Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

     
Voedsel-Economisch Bericht
Kies een thema
Internationaal

Agrarische keten

Primaire sector

Consumptie

 
 
 
 
  
Betekenis van de agrosector - Grondgebonden veehouderij

Relatief lage toegevoegde waarde per arbeidskracht op de primaire bedrijven in de grondgebonden veehouderij
3-7-2024
Het grondgebonden veehouderijcomplex bestaat uit de gespecialiseerde primaire melkveebedrijven (13.597 in 2022) en de overige graasdierbedrijven (schapen, paarden en geiten; 10.054 bedrijven in 2022), slachterijen, de zuivelindustrie, en de toeleveranciers en distributiebedrijven voor het deel dat deze sectoren aan de primaire grondgebonden veehouderijbedrijven of de verwerkende industrieën leveren. Tot de belangrijkste leveranciers van het grondgebonden veehouderijcomplex horen onder meer de loonwerkbedrijven, de kunstmest- en veevoederindustrie en de zakelijke dienstverlening (adviesbureaus, accountants).

Toegevoegde waarde grondgebonden veehouderijcomplex
De toegevoegde waarde van het grondgebonden veehouderijcomplex bedroeg circa 11,4 mld. euro in 2022, een toename van meer dan 2 miljard euro ten opzichte van 2021. Het aandeel van het grondgebonden veehouderijcomplex in het bruto binnenlands product (bbp) schommelt sinds 2010 rond de 1,2%. Het aandeel van de primaire sector in de toegevoegde waarde was in 2021 nog ruim 13% en is in 2022 gestegen tot 24,5%. In 2017 lag dit aandeel ook op bijna 25%, wat vooral is toe te schrijven aan de goede melkprijs in 2017 met bijgevolg hoge inkomens voor melkveehouders. De stijging in 2022 ten opzichte van 2021 komt ook op het conto van de flink gestegen melkprijs. De toelevering is met een aandeel van 43,5% de grootste schakel.

In deze berekeningen wordt ervan uitgegaan dat de toegevoegde waarde van het grondgebonden veehouderijcomplex volledig samenhangt met de verwerking van binnenlandse agrarische grondstoffen door de zuivelindustrie; de hoeveelheid geïmporteerde agrarische grondstoffen (melk) is zo klein dat een opsplitsing van het grondgebonden veehouderijcomplex naar binnen- en buitenlandse agrarische grondstoffen niet relevant is.


Werkgelegenheid grondgebonden veehouderijcomplex
De totale werkgelegenheid van het grondgebonden veehouderijcomplex is vrij constant en lag in 2022 op ongeveer 120.000 arbeidsjaren, oftewel 1,5% van de nationale werkgelegenheid. Primaire bedrijven verschaffen met 37,5% de meeste werkgelegenheid. Dit aandeel is stabiel en aanzienlijk hoger dan het aandeel van de primaire bedrijven in de toegevoegde waarde van het grondgebonden veehouderijcomplex (circa 24,5% in 2022). Dit duidt op een relatief lage toegevoegde waarde per arbeidskracht op de primaire bedrijven in vergelijking met de andere schakels in het cluster. Na de primaire productie komen de toeleverende bedrijven, met een aandeel van 37% in de totale werkgelegenheid van dit complex. Verwerking was goed voor 15% van de werkgelegenheid en distributie voor 10%.

Wegens een revisie van de cijfers kunnen deze afwijken van eerder gepubliceerde cijfers.


Kies een indicator
Deze informatie voor

Contactpersoon
David Verhoog
070-3358180
 


Meer informatie
Toelichting indicator
Onderwerp omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


naar boven