|
Kies een thema
Liquiditeitsmonitor - Varkenshouderij
|
In 2020 valt de liquiditeitspositie van varkensbedrijven scherp terug na topniveau in het voorjaar
|
28-1-2021 |
Voor de varkenshouderij was 2020 een turbulent jaar met extremen. De varkenscyclus met pieken en dalen is nog steeds van toepassing, maar die cyclus wordt soms flink verstoord door uitbraken van ziekten en grenssluitingen zoals in 2020 ook duidelijk bleek. Bovendien lijken de extremen toe te nemen. Het eerste kwartaal verliep bijzonder goed, maar de uitbraak van het coronavirus en daarna de vaststelling van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen in Duitsland veranderde het varkensmarktbeeld drastisch.
|
De rekening-courant kwam in december 2020 uit op 81.000 euro. Dat is 29.000 euro lager dan december 2019 toen de rekening-courant op 110.000 euro stond. Maar het verloop van de liquiditeitspositie was in 2020 ongekend grillig. Begin 2020 zette de stijging van de liquiditeitspositie vanaf augustus 2019 door. De rekening-courant bereikte in maart een top van 170.000 euro. Dat was 70.000 euro hoger dan eind 2019 en 175.000 euro hoger dan in maart 2019. De gunstige rekening-courantpositie in het voorjaar was te danken aan de fors gestegen opbrengstprijzen.
Zowel de prijzen van biggen als van vleesvarkens profiteerden van de grotere vraag naar varkensvlees, vooral uit China. De uitbraak van AVP in China in 2018 heeft tot nu toe grote invloed op de Chinese productie en wereldwijde prijzen van varkensvlees. In China is de varkensstapel in 2019 gehalveerd door de Afrikaanse varkenspest, waardoor steeds meer behoefte was aan import van varkensvlees en -producten. Maar ook andere Oost-Aziatische landen hebben problemen met Afrikaanse varkenspest en daardoor een grotere importbehoefte van varkensvlees. Door de gunstige prijsontwikkelingen steeg de rekening-courantpositie naar de top van 170.000 euro in maart, toen in Nederland de coronacrisis uitbrak.
Varkensprijzen fors gedaald door coronacrisis en handelsbelemmeringen
Het hoge prijsniveau brokkelde in het voorjaar snel af door de coronacrisis. De wereldwijde uitbraak en snelle verspreiding van Covid-19 heeft geleid tot forse prijsdalingen door vraaguitval bij vooral de horeca en foodservicebedrijven. Ook heeft China de grenzen in de zomer enige tijd gesloten voor diverse slachterijen in Nederland, Duitsland en Denemarken met besmettingen onder medewerkers, uit angst voor herbesmetting met Covid-19. In september kreeg Duitsland bovendien te maken met Afrikaanse varkenspest (AVP) bij wilde zwijnen in de oostelijke gebieden. Dit is in de regio die grenst aan Polen, waar die ziekte al langere tijd heerst. Export van Duits varkensvlees naar derde landen, waaronder China, werd daardoor stilgelegd en moet een andere bestemming op de EU-markt vinden.
De combinatie van AVP en Covid-19 heeft ertoe geleid dat de EU-varkensprijzen in het tweede halfjaar zwaar onder druk kwamen. De biggenprijzen in Nederland daalden in dit jaar fors van 89 euro in maart naar 25 euro per big (inclusief toeslagen) in december door grote afzetproblemen op de exportmarkten. Dat komt deels ook omdat de slachtingen in Duitsland achterlopen op het aanbod aan slachtvarkens als gevolg van coronabesmettingen bij medewerkers in slachterijen. Daardoor komen minder vleesvarkensplaatsen vrij voor (Nederlandse) biggen. Ook de vleesvarkensprijzen kwamen in een duikvlucht terecht, zij het iets minder fors dan de biggenprijzen. In Nederland daalden de vleesvarkensprijzen van 1,86 euro per kg in maart met een derde naar 1,25 euro per kg in december.
De uitgaven van het gemiddelde varkensbedrijf waren in het vierde kwartaal van 2020 iets lager dan in 2019, vooral door lagere aankoopkosten van biggen op vleesvarkensbedrijven. De voerkosten zijn in het vierde kwartaal wel hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2019 door de oplopende prijzen van veevoergrondstoffen. Eerder in het jaar daalden de voerprijzen door de ruime beschikbaarheid van granen en de goedkopere dollar. Op jaarbasis zijn de voerkosten wel iets lager dan in 2019. Datzelfde geldt voor de totale uitgaven van het gemiddelde varkensbedrijf. De varkensbedrijven hebben minder geld aangetrokken en minder besteed aan investeringen.
Ook hebben banken aflossingen opgeschort en is minder belasting betaald.
Liquiditeitspositie van zeugenbedrijven onder druk door forse prijsdaling van biggen
De liquiditeitspositie van zeugenbedrijven is in het tweede halfjaar in rap tempo verslechterd door de forse daling van de biggenprijzen sinds maart. In het vierde kwartaal daalde de biggenprijs ver onder het niveau van de kostprijs waardoor de kasstroom 56.000 euro negatief werd en de stand van de rekening-courant daalde naar 12.500 euro eind december. Dat is bijna 40.000 euro beneden het niveau van eind 2019. Vooral in het eerste kwartaal was de liquiditeitspositie flink versterkt dankzij de hoge biggenprijzen. Maar in het tweede halfjaar is die buffer als sneeuw voor de zon verdwenen door de forse prijsdaling van biggen. De biggenprijzen lagen in het vierde kwartaal gemiddeld 44 euro (63%) onder het niveau van hetzelfde kwartaal van 2019. Op jaarbasis is het prijsverschil een stuk kleiner (12%), vooral dankzij het gunstige eerste kwartaal. Wel is daardoor de liquiditeitspositie aangetast, nadat die vooral in het eerste kwartaal flink was versterkt. Vanaf april heeft de biggenhandel veel last van prijsdruk door de coronacrisis en problemen om biggen geplaatst te krijgen. Vooral de export van biggen naar Duitsland is lastiger geworden door de ontstane achterstand in slachtingen en doordat derde landen in september de import van Duits varkensvlees hebben verboden vanwege de Afrikaanse varkenspest bij gevonden wilde zwijnen nabij de Poolse grens.
De rekening-courantpositie van vleesvarkenshouders is eind 2020 vrijwel gelijk aan een jaar geleden. Ultimo december 2020 was de stand van de rekening-courant 116.600 euro. Dat is 800 euro hoger dan ultimo december 2019. Binnen het jaar zijn er wel grote verschillen te zien. In januari en februari verbeterde de liquiditeitspositie sterk, vooral dankzij de hogere verkoopprijzen voor vleesvarkens. De daling van de rekening-courant in de maanden april-juli is vooral veroorzaakt door lagere verkoopprijzen voor vleesvarkens en hogere voerkosten. De biggenprijzen daalden ook fors, maar dat gaf onvoldoende compensatie. In de maanden augustus-november steeg de rekening-courantpositie weer iets door verdere daling van de biggenprijzen. In de laatste twee maanden zakte de rekening-courantpositie richting het niveau van december 2019.
De opbrengstprijs van vleesvarkens lag in december 35% onder het niveau van december vorig jaar. De daling van de biggenprijs was met 68% nog forser en resulteerde in een prijs van 25 euro in december 2020 (zie figuren met maandprijzen). Op jaarbasis zijn de prijsdalingen minder spectaculair met 7% voor vleesvarkens en 12% voor biggen.
Fluctuaties in de varkenssector zijn vooral duidelijk zichtbaar in de zeugenhouderij omdat voor vleesvarkensbedrijven de schommelingen vaak worden verzacht door meebewegende biggenprijzen. De derde groep, de ‘gesloten varkensbedrijven’ met zowel zeugen als vleesvarkens, heeft ook te maken met grote schommelingen in de liquiditeitspositie omdat die bedrijven vooral afhankelijk zijn van de verkoopprijzen van vleesvarkens die op dezelfde bedrijven eerst als biggen zijn geproduceerd en opgefokt. Deze groep heeft sinds maart te maken met een flinke liquiditeitsdaling, omdat tegenover lagere opbrengsten van vleesvarkens nauwelijks lagere kosten staan. In het derde kwartaal daalden de voerkosten wel iets, maar die voerkosten werden richting eind van het jaar weer hoger.
Na een flinke stijging begin 2020, zijn bijschrijvingen op rekening-courant gedaald
Onderstaande figuren geven de totale bij- en afschrijvingen per maand op de rekening-courant weer vanaf 2019. In de periode januari tot april 2020 zijn de cumulatieve bijschrijvingen duidelijk hoger geweest, vooral door hogere opbrengsten van vleesvarkens en biggen. In dezelfde periode liggen ook de afschrijvingen van de rekening-courant op een hoger niveau, wat deels verklaard wordt door hogere uitgaven voor biggen op vleesvarkensbedrijven en hogere aflossingen. De gunstige gang van zaken was voor een aantal bedrijven aanleiding voor meer investeringen in de periode oktober tot en met februari, grotendeels gefinancierd met nieuwe leningen. Daardoor zijn in oktober-december 2019 zowel de afschrijvingen (opname voor investeringen) als de bijschrijvingen (storting van nieuwe kredieten/leningen) verder toegenomen. In mei trad een scherpe daling op van de bijschrijvingen, die daarna langere tijd op een lager niveau liggen door gedaalde opbrengstprijzen.
Driekwart van de bedrijven heeft een positief rekening-courant saldo
In de eerste helft van 2020 stonden veel minder bedrijven in het rood dan vorig jaar. Dat percentage is gedaald van 45% in het tweede kwartaal van 2019 naar 17% in het tweede kwartaal van 2020. Daarna verslechterde het beeld want eind 2020 had een kwart van de varkensbedrijven een negatief saldo op de rekening-courant. Dat is iets hoger dan eind 2019 toen 17% van de bedrijven rood stond. Een negatief saldo betekent niet automatisch dat er betalingsproblemen zijn. Het saldo kan ook laag of negatief zijn omdat er bijvoorbeeld investeringen zijn gedaan of leningen zijn afbetaald. Bedrijven hebben in het vierde kwartaal wat stappen achteruit gemaakt. Dat is vooral te zien bij het stijgende percentage bedrijven in de groep met minder dan -50.000 euro en de groep 0-25.000 euro vergeleken met het vierde kwartaal van 2019. Het aantal bedrijven met een positieve stand van meer dan 25.000 euro op de rekening-courant is navenant gedaald, van 74% per eind 2019 naar 61% per eind 2020. Er is dus een verslechtering van de rekening-courantpositie opgetreden. Dat beeld is in de loop van het jaar minder gunstig geworden, met een versnelling in het vierde kwartaal. Toch heeft driekwart van de varkensbedrijven eind 2020 een positief rekening-courant saldo.
De veranderingen in aandelen van de bedrijven per klasse kunnen soms relatief klein zijn. Dit wil echter niet zeggen dat de situatie per bedrijf niet sterk kan verschillen. Onderstaande figuur toont hoe varkensbedrijven tussen de perioden van de ene naar de andere klasse verschuiven. Doorgaans verandert het grootste gedeelte van de bedrijven op korte termijn niet van klasse.
Vooruitzichten Een aantal factoren speelt een rol bij de vooruitblik op de varkensmarkt in dit jaar 2021 en daarna.
Er vanuit gaande dat Covid-19 in de loop van 2021 in toenemende mate onder controle komt, kan de verkoop van varkensvlees via de foodservice weer toenemen. Onduidelijk is of pre-Covid-19 consumptiepatronen van varkensvlees qua plaats (horeca vs. thuis) en volumes zullen terugkeren.
In Duitsland is de afgelopen maanden een varkensfile ontstaan ter grootte van een volle week achterstand in slachting en verwerking. De verwachting is dat deze achterstand de komende maanden weggewerkt zal gaan worden. Dat wordt versneld zodra Covid-19 meer in de grip komt, aangezien het dan eenvoudiger zal zijn om voldoende medewerkers in te zetten.
De uitbraken van Afrikaanse varkenspest in Duitsland onder wilde varkens zijn nog niet onder controle, gezien de nog steeds uitbreidende aantallen gevonden besmette dieren. De genomen maatregelen om de zwijnenstand in de betreffende regio te verkleinen en niet te laten uitzwermen naar andere regio’s zullen naar verwachting wel leiden tot een situatie die niet verder verergert. Maar ook dan heeft Duitsland naar verwachting nog minstens een jaar te maken met exportbelemmeringen naar niet-Europese bestemmingen. Gesprekken over een regionalisering binnen Duitsland (alleen exportverbod voor getroffen regio, de rest kan wel vrij exporteren) met de Chinese overheid maken een beperkte kans op succes, aangezien de Chinese overheid de Duitse handelsvolumes niet dringend nodig heeft. Dat betekent dat de Duitse volumes die zij niet zelf consumeren, op de Europese markt zullen worden afgezet. Dit kan alleen gecompenseerd worden door afzet naar niet-Europese bestemmingen vanuit andere landen, zoals Spanje, Denemarken, Nederland. Dat gebeurt ook wel, maar de aantrekkelijkheid van derde (niet-Europese) markten is wel wat aan het afnemen. Dit probleem wordt nog versterkt doordat de varkens in Duitsland extra zwaar zijn als ze geslacht worden, als gevolg van de verwerkingsachterstand.
De marktprijs voor slachtvarkens in China is een indicator voor de aantrekkelijkheid van deze afzetmarkt. Momenteel (januari 2021) liggen deze op circa 4,50 euro per kg levend gewicht, wat ook voor Chinese begrippen een hoog niveau is. Echter hangt dit ook samen met het Chinese Nieuwjaar dat vanaf 12 februari gevierd gaat worden. Historisch gezien wordt er dan in familiekring veel varkensvlees gegeten, wat een prijsopdrijvend effect heeft. Het ligt voor de hand dat de prijs met enkele weken over de top is en uitkomt op een niveau dat meer indicatief is voor de structurele importvraag.
De biggenprijs in Nederland ligt op een laag niveau, maar begint langzamerhand wel aan de seizoensgebonden opleving. Dat daar ruimte voor is, is een indicatie dat er vertrouwen is in een verbetering van de varkensmarkt in de komende maanden. Dat hangt ook samen met de krimp in de varkensstapel in Nederland als gevolg van de Saneringsregeling varkenshouderij. We verwachten een krimp van in totaal 6-7% van de varkens, waarbij de krimp in aantal zeugen relatief wat groter zal zijn dan van de aantallen vleesvarkens. Deze krimp is vanaf medio 2020 al ingezet en zal doorlopen tot ongeveer zomer 2021. Dit resulteert in minder biggen en daarmee een ontlasting van het aanbod van varkens.
Daar komt bij dat het biggenaanbod in Duitsland naar verwachting ook krimpt. Covid-19 en Afrikaanse varkenspest hebben geleid tot een periode van lage prijzen, waardoor varkenshouders sneller geneigd zijn om te stoppen. Daar overheen komt echter de langlopende maatschappelijke en politieke discussie over welzijnseisen in de varkenshouderij. De politiek heeft zich nu uitgesproken dat er hogere eisen gesteld gaan worden aan de houderij, wat vooral een uitwerking heeft op de zeugenhouderij. Guste en kraamzeugen moeten beduidend meer ruimte krijgen, wat voor veel bedrijven nauwelijks realiseerbaar is. Deze bedrijven dienen eind 2023 een plan in te dienen hoe ze deze maatregelen zullen gaan implementeren. Daar hebben ze dan nog tot en met 2025 tijd voor om dit waar te maken. We verwachten daarom dat veel zeugenhouders de komende jaren zullen besluiten te stoppen met hun bedrijf. Dit zal leiden tot een substantiële krimp in aantal zeugen, en daarmee van de bigproductie.
Een andere factor die momenteel een rol speelt is de stijgende voerprijs. Prijzen stijgen met percentages in dubbele cijfers over een periode van enkele maanden. Een belangrijke trigger is het herstel van de -wederom- Chinese varkensstapel, waarvoor veel voeringrediënten nodig zijn. Dit legt een druk op de wereldmarktprijs voor voergrondstoffen. Hoe prijzen zich verder zullen ontwikkelen, is onduidelijk. Future prijzen voor sojaschroot en mais voor voorjaar 2021 liggen in de orde van 20-25% hoger dan de gerealiseerde prijzen in december 2020. Nu zal dit niet een op een eenzelfde prijsverhoging voor varkensvoer betekenen, dat gaat iets gematigder en uitgesmeerd over wat langere tijd, maar ook een verhoging van bijvoorbeeld 10% in het eerste kwartaal van 2021 ten opzichte van de prijzen eind 2020 lijkt zeker denkbaar. Dit legt een druk op de liquiditeit van varkenshouders en kan ook negatief uitwerken op de toekomstverwachtingen. Andersom gezegd zal het de overweging versterken bij varkenshouders om eventueel te stoppen.
Verder vooruitkijkend: de exportvolumes naar China vanuit Nederland zullen wel kleiner worden, aangezien het herstel van de varkensproductie verrassend snel gaat. Een productieniveau van 90% in 2021 van de volumes van voor AVP, zoals de Chinezen claimen, kan wel eens een overtrokken verwachting zijn, maar een duidelijke krimp in importbehoefte ligt voor de hand. Daarbij zal de stroom vanuit de EU per definitie in het nadeel zijn ten opzichte van handelsstromen vanuit de VS of Brazilië, gezien de relatief hoge productiekosten in de EU.
Conclusie: we verwachten een verbetering van de marktprijzen in het eerste halfjaar, waarbij de biggenprijzen voorop zullen lopen. Dit zal ook nodig zijn om stijgende voerprijzen te compenseren. De komende paar jaren zal het aan de ene kant gaan om een afnemende vraag naar varkensvlees op de wereldmarkt en anderzijds een krimpend aanbod van varkens door stoppende varkenshouders in Nederland en Duitsland. Zolang Afrikaanse varkenspest niet in Nederland komt en Covid-19 niet weer oplaait, is het vooruitzicht voor varkenshouders niet negatief.
|
Referenties |
•Dit artikel is tot stand gekomen vanuit het topsectorenbeleid van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en is een product van samenwerking tussen Wageningen Economic Reserach, ABN AMRO en Agrifirm. De data van de figuren zijn afkomstig van bedrijven uit het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research, een representatieve steekproef van landbouwbedrijven uit de CBS-Landbouwtelling die groter zijn dan 25.000 euro Standaardopbrengst (SO). De data hebben betrekking op varkensbedrijven groter dan 100.000 euro SO. •De inkomenspositie van varkensbedrijven is terug te vinden op BINternet. •Actuele prijsontwikkeling per maand van varkens. •De Barometer Agrarische Sector geeft een beeld van actuele ontwikkelingen van het saldo van vleesvarkens- en zeugenbedrijven. •Toelichting bij gebruik van de stroomfiguur: de twee staven geven de aandelen bedrijven per klasse in de gekozen kwartalen weer. Het middengedeelte tussen de staven geeft de verschuiving weer van bedrijven tussen de genoemde perioden. Als je met de muis op een van de klassen gaat staan, kun je zien waar hoeveel bedrijven naar toe stromen (als je op een klasse in de linkerstaaf staat) of waar ze vandaan komen (als je op een klasse in de rechterstaaf staat).
|
Meer informatie |
| Toelichting indicator |
| Thema omschrijving |
| Beleidsinformatie |
| Archief |
|
naar boven
| Loading… |
|
|