Biologische landbouw - Land- en tuinbouw |
Lichte toename aantal biologische land- en tuinbouwbedrijven
|
19-12-2024
|
Het aantal gecertificeerde biologische land- en tuinbouwbedrijven in de CBS-Landbouwtelling (CBS, 2024a) is in 2024 ten opzichte van 2023 met 1,8% toegenomen tot 1.931. Hiermee vlakt de jaarlijkse groei, in lijn met voorgaande jaren, verder af en is het de laagste groei sinds 2016. In 2024 is het aandeel gecertificeerde biologische bedrijven toegenomen tot 3,8% van het totaal aantal land- en tuinbouwbedrijven in de CBS-Landbouwtelling.
Naast de biologische gecertificeerde agrarische bedrijven zijn er agrarische bedrijven die in omschakeling zijn naar biologische certificering. Zij zijn verplicht om een bepaalde periode volgens de normen van de biologische landbouw te werken, zonder dat zij hun producten als biologisch mogen verhandelen. SKAL heeft hier duidelijke richtlijnen voor (www.skal.nl). Omschakeling van gangbaar areaal naar biologisch gecertificeerd kan op twee manieren, namelijk gecertificeerd in omschakeling, waarbij het proces plaatsvindt onder toeziend oog van Skal biocontrole, of volgens het traject in omschakeling zonder certificaat. Dan vindt de toetsing door Skal biocontrole plaats aan het einde van het omschakelingstraject. De periode van omschakeling van landbouwgrond duurt 2 Ć” 3 jaar.
Het traject om gangbare landbouwdieren om te schakelen naar biologisch is vaak korter dan een jaar. Afhankelijk van het type landbouwdier kunnen melk, eieren en vlees, onder voorwaarden, binnen een jaar als biologisch op de markt gebracht worden. De meeste uitbreiding vindt plaats op natuurlijke wijze: voortplanting door biologisch gecertificeerde landbouwdieren.
Het aantal bedrijven gecertificeerd in omschakeling is in 2024 gedaald van 446 naar 419. Ook het aantal bedrijven in omschakeling zonder certificaat nam in 2024 af tot 170 bedrijven.
Een bedrijf kan deel uit maken van meerdere populaties, bijvoorbeeld zowel deels gecertificeerd biologisch als deels gecertificeerd in omschakeling. In 2024 is minder dan een kwart (22%) van de bedrijven gecertificeerd in omschakeling nieuw op dit gebied. Ruim driekwart (78%) heeft al biologisch gecertificeerde landbouwactiviteiten. Het volume van gecertificeerde biologische land- en tuinbouw (areaal en dieraantallen) groeit sneller dan het totaal aantal biologisch gecertificeerde bedrijven omdat er vooral uitbreiding is binnen de bestaande biologisch gecertificeerde bedrijven. Dit is ook terug te zien in de ontwikkeling van de gemiddelde teeltoppervlakte van biologische landbouwbedrijven met cultuurgrond. Deze is in 2024 toegenomen met 2,6% van 43 ha naar bijna 44 ha.
|
Groei in het biologisch areaal De ontwikkeling van het gecertificeerd biologisch areaal geeft het beste beeld hoe de Nederlandse biologische landbouw zich ontwikkelt in omvang. Dit criterium wordt ook gehanteerd in de doelstelling die is geformuleerd in het Actieplan voor groei van biologische productie en consumptie: āvan 4% biologisch landbouwareaal in 2021 naar 15% in 2030ā (LNV).
De groei van het biologisch landbouwareaal is minder dan 4,4% (3.610 ha) ten opzichte van 2023, het areaal komt in 2024 uit op 85.147 ha. Het aandeel gecertificeerd biologische areaal in het totaal areaal van de CBS-Landbouwtelling is toegenomen tot 4,7%. Grasland is qua oppervlakte het belangrijkste biologische gewas. Het biologisch areaal bestaat voor 76% uit grasland.
Van de 419 bedrijven gecertificeerd in omschakeling heeft de omschakeling betrekking op een areaaltotaal van 6.372 ha. Bij de 170 bedrijven die in omschakeling zijn zonder certificaat gaat het om 2.652 ha. Dit laatste is een forse toename van 46% (838 ha) ten opzichte van 2023. Als de groei van de arealen in omschakeling op dit niveau blijven, is de doelstelling om 15% van het landbouwareaal biologisch gecertificeerd te hebben niet haalbaar.
Minder schapen en geiten
Het aantal schapen is in 2024 afgenomen met 19,6% en kwam uit op 12,5 duizend. Het blauwtongvirus is de hoofdoorzaak van deze daling. Bij de geiten daalde het aantal met 10,7% tot 45,7 duizend dieren. Hier zijn economische redenen de belangrijkste oorzaak van de daling, namelijk stijgende voerkosten en afzetproblemen. De leghennen vormen de grootste biologisch gecertificeerde veestapel. In 2024 is het aantal biologische leghennen met 4,8% toegenomen tot 3,1 miljoen hennen. Dit weegt niet op tegen de daling in 2023 van 16,2% als gevolg van de vogelgriep. Het aantal biologische vleeskuikens nam toe met 16,9% naar ruim 212,0 duizend dieren, dat is een iets kleinere stijging dan in 2023 (16%).
De biologische varkensstapel daalde in 2024 licht met 1,6%. Ongeveer de helft van de 115,4 duizend biologisch varkens zijn vleesvarkens. De rundveestapel groeide in 2024 met 4,8% tot 88,5 duizend runderen, waarvan 47,0 duizend melk- en kalfkoeien.
De aantallen leghennen, vleeskuikens, geiten en varkens in omschakeling zijn gering. In verhouding tot de biologische veestapels van deze landbouwdieren gaat het om minder dan 1%. Voor schapen is het aandeel 11,0% en voor runderen 9,6%.
Regionale verschillen
Regionaal zijn er verschillen waarneembaar in de omvang van de biologisch land- en tuinbouw. In absolute aantallen heeft Gelderland met 384 de meeste gecertificeerde biologische bedrijven, goed voor 4,5% van het totaal aantal land- en tuinbouwbedrijven in Gelderland. Flevoland volgt met 232 bedrijven en heeft het grootste aandeel biologisch bedrijven, namelijk 14,4%. Noord-Brabant volgt met 197 bedrijven, maar slechts 2,2% van de land- en tuinbouwbedrijven in deze provincie is biologisch gecertificeerd.
De potentiƫle groei van biologische landbouw op de korte termijn zit in de bedrijven in omschakeling. Gelderland (69) en Friesland (48) zijn koplopers wat betreft aantal bedrijven in de gecertificeerde omschakeling. Noord-Brabant heeft het grootste areaal (899 ha) in omschakeling. De provincie Gelderland heeft met 30 bedrijven en 416 ha ook het hoogste aantal bedrijven en areaal in omschakeling zonder certificaat.
Gelderland heeft het hoogste aantal biologisch gehouden varkens (40,3 duizend) en kippen. In Gelderland worden 1,4 miljoen biologische kippen gehouden waarvan 1,3 miljoen leghennen. Friesland is met 16,0 duizend runderen koploper voor rundvee, waarvan 9,3 duizend voor de biologische melkproductie. Overijssel heeft met 8,6 duizend geiten en 2,8 duizend schapen de meest gecertificeerde geiten en schapen.
Bedrijfstypen, grondgebruik en opbrengsten
Graasdierbedrijven vormen de grootse groep van de biologisch gecertificeerde land- en tuinbouwbedrijven. In 2024 ging het 788 bedrijven, waaronder 546 melkveebedrijven. De hokdierbedrijven volgen met 303 bedrijven. Er zijn 300 biologische akkerbouw en 210 tuinbouwbedrijven. Graasdierbedrijven (41%) en hokdierbedrijven (16%) vormen samen 57% van de biologische bedrijven.
De inspanningen van alle biologisch gecertificeerde landbouwbedrijven levert Nederlands biologisch voedsel op, of grondstoffen voor biologisch voedsel. In 2023 produceerden zij 334 duizend ton koemelk, 34 duizend ton geitenmelk en 823 miljoen biologische eieren. Ten opzichte van het jaar 2022 is dat voor de biologische eieren een afname van 16% als gevolg van vogelgriep. Ze produceerden verder 16 duizend ton vlees (karkasgewicht), waarvan ruim 11 duizend ton varkensvlees. De belangrijkste biologische oogstgewassen voor menselijke consumptie waren de ingrediƫnten voor biologische hutspot: 39 duizend ton consumptieaardappelen, 66 duizend ton winterpeen en 41 duizend ton zaaiuien. Er is ook 70 duizend ton snijmais geoogst. De oogst van biologisch geteelde rode biet bedroeg 31 duizend ton tegen 22 duizend ton gangbare rode biet.
Omzet biologische landbouw
De activiteiten van de biologisch gecertificeerde bedrijven waren in 2023 goed voor een omzet van 1,2 miljard euro. De biologische graasdierbedrijven realiseerden in 2023 de meeste omzet: 356 miljoen euro, waarvan 266 miljoen werd gerealiseerd door de biologische melkveebedrijven. De biologische tuinbouwbedrijven volgen met 284 miljoen euro omzet. De glastuinbouwbedrijven uit deze groep behaalden een omzet van 243 miljoen euro. Regionaal gezien spande Gelderland in 2023 de kroon met 217 miljoen euro omzet, gevolgd door Flevoland met 168 miljoen euro.
|