Branchegegevens export - Visserij
|
De export daalde licht in 2023, na jaren van stijgende export
|
31-5-2024 |
In 2023 daalde de exportwaarde licht (-3%) vergeleken met een jaar eerder. De totale waarde van export kwam uit op 6,2 mld. euro in 2023. In 2020 werd de handel wereldwijd nog bemoeilijkt door (internationale) logistieke belemmeringen en minder consumptie van vis door tijdelijke lockdowns met gesloten horeca en minder toerisme vanwege de COVID-19 pandemie.
|
Na deze dip is er al jaren groei in de export. Die groei is vooral gerealiseerd doordat meer grondstoffen (nog verder te ver- en bewerken visproducten) uit het buitenland worden geïmporteerd. Het aanbod van verse Noordzeevis is de afgelopen jaren afgenomen. Deze afname is opgevangen door meer wild gevangen vis uit derde landen zoals IJsland en Denemarken en meer aquacultuurproducten uit Noorwegen en Azië te importeren. De visverwerkende bedrijven zetten steeds meer in op deze niet-Noordzeevis. Het risico bestaat dat in Nederland wel aandacht is voor investeringen in verduurzaming en het behoud van een visserijvloot en dat er geen aandacht is voor het behoud van de verwerkende keten van Noordzeevis. Steeds meer Nederlandse visverwerkende bedrijven wijken noodgedwongen en structureel uit naar niet-Noordzeevis met andere verwerkings- en productielijnen dan die voor de traditionele platvis zoals schol en tong.
Waar de groei in exportwaarde nog 19% was van 2021-2022 werd de lichte daling met 3% van 2022-2023 met name veroorzaakt door inflatie en dalend aanbod wereldwijd van hoger geprijsde visproducten. In het algemeen verkiezen consumenten goedkopere visproducten en in kleinere porties en eten minder vaak vis. In 2023 was het exportvolume 1.298.000 ton (1,3 mld. kg). Een daling van 2% in vergelijking tot het volume een jaar eerder. In de tienjarige periode 2014-2023 groeide de exportwaarde sterk, namelijk met 82% (van 3,4 naar 6,2 mld. euro).
Naast de groei van de handel in visproducten zijn er ook uitdagingen door de snel opeenvolgende veranderingen in de markt. Na veranderingen in de internationale markt als gevolg van de COVID-19-pandemie en de Brexit zorgen de gestegen energie- en transportprijzen voor een stijging van de productiekosten.
Door ontwikkelingen in de wereld die leidden tot internationale spanningen kreeg de wereldwijde handel in vis, en dus ook de Nederlandse handel, met logistieke uitdagingen te maken. Door de onrust in het Midden-Oosten met aanvallen op containervrachtschepen in de golf van Jemen worden logistieke stromen minder goed voorspelbaar. Andere logistieke wegen zijn mogelijk maar zouden meer transporttijd en -geld kunnen kosten. Niet alleen de onrust door oorlogen zorgen voor logistieke uitdagingen. Ook protectionisme vanuit handelsoorlogen (bijvoorbeeld Amerika-China) zorgen voor snel veranderende valutakoersen, die de handel bemoeilijken. Dichter bij huis staan visverwerkende bedrijven voor de uitdagingen van congestie op het energienet en onzekerheid over drinkwaterlevering door schaarste bij de watervoorzieningsbedrijven. Visverwerkende bedrijven die afhankelijk zijn van hun koelhuizen en waterfaciliteit bij het ver- en bewerken van de visproducten kunnen niet zonder energie en schoon drinkwater in de bedrijfsprocessen.
Een andere uitdaging is het opschorten van het duurzaamheidskeurmerk Marine Stewardship Council (MSC) voor bepaalde (plat)vis uit de Noordzee. Het betreft het opschorten van het keurmerk voor bijvoorbeeld Noordzeetong vanwege onzekerheid over de aanwas en duurzaamheidsniveau volgens de wetenschap. Daarnaast is het keurmerk opgeschort voor de visbestanden bevist met de tuigen boomkor en twinrig waar veel rode poon wordt bijgevangen. Het verliezen van het MSC-keurmerk heeft nadelige gevolgen voor de afzet, met name aan supermarkten in Noord-Europa die het MSC vereisen van leveranciers.
Ondanks meerdere uitdagingen dichtbij en ver weg liggen er kansen voor de Nederlandse visverwerking en handel om hun positie als belangrijke internationale speler in de vishandel te verstevigen. De verwachting is dat de vraag naar verantwoorde visproducten als duurzaam alternatief voor vlees zal toenemen. Nederlandse bedrijven kunnen zich onderscheiden van lage(re)loonlanden door maximaal in te zetten op toegevoegde waarde en vis te verwerken tot luxe convenience producten voor consumenten die buitenshuis of juist thuis &39;uit eten’ wensen te gaan. De gezondheidsvoordelen van vis vanuit de schijf van vijf pleiten voor regelmatige consumptie van met name vette vissoorten.
Bestemmingen: EU bleef de belangrijkste (interne) markt met 81% van de exportwaarde Nederland verwerkt en verhandelt vis vooral voor de (interne) EU-markt. Het aandeel van de exportwaarde naar andere EU-landen is al jaren ongeveer 80%. De resterende export is voor een belangrijk deel diepgevroren pelagische hele vis die in Afrika als betaalbare en voedzame eiwitbron dient voor miljoenen mensen. Nederland fungeert als ‘visdraaischijf’ in Europa, door onder andere de gunstige ligging ten opzichte van de rest van Europa en de goede infrastructuur. Nederland vervult met de export van diepgevroren pelagische vis (haring, makreel etc.) een rol in de voedselvoorziening in Afrika. Daarnaast is Nederland een belangrijke speler in het beleveren van visproducten aan horeca (via de groothandel) en grootwinkelbedrijven (zoals supermarkten) binnen Europa.
Duitsland, Frankrijk en België zijn de belangrijkste afzetmarkten voor Nederlandse bedrijven. De totale exportwaarde van visproducten uit Nederland was verdeeld over Duitsland (19%, met een exportwaarde van circa 1,2 mld. euro), België (14%), Frankrijk (12%), Spanje (9%) en Italië (7%) als belangrijkste exportmarkten. Noemenswaardig is dat het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de top 10 is verdwenen van belangrijkste landen voor de export van visproducten. De handel met het VK neemt al jaren af en dit is sinds de Brexit versterkt door de toegenomen administratieve handelingen (vereist gezondheidscertificaat en vangstcertificaten). Voor visproducten zijn vertragingen door douanecontroles in havens een risico dat Nederlandse visgroothandels mogelijk zullen vermijden.
Als export wordt uitgedrukt in volume, dan is Nigeria de grootste exportmarkt met 15%, goed voor 199.800 ton (0,2 mld. kg). De export naar Afrikaanse landen bestaat voor het grootste deel uit diepgevroren pelagische hele vis, zoals haring, blauwe wijting, makreel en horsmakreel. Als tweede belangrijkste markt qua exportvolume volgt Duitsland (13% van het totale exportgewicht). Duitsland is een grote afnemer van vooral garnalen en in toenemende mate zalmproducten. Verder volgden nog: Frankrijk met varia aan vis (vooral kabeljauw); België (vooral mosselen); China met bevroren kabeljauwachtigen (waaronder wijting- en koolvissoorten); en Spanje en Italië met platvis (schol, tong en tarbot) maar ook in toenemende mate inktvis, zalm en schaaldieren zoals langoustine.
|