Betekenis van de agrosector - Land- en tuinbouw
|
Aandeel agrocomplex in Nederlandse economie in 2023 gestegen
|
| 3-10-2025 |
De agrarische sector - opgebouwd uit de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij - is nauw verweven met andere delen van de economie. Enerzijds is agrarische productie nauwelijks mogelijk zonder toelevering van goederen en diensten zoals veevoer, kunstmest, energie, machines, stallen, kassen, veterinaire en zakelijke diensten; anderzijds vergen ruwe agrarische producten verwerking in de voedingsmiddelenindustrie, handel en distributie voordat ze op het bord van de consument terechtkomen. Het geheel van directe en indirecte activiteiten rond de agrarische sector kan als een samenhangende keten worden gezien, die vaak wordt aangeduid als het agrocomplex.
|
De keten in beeld In deze benadering staan de primaire sector en de verwerkende industrie van voedings- en genotmiddelen centraal en wordt de omvang van het agrocomplex bepaald door wat de primaire sector en de verwerking nodig hebben van toelevering en logistiek om de producten voort te brengen. De primaire sector is samen met de verwerking feitelijk de spin in het grotere web van agroactiviteiten. Deze insteek is historisch gegroeid, en vooral ingegeven door de wens een keten ‘van grond tot mond’ in beeld te brengen. Dit verklaart ook waarom de invoer en verwerking van producten als koffie, thee en cacao is inbegrepen in de cijfers, maar de export van toeleveranciers aan buitenlandse primaire producenten en verwerkers niet.
Agrocomplex draagt voor ongeveer 7,3% bij aan het bruto binnenlands product De toegevoegde waarde van het totale agrocomplex bedroeg in 2023 – het meest recente jaar waarvoor de cijfers beschikbaar zijn – ruim 77 mld. euro. Hiermee komt het agrocomplex, gemeten over de afgelopen vijf jaar, op het hoogste niveau uit. Omdat de nationale economie in 2023 iets minder hard groeide dan het agrocomplex, is de bijdrage van het totale agrocomplex aan het bruto binnenlands product (bbp) gestegen van 7,1% in 2022 tot 7,3% in 2023. Het aandeel van het agrocomplex in het nationale totaal schommelt al jaren rond de 7%.
Een deel van de activiteiten van het totale agrocomplex hangt samen met de verwerking van geïmporteerde agrarische grondstoffen, zoals cacao, granen, soja en tabak. De toegevoegde waarde van het agrocomplex gebaseerd op de verwerking van buitenlandse agrarische grondstoffen is ongeveer 3% van het bbp; die van het agrocomplex gebaseerd op binnenlandse agrarische grondstoffen ligt de laatste vijf jaar rond de 4% en kwam in 2023 uit op 4,2% (circa 45 mld. euro). In het deel van het agrocomplex dat enkel gebaseerd is op binnenlandse agrarische grondstoffen, waren toelevering (36%) en primaire productie (31%) samen verantwoordelijk voor twee derde van de toegevoegde waarde.
Aandeel agrocomplex in nationale werkgelegenheid 7,5% in 2023 De werkgelegenheid in het totale agrocomplex is in 2023 iets gedaald tot ongeveer 621.000 arbeidsjaren, wat 7,5% is van de totale nationale werkgelegenheid. Door de jaren heen schommelt de toegevoegde waarde per arbeidsjaar wat. Gemiddeld komt deze voor 2023 uit op rond de 124.000 euro. Met ruim 150.000 euro is deze het hoogst in de verwerking van binnenlandse agrarische grondstoffen en het laagst in de primaire sector, namelijk circa 100.000 euro. In vrijwel alle onderdelen van de productiekolom is er een lichte afname van de werkgelegenheid. De totale werkgelegenheid in het op binnenlandse agrarische grondstoffen gebaseerde agrocomplex is in 2023 afgenomen tot 387.000 arbeidsjaren. Primaire productie en toelevering voorzien met totaal 69% in de meeste werkgelegenheid, met een aandeel van respectievelijk 36 en 33%.
Akkerbouw grootste deelcomplex met dank aan verwerking van buitenlandse agrarische grondstoffen Het akkerbouwcomplex is met een toegevoegde waarde van bijna 39 mld. euro in 2023 opnieuw het grootst binnen het totale agrocomplex. Dit is in belangrijke mate gebaseerd op de verwerking van buitenlandse agrarische grondstoffen zoals koffie, thee, cacao, en plantaardige oliën en vetten. Ook de verwerking en invoer van veevoergrondstoffen wordt toegerekend aan het akkerbouwcomplex, voor het deel dat het aan niet-landbouwsectoren levert of exporteert. De rest van de invoer van veevoergrondstoffen is inbegrepen bij de toelevering aan de veehouderijsectoren.
Op de tweede plaats staat het grondgebonden veehouderijcomplex met een toegevoegde waarde van bijna 13,0 mld. euro.
Grondgebonden veehouderij grootste deelcomplex op basis van verwerking van binnenlandse agrarische grondstoffen
Binnen het agrocomplex gebaseerd op de productie en verwerking van binnenlandse agrarische grondstoffen heeft het grondgebonden veehouderijcomplex ook in 2023 het grootste aandeel in de toegevoegde waarde (28%) en de werkgelegenheid (32%). Het aandeel in de toegevoegde waarde van het op binnenlandse agrarische grondstoffen gebaseerde agrocomplex was rond de 19% voor het glastuinbouwcomplex en 21% voor het intensieve veehouderijcomplex, voor het akkerbouwcomplex was dit 17%. Het aandeel in de werkgelegenheid van het totale op binnenlandse agrarische grondstoffen gebaseerde agrocomplex was rond de 19% voor zowel het akkerbouwcomplex als voor het glastuinbouwcomplex en voor het intensieve veehouderijcomplex.
Binnen het agrocomplex gebaseerd op binnenlandse agrarische grondstoffen is de primaire productie in de (glas)tuinbouw en visserij voor respectievelijk ruim 60% en bijna 70% verantwoordelijk voor de toegevoegde waarde. Dit is het gevolg van het vrijwel ontbreken van de verwerking van binnenlandse agrarische grondstoffen in deze complexen. In de (glas)tuinbouw en visserij gaat het veelal om producten die zonder verdere verwerking worden afgezet. In de akkerbouw (21%), grondgebonden veehouderij (35%) en intensieve veehouderij (15%) ligt dit aandeel een stuk lager. In deze drie complexen speelt verwerking van binnenlands geproduceerde agrarische producten wel een belangrijke rol.
Export levert grote bijdrage aan toegevoegde waarde en werkgelegenheid agrocomplex Een belangrijk deel van de activiteiten van het agrocomplex hangt samen met de export van onbewerkte en bewerkte agrarische producten. De export draagt voor ongeveer driekwart bij aan de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid van het totale agrocomplex. Per deelcomplex loopt de exportafhankelijkheid licht uiteen: van rond de 70% voor het akkerbouw- en de veehouderijcomplexen tot ruim 80% voor de tuinbouwcomplexen en het visserijcomplex.
Wegens een revisie van de cijfers kunnen deze afwijken van eerder gepubliceerde cijfers.
|