Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Sectoren > Akkerbouw
     
Akkerbouw
Kies een thema
Algemeen

Economie

Maatschappij

Milieu

  
   
   
   
Kies een indicator
Contactpersoon
Anne-To Vervelde
0317-482629
 

Deze informatie voor andere sectoren
  • Aardappel
  • Van tarwe naar brood
  • Van rundvee naar rundvlees
  • Van varkens naar varkensvlees
  • Van vleeskuiken naar pluimveevlees
  • Eieren
  • Van melk naar melk en zuivel
  • Producten per schakel
  • Groenten
  • Fruit

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >

Actuele voedselprijzen - Aardappel

Dalende consumentenprijzen, telerprijzen weer in de lift
18-3-2025

De consumentenprijsindex van aardappelen is in januari 2025 uitgekomen op 121 punten (2020=100). Dat is ruim 2% hoger dan in november 2024 en 5% lager dan in januari 2024. De prijsindex af boerderij is gestegen met ruim 20% naar 209 punten begin dit jaar. Dit niveau ligt ruim 10% hoger dan in januari 2024. De prijsindex van de verwerkende industrie kwam in januari 2025 uit op 164 punten, een kleine 1% hoger dan in november 2024 en ruim 4% hoger dan dezelfde maand vorig jaar.




Prijsontwikkeling
De consumentenprijsindex van aardappelen is in januari uitgekomen op 120 punten (2020=100). Dat is 5% lager dan in november 2024 en ruim 2% hoger dan in januari 2024. De licht dalende trend sinds de oogst in juli/augustus houdt nog aan in de consumentenprijs. Deze trend toont dat de consumentenprijsindex de stijgende trend in af-boerderijprijzen volgt met een kleine vertraging en een sterk gedempt effect.

De prijsindex af boerderij is gestegen naar 209 punten (2020=100), een stijging van ruim 20% ten opzichte van november 2024. De beperkte hoeveelheid aardappelen die nu uit voorraadschuren wordt gehaald keert de dalende trend in de prijzen van de afgelopen maanden na de recordhoogte van 426 punten in juli dat jaar. Elk jaar is het seizoenspatroon van dalende prijzen na de oogst in juli/augustus en stijgende prijzen vanaf december/januari zichtbaar. Het nieuw plantseizoen is inmiddels van start gegaan en het verloop hiervan zal bepalen in hoeverre verdere prijsstijgingen zullen volgen. Naar verwachting zullen de af-boerderijprijzen op een hoger niveau blijven in de komende jaren. Dit komt door hogere kosten van de aardappelteelt als gevolg van klimaatrisico’s waarvoor de telers gecompenseerd moeten worden.

De totale productie van de Nederlandse consumptieaardappeloogst in 2024 komt uit op 3,3 miljoen ton. Dat is lager dan de 3,6 miljoen ton die het CBS in oktober had genoemd in de voorlopige oogstraming. In totaal is er in 2024 circa 50,000 ton minder geoogst dan in 2023, voornamelijk doordat de opbrengsten per hectare achterbleven. Gemiddeld is er 43,3 ton consumptieaardappelen per hectare geoogst. Dat is 3,4% lager dan in 2023 en 7,7% lager dan het vijfjarig gemiddelde. Het grotere areaal kon de terugloop in opbrengst per hectare niet compenseren.

De verwachting is dat er toenemende druk op de aanbodzijde van aardappelen zal blijven, met name in Nederland en België. Deze druk wordt veroorzaakt door de sterke vraag naar landbouwgrond (deels voor andere activiteiten), strengere regelgeving, duurzaamheidseisen vanuit verwerkers en supermarkten en klimaatverandering die leidt tot extreme weersomstandigheden, verzilting en hogere ziektedruk. Daar staat tegenover dat Frankrijk in 2024 een recordoogst van 7,6 miljoen ton aardappelen had, voornamelijk als gevolg van uitbreiding van het areaal. Ook in Duitsland is het areaal uitgebreid, wat leidt tot een totale areaaluitbreiding van deze vier landen van 7% naar circa 560 duizend hectare. De areaaluitbreiding is noodzakelijk om aan de toenemende vraag naar grondstof van de nieuwe fritesfabrieken in Noord-Frankrijk te voldoen.
De Franse aardappelteelt en -industrie is hiermee ingesprongen op de sterk groeiende wereldwijde vraag naar met name industrieaardappelen van de horeca en fastfood in opkomende economieën.

De prijsindex van de verwerkende industrie in Nederland kwam in januari 2025 uit op een hoog niveau van 164 punten, een kleine 1% hoger dan in november 2024 en ruim 4% hoger dan dezelfde maand vorig jaar. De Nederlandse aardappelverwerkende industrie verwerkte over de afgelopen 12 maanden (januari 2024 - januari 2025) een krappe 3,9 miljoen ton aardappelen, zo blijkt uit de verwerkingscijfers die de Vereniging voor de Aardappelverwerkende industrie publiceerde. Dit getal ligt iets onder het niveau van dezelfde periode vorig jaar (ruim 3,9 miljoen ton), wat is te verklaren vanuit de beperkte beschikbaarheid van aardappelen. Naast de groeiende vraag, spelen de hogere productiekosten ook een rol in de opwaartse prijstrend. De verwachting is dan ook dat de industrieprijs hoog zal blijven.

Toelichting op drie niveaus;

Akkerbouwbedrijven
Het aantal bedrijven dat consumptieaardappelen teelt, varieert tussen de 6.500 en 7.000 (CBS). Mede vanwege de noodzakelijke vruchtwisseling verbouwen de aardappeltelers ook andere gewassen. Zij produceren jaarlijks gemiddeld 3,7 miljoen ton consumptieaardappelen. Consumptieaardappelen worden gepoot in het voorjaar en geoogst vanaf juni tot november. Aardappelen worden direct na de oogst afgeleverd of op de boerderij in bewaarplaatsen bewaard en op afroep geleverd. Aardappelen kunnen afhankelijk van ras en kwaliteit tot aan juni-juli bewaard worden, maar bewaren leidt tot gewichtsverlies en soms ook kwaliteitsverlies.

Industrie en handel
Het aantal bedrijven dat verse aardappelen voor de tafelaardappel markt bewerkt (sorteert, wast, verpakt) neemt af en ligt op circa 60 (NAO, 2021). De 5 à 8 grotere verpakkingsbedrijven hebben een belangrijk deel van de binnenlandse handel in handen. Daarnaast zijn er ook telers die zelf wassen, verpakken en soms ook transporteren.

Binnen de verwerkende industrie van consumptieaardappelen (niet-tafelaardappelen) zijn er vier grotere bedrijven die 95% van het volume verwerken. Ze opereren mondiaal en hebben meerdere productielocaties in binnen- en buitenland. De aardappelverwerkende industrie verwerkt 65% van de Nederlandse consumptieaardappelen. Dat is twee derde van het totaal van de ca. 4 miljoen ton aardappelen die de industrie verwerkt. Een derde deel wordt geïmporteerd.

Afzet
Van de niet-tafelaardappelen uit het segment consumptieaardappelen wordt ongeveer 85% van de aardappelproducten (voornamelijk friet) diepgevroren geëxporteerd, circa 70% binnen Europa en 30% buiten de EU (Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie, VAVI). De voortdurende groei van de export naar onder andere Azië maakt dat verwerkende bedrijven hun capaciteit uitbreiden.

Het grootste deel van de Nederlandse aardappelconsumptie bestaat uit verwerkte aardappelproducten, veelal diepvriesproducten. Een klein deel van de aardappelconsumptie is de consumptie van de ‘tafelaardappel’, die zonder verwerking (met uitzondering van bewerking in de vorm van sorteren, wassen en verpakken) wordt verkocht. Het aandeel van de consumptie van de tafelaardappel wordt de laatste jaren steeds kleiner doordat consumenten steeds minder vaak en kleinere hoeveelheden verse aardappelen kopen. Naar schatting ligt het niveau nu op ca. 275.000 ton per jaar. Ca. 80% van deze consumptie wordt gekocht in de supermarkt. De verkoop van verpakte koelverse aardappelproducten in supermarkten ligt op 60.000 ton per jaar, wat overeenkomt met 95% van de totale verkopen van dit producttype.

Een klein deel van de binnenlandse behoefte aan tafelaardappelen bestaat uit import die vooral plaatsvindt in het vroege voorjaar als de binnenlandse voorraden opraken of kwalitatief minder worden. Deze geïmporteerde vroege tafelaardappelen komen uit zuidelijke lidstaten zoals Spanje, Portugal, Italië en Malta.

Prijsvorming
Tafelaardappelen worden voor het grootste deel verhandeld op de vrije markt of spotmarkt. De consumentenprijs van tafelaardappelen volgt de prijsontwikkeling in de aardappelmarkt af boerderij. In de CPI zijn de uitslagen zijn kleiner. Dit komt doordat de aardappel maar een deel van de consumentenprijs vormt.

Verwerkte aardappelen worden veelal geleverd op contractbasis. Om een belangrijk deel van hun grondstofvoorziening zeker te stellen, bieden verwerkers en handelaren voorafgaand aan het teeltseizoen contracten aan. Ongeveer 75-80% van de aardappelen die de verwerkende industrie verwerkt, wordt vooraf gecontracteerd. De prijzen in deze contracten liggen dus vast en kunnen alleen wat stijgen door toenemende bewaarvergoedingen gedurende het afleverseizoen. Doordat verwerkers aardappelen op contract inkopen, kunnen ze relatief stabiele verkoopprijzen hanteren. Producentenprijzen zijn daardoor aanzienlijk minder volatiel dan de vrije af-boerderijprijzen.

Op de vrije markt worden naast tafelaardappelen ook de ‘overtonnen’ aardappelen (de aardappelen die boven de gecontracteerde volumes door de teler meegeleverd moeten worden) verhandeld. Op deze vrije markt worden de prijzen bepaald door vraag en aanbod in de belangrijkste aardappellanden in Noordwest-Europa: Nederland, Frankrijk, Duitsland en België. De spotmarktprijs kan heel volatiel zijn doordat een relatief klein deel van het geoogste volume via deze markt wordt verhandeld en daardoor oogstprognoses en slechte weersomstandigheden een vrij groot effect hebben op de prijsvorming op de vrije markt



Referenties

• Gegevens over de PPI 2012-heden van CBS Statline (Indices van laatste 5 maanden zijn voorlopige gegevens). Basisjaar in deze monitor is 2020.
• Gegevens over de gebruikte PPI 2005-2012 van CBS Statline. Basisjaar is 2020
• Gegevens over de gebruikte CPI 2000-heden van CBS-Statline (indices van de laatste maand zijn voorlopige gegevens). Basisjaar in deze monitor is 2020.




Actuele voedselprijzen - Brood

Broodprijzen stabiliseren op een hoger prijsniveau, telersprijzen stijgen
18-3-2025

De consumentenprijsindex van brood en broodproducten is in januari 2025 uitgekomen op ruim 128 punten (2020=100). Dat is nagenoeg hetzelfde niveau als in november 2024 en een stijging van circa 2% ten opzichte van januari 2024. De producentenprijsindex is uitgekomen op 132 punten in januari 2025. Het prijsniveau ligt daarmee 1% hoger dan twee maanden daarvoor en een kleine 5% hoger dan het prijsniveau van januari 2024. De prijsindex van tarwe af boerderij in januari 2025 steeg ten opzichte van 2 maanden eerder met ruim 3% tot 120 punten. De stijging ten opzichte van januari 2024 is ruim 13%.



Prijsontwikkeling
De consumentenprijsindex van brood is in januari uitgekomen op ruim 127 punten (2020=100). Dit is nagenoeg gelijk aan het prijsniveau in november 2024 en iets hoger dan het prijsniveau in de maanden daarvoor waarin de prijsindex tussen de 125 en 126 punten schommelde. De producentenprijsindex is uitgekomen op 132 punten in januari 2025 en ligt daarmee iets boven het prijsniveau van twee maanden daarvoor (131 punten) en een kleine 5% hoger dan in januari 2024.

De consumenten- en producentenprijzen zijn op korte termijn weinig gevoelig voor veranderende telersprijzen. Deze stabiliteit is te verklaren doordat de industrie de grondstofvoorziening en de bijbehorende prijsrisico’s afdekt met contracten. De prijs van brood was dan ook vrij stabiel en lag lang rond de 100 punten tot eind 2021. Sinds begin 2022 is dit veranderd en zijn de prijzen gaan stijgen als gevolg van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Door de oplopende grondstof- en energieprijzen en hogere personeelskosten zijn de productiekosten in de bakkerijen afgelopen jaren gestegen. Broodprijzen zijn na de stijging in 2022 nooit flink gedaald. De producentenprijsindex staat op een historisch hoog niveau. We zien een stabilisatie op dit hoge niveau in de consumentprijsindexcijfers, maar de producentenprijsindex stijgt nog verder door en is sinds het begin 2024 met bijna 5% toegenomen.

Sinds de recordhoogte van 207 punten in 2022 als gevolg van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne is de index van tarweprijzen weer gedaald. Deze daling zette door tot maart 2024 toen de af-boerderijprijs op 94 punten lag. Sindsdien zijn de prijzen weer gestegen. De prijsindex van januari 2025 staat op 120 punten. Dit is ruim 3% hoger dan het prijsniveau twee maanden daarvoor, ruim 13% hoger dan in dezelfde maand vorig jaar en zelfs 28% hoger dan het dieptepunt in maart 2024. De reden voor de stijgende prijzen vanaf maart 2024 is het natte voorjaar, waardoor de oogstramingen minder gunstig waren. Inmiddels blijkt dat de graanoogsten in Nederland en Europa matig zijn doordat ook het najaar nat was. Vooral in Frankrijk zijn de opbrengsten erg slecht, waardoor de Europese Unie veel minder tarwe op de wereldmarkt kan brengen. Ook Rusland heeft 10 miljoen minder tarwe dan een jaar geleden, waardoor de Europese graanmarkt het jaar 2025 positief is begonnen met stijgende prijzen. Wereldwijd ligt de productieraming voor seizoen 2024/2025 op circa 797 miljoen ton (februari 2025 – ICG Market report) en eindvoorraden worden geraamd op circa 264 miljoen ton. Historisch gezien is dit nog altijd een laag voorraadniveau.

Keten
De keten van brood omvat 6 ketenschakels tot aan consumptie. De eerste stap in de keten is de teelt van graan of tarwe. Vervolgens wordt de tarwe tot meel gemalen in maalderijen die de baktarwe kopen via de wereldmarkt, rechtstreeks van boeren of collecteurs of via termijnmarkten. De maalderij brengt haar meel naar industriële of ambachtelijke bakkerijen die het daarna laten verpakken en distribueren naar de retail of foodservice partijen zoals supermarkten, speciaalzaken en cateringorganisaties.

Toelichting op drie niveaus; 

Akkerbouwbedrijven
Het merendeel van de ruim 1 miljoen ton tarwe die jaarlijks door ca. 5600 Nederlandse akkerbouwers (CBS, 2023) wordt geproduceerd, is zachte tarwe. Deze is minder geschikt als baktarwe en wordt grotendeels benut als veevoer. Slechts ongeveer 100.000 ton van het in Nederland geproduceerde graan - vooral tarwe - wordt verwerkt door de Nederlandse maalindustrie.

Industrie
De brood- en deegwarenindustrie bestaat uit brood- en banketbakkerijen, de banket- en koekindustrie en de deegwarenindustrie. Er zijn inmiddels ruim 4300 brood- en banketbakkerijen in Nederland, ook wel warme bakkers genoemd (CBS, 2023). Dit is een behoorlijke stijging ten opzichte van het jaar 2007 (start van de CBS-reeks) toen het er nog ca. 2500 waren. Industriële bakkerijen produceren het brood voor de supermarkten. Het volume dat zij produceren is groot, maar hun aantal is klein en de markt is geconcentreerd. Twee Nederlandse industriële bakkerijen produceren 40 tot 60% van het brood en banket. Meel wordt vaak rechtstreeks gekocht bij maalderijen. Tot 2018 was Meneba de grootste maalderij in Nederland met een marktaandeel van 65%. In 2018 is Meneba overgenomen door het Belgische Dossche Mills, een van de grootste maalderijen van Europa. Daarnaast kent Nederland twee middelgrote maalderijen en een aantal kleinere. De maalderijen importeren gezamenlijk rond de 80% van de tarwe, voornamelijk uit Frankrijk en Duitsland. De top vijf leveranciers van bakkerijgrondstoffen (in willekeurige volgorde) zijn Zeelandia, Beko, Koopmans Meel, Meneba/Dossche Mills en Bakeplus.

Afzet
Hoewel warme bakkers in populariteit groeien, wordt het merendeel van het brood, ruim 80%, nog altijd verkocht in de supermarkten.

Prijsvorming
Ten opzichte van de prijzen af boerderij zijn de consumentenprijzen en producentenprijzen stabiel. Industriële bakkerijen hebben vaak langlopende relaties met supermarkten, door de complexiteit van het productieproces en de specificaties van hun afnemers. Soms worden meerjarige contracten opgesteld. Prijzen worden daarin niet vastgelegd. De grondstoffen bestaan behalve uit meel, uit ingrediënten als oliën en vetten, suiker, eieren, en enzymen of halffabricaten (mixen) en broodverbetermiddelen. Ook prijsontwikkelingen in deze ketens beïnvloeden de producentenprijs. De beurs van Rouen is een belangrijk ijkpunt voor de prijs waarvoor industriële bakkerijen tarwe inkopen. Zij stellen contracten op met maalderijen om hoeveelheden af te dekken. De graanprijs af boerderij fluctueert van jaar tot jaar en is sterk afhankelijk van de vraag- en aanbodontwikkelingen op de mondiale markt. Het weer heeft grote invloed. De graanprijs bestaat uit een basisprijs en toeslagen voor kwaliteit.




Referenties
  • Gegevens over de PPI 2012-heden van CBS Statline (Indices van laatste 5 maanden zijn voorlopige gegevens). Basisjaar in deze monitor is 2020.
  • Gegevens over de gebruikte PPI 2005-2012 van CBS Statline. Basisjaar in deze monitor is 2020.
  • Gegevens over de gebruikte CPI 2000-heden van CBS-Statline (indices van de laatste maand zijn voorlopige gegevens). Basisjaar in deze monitor is 2020.



Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


Naar boven