoen 2023. Er is wel ongeveer 10% meer gerst gezaaid. Ook opkomende gewassen als vezelvlas en hennep groeien met respectievelijk 150% en 170%, bij elkaar opgeteld beslaat deze gewassen nu ongeveer 7.000 ha.
Met een gemiddelde temperatuur van 17,7 Ā°C tegen 17,5 Ā°C, was de zomer iets warmer dan het langjarig gemiddelde. De zomer was zonnig, met 701 uren zon, wat duidelijk meer is dan het langjarig gemiddelde van 641 uur. De neerslag was met 222 millimeter gemiddeld (KNMI, 2024).
De herfst was zacht, met een gemiddelde temperatuur van 11,6Ā°C, tegen normaal 10,9Ā°C. De herfst was vrij nat met 246 millimeter neerslag, terwijl het langjarig gemiddelde 222 millimeter is. Er waren veel zonnige momenten, met 374 uur zon, tegenover het langjarig gemiddelde van 349 uur, voornamelijk door een bijzonder zonnige septembermaand (KNMI, 2024).
Door het uitdagende voorjaar na een natte herfst en winter was de opbrengstverwachting laag. Met name de ziektedruk was hoog door de vele regen in het voorjaar. Door een zonnig en groeizame zomer is 2024 toch een gemiddeld jaar qua opbrengstniveau geworden, waarbij de oogstomstandigheden ook gunstig waren vergeleken bij vorig jaar. De uitzonderingen hierop lijken met name de granen en suikerbieten. Bij (winter)tarwe zijn bijzonder lage opbrengsten van ongeveer 7,5 ton per hectare behaald.
Ook dit jaar zullen de verschillen tussen regioās groot zijn. In sommige regioās heeft men minder regen gehad en ook het aantal zonuren is per regio verschillend. Dit heeft gevolgen voor de opbrengsten en kwaliteit van de gewassen en de geoogste producten.
|
|