Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Sectoren > Overige veehouderij
     
Overige veehouderij
Kies een thema
Algemeen

Economie

Maatschappij

Milieu

  
  
   
Kies een indicator
Contactpersoon
Harold van der Meulen
0317-484436
 

Deze informatie voor andere sectoren
  • Akkerbouw
  • Bloembollenteelt
  • Boomkwekerij
  • Fruitteelt
  • Geitenhouderij
  • Glasgroententeelt
  • Glastuinbouw
  • Land- en tuinbouw
  • Leghennenhouderij
  • Melkveehouderij
  • Vollegrondsgroenteteelt
  • Opengrondstuinbouw
  • Pot- en perkplantenteelt
  • Snijbloementeelt
  • Varkenshouderij
  • Vleeskalverhouderij
  • Vleeskuikenshouderij
  • Zetmeelbedrijven

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >

Inkomen uit bedrijf - Vleeskalverhouderij

Inkomen hoger op bedrijven met blankvleeskalveren op contract
18-12-2024

Het inkomen uit bedrijf op de vleeskalverenbedrijven (blankvleeskalveren op contract) wordt voor 2024 10.000 euro hoger geraamd op 68.000 euro per onbetaalde arbeidskracht (arbeidsjaareenheid, afgekort aje). De ontvangen contractvergoeding per kalverplaats in 2024 neemt met gemiddeld 25 euro toe (+11%). Deze stijging wordt deels veroorzaakt door de krimp van de vleeskalverhouderij, terwijl de slachterijen graag zoveel mogelijk hun slachtcapaciteit willen blijven benutten. Door de hogere contractvergoeding en een toename van het aantal kalveren (+3,5%) nemen de totale opbrengsten toe met 39.500 euro (+12%). De opbrengsten uit energieverkopen en andere landbouwactiviteiten nemen licht af.
De gemiddelde kosten per bedrijf stijgen met 26.000 euro door een toename van de kosten van stallen, machines, mestafzet en rente. De mestafzetkosten aan de Stichting Mestverwerking Gelderland nemen voor de kalverhouders met een overeenkomst in 2024 met 25% toe, maar de kosten van een deel van de overige mest, die zijn weg via de vrije markt moet vinden, is nog sterker gestegen (+50%). Gemiddeld kan 10% van de mest op het eigen bedrijf worden afgezet. De energiekosten (inclusief brandstoffen) nemen in 2024 met ruim 2.000 euro af na een toename in 2022 en 2023. De totaal betaalde kosten en afschrijvingen per gemiddeld aanwezig vleeskalf nemen met 6,5% toe. Een deel van deze kosten hangt samen met andere activiteiten op de kalverbedrijven, zoals akkerbouw en intensieve veehouderij.
 



Contractvergoeding
De ontwikkeling van de contractvergoedingen is sterk bepalend voor de opbrengsten, omdat vooral blankvleeskalveren meestal op contract worden gehouden. In integratieverband wordt intensief samengewerkt met de kalverhouder. De kalverhouder ontvangt een vergoeding voor zijn geleverde arbeid en de stallen. De integratie levert de kalveren en het voer. De kalverhouder en de kalverspecialist van de integratie werken samen aan het steeds verder optimaliseren van de technische resultaten. De gemiddelde contractvergoeding per gemiddeld aanwezig kalf neemt in 2024 met 25 euro toe naar 298 euro (exclusief btw en exclusief basisinkomenssteun vanuit het Europese landbouwbeleid (GLB)). Omgerekend per kalverplaats is dit 250 euro. Het gemiddeld aantal vleeskalveren is door leegstand en uitval kleiner dan het aantal kalverplaatsen. Naarmate er meer leegstand is, neemt het gemiddelde aantal aanwezige kalveren af. Er zijn wel grote verschillen in de contractvergoeding tussen bedrijven, afhankelijk van de voorwaarden. Dit betreft zowel het niveau als de ontwikkeling tussen de jaren. Op sommige bedrijven is de vergoeding per gemiddeld aanwezig kalf tientallen euro’s hoger of lager dan het gemiddelde. Het aandeel bedrijven met een contractvergoeding tussen 200 en 300 euro per gemiddeld aanwezige kalf schommelt de laatste jaren tussen de 80 en 95%.

Resultaat
De gepresenteerde bedrijfsresultaten en inkomens van de gespecialiseerde vleeskalverbedrijven gelden alleen voor bedrijven met blankvleeskalveren op contract. Het inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidskracht (arbeidsjaareenheid, afgekort aje) op de vleeskalverenbedrijven wordt geraamd op 68.000 euro, dat is 10.000 euro hoger dan vorig jaar en 20.000 euro boven het langjarig gemiddelde 2019-2023. De inkomensverschillen tussen bedrijven zijn groot, onder andere door verschillen in de contractvergoeding per kalf, betaalde kosten, bedrijfsgrootte en arbeidsefficiëntie. Twintig procent van de bedrijven behaalt naar verwachting een inkomen van meer dan 117.000 euro (per onbetaalde aje), terwijl een even grote groep een inkomen heeft van minder dan -8.000 euro.


Referenties
BINternet: Verlies- en winstrekening van vleeskalverenbedrijven
Harold van der Meulen, Bert Smit en Jakob Jager (2017). Effecten nieuw GLB op inkomens, kosten en administratieve lasten : gevolgen van aanpassing directe betalingen en invoering vergroeningseisen. Wageningen Economic Research. Rapport 2017-080.


Inkomen uit bedrijf - Geitenhouderij

Halvering inkomen op melkgeitenbedrijven door lagere melkprijs
18-12-2024

Het inkomen uit bedrijf op melkgeitenbedrijven zal in 2024 naar verwachting uitkomen op gemiddeld 50.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Dit is 51.000 euro lager dan in 2023 en ligt hiermee op de helft van het gemiddelde van de voorgaande 5 jaren (2019-2023). Oorzaken zijn met name de lagere melkprijs en beperkte toename van de totale betaalde kosten inclusief afschrijving. De kosten van de gebouwen en machines, mestafzet, betaalde arbeid, betaalde rente en diergezondheid zijn gestegen. Daar staat een daling van de veevoerkosten tegenover. Ook energie werd iets goedkoper. De gemiddelde bedrijfsomvang neemt licht af, wellicht het gevolg van de blauwtonguitbraak. Hierdoor is de verwachting dat er ook minder melk wordt geleverd. Door met name de 6% lagere melkprijs zullen de totale opbrengsten op bedrijfsniveau met ruim 8% afnemen. 

Melkprijs
De prijs van geitenmelk (waarvan circa 6% biologische melk) was in de periode 2014-2016 met 72,5 euro per 100 kg hoog, vooral door de gunstige afzetmogelijkheden. Vanaf 2016 zette de daling van de melkprijs in. In eerste instantie nog beperkt, maar in 2017 en 2018 daalde de prijs per 100 kg met circa 4 euro per jaar naar 65 euro. Van 2019 tot aan 2023 steeg de melkprijs met een variatie van 0,5 tot 5 euro per jaar. In de loop van 2023 is de melkprijs gaan dalen. De verwachting is dat deze in 2024 met bijna 5 euro gaat dalen naar bijna 77,5 euro per 100 kg (-6%).
 
Volume
Er was tot en met de zomer een overaanbod van geitenmelk met als gevolg een prijsdaling van de melk. Daarna trok de vraag aan. Of deze toenemende vraag structureel is, valt nog te bezien. In 2023 is het totaal aantal gespecialiseerde bedrijven met melkgeiten (gangbaar en biologisch) voor het eerst sinds 2014 afgenomen met 2,5%. In 2024 zette deze daling zich in dezelfde mate voort. Verreweg het grootste deel van de geitenmelk in Nederland wordt verwerkt tot kaas. In het buitenland, met name in Duitsland, is er een toenemende interesse in Nederlandse geitenkaas. In Nederland daalt de zuivel- en kaasconsumptie al vele jaren. Geitenkaas was hierop tot voor kort een uitzondering. In 2018 begon ook hiervan de consumptie licht te dalen. Verse producten zoals melk en kwark, vinden voornamelijk een binnenlandse bestemming; veel hoogwaardig melkpoeder gaat als kindervoeding naar Azië. In India, China, Korea, maar ook in Afrikaanse landen waar geiten als huisdier worden gehouden, wordt veel meer geitenmelk gedronken en neemt het aandeel sterker toe dan in Europa. Omdat het geboortecijfer in China terugloopt, hapert de afzet. Wel wordt geprobeerd in andere delen van de wereld de geitenmelk af te zetten omdat er wel een groeiende vraag is naar geitenmelkflesvoeding.

Voerprijs
De prijs van geitenbrok steeg de laatste jaren flink. In 2021 met 13% en in 2022 met 32%. In 2023 werd deze ruim 3,5% goedkoper en de daling zette zich in 2024 door met ruim 10%. De voerkosten maken 44% uit van de totale kosten, dus een prijsverandering kan grote invloed hebben op het resultaat. Het aandeel krachtvoerkosten binnen het aangekochte voer was in 2023 73%. Ruwvoer (dat duurder is geworden) heeft een aandeel van 15% in de totale voerkosten. Strooisel, dat voor een klein gedeelte door de geiten wordt geconsumeerd, heeft een aandeel van 6% in de totale kosten en is toegenomen door duurder stro (+13%).

Diversiteit
De diversiteit binnen de sector is groot. Er zijn zowel grondgebonden bedrijven als bedrijven zonder grond die alle ruwvoer moeten aankopen. Ook zijn er geitenbedrijven die hun geiten voor langere tijd doormelken zonder ze te laten aflammeren (duurmelkers). Bij de bedrijven met weinig of geen grond kunnen de voerkosten oplopen tot 500 euro of meer per geit. Bij bedrijven met grond zijn de bijkomende voerkosten vaak lager dan 400 euro per geit. Daarentegen zijn er soms bedrijven die al het ruwvoer moeten aankopen maar toch gemiddelde voerkosten hebben. Ook zijn er bedrijven die veel grond hebben maar toch veel voerkosten hebben. Biologische bedrijven hebben met duurder voer te maken. De voerkosten zijn per geit zelfs lager op deze bedrijven in vergelijking met hun gangbare collega’s omdat de krachtvoergift bijna de helft lager is.

Er zijn relatief veel verwerkers van geitenmelk, zowel coöperatieve als particuliere, zodat er verschillen zijn in de te ontvangen voorschotmelkprijs. Die verschillen liepen tussen 2013 en 2018 op van 2% naar bijna 6%. Tussen 2019 en 2023 is het verschil weer wat kleiner geworden, namelijk tussen de 2 en 3,5%. Hierbij zijn de melkprijzen omgerekend naar standaard vet- en eiwitgehalten en jaarproducties die per jaar verschillen. In 2023 is dat 1,1 miljoen kg melk bij 4,02% vet en 3,48% eiwit. Ook zijn er binnen de sector relatief veel biologische bedrijven (circa 13%) maar dit aandeel neemt af. Deze biologische bedrijven hebben 40% minder geiten dan hun gangbare collega’s en halen een deel van hun inkomen uit verbredingsactiviteiten. Omdat de biologische melkproductie per geit lager is, is in kg melk omgerekend het aandeel biologisch circa 6%. De steekproefpopulatie omvat een evenredig deel biologische bedrijven.


Duurzaamheid 
De melkgeitensector beschikt over 2 instrumenten om een veilige en zo duurzaam mogelijke productie van geitenzuivel te verzekeren via Ketenkwaliteitszorgsysteem (KwaliGeit) dan wel te stimuleren door uitvoeringsagenda Duurzame Geiten Zuivel Keten (DGZK). Daarnaast wordt door het Platform Melkgeitenhouderij, via een nieuwe ketenvisie 2024, kennis ontwikkeld voor de Melkgeitenhouderijsector om hier verdere stappen in te kunnen zetten.
Dit heeft de afgelopen jaren onder andere geresulteerd in lagere sterfte onder de bokjes. Ook probeert men een hogere levensduur te stimuleren via onder andere duurmelken omdat dit positieve effecten heeft op de diergezondheid, er minder geboorterisico’s zijn bij het aflammeren en er minder lammeren antibiotica nodig hebben. De sector registreert vanaf april 2021 ook het antibioticagebruik volledig.
Voor de sector en de individuele geitenhouder is het belangrijk dat er een perspectief voor ontwikkeling van de bedrijven is. Het platform Melkgeitenhouderij is in 2021 een onderzoek gestart binnen de Publiek Private Samenwerking (PPS) Versnelling verduurzaming Melkgeitenhouderij. Het doel is om een aanpak te ontwikkelen, bijvoorbeeld in de vorm van een certificaat, die een duurzame ontwikkeling van melkgeitenbedrijven waarborgt. Een dergelijke systematiek ontbreekt volledig en wordt door de sector als een belangrijke innovatieopgave gezien. In 2022 heeft het platform Melkgeitenhouderij de heffing op melk verlaagd met 25% omdat er momenteel genoeg reserves zijn om de verplichtingen met betrekking tot verduurzaming na te komen (van 12 naar 9 eurocent per 100 kg melk). Voor een gemiddeld melkgeitenbedrijf van ruim 1 miljoen kg is dit een verlaging van ruim 300 euro. In 2023 en 2024 is de heffing niet gewijzigd

Resultaat
Door de lagere melkprijs (-6%) wordt voor 2024 het gemiddeld inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje geraamd op 50.000 euro. Dit is 51.000 euro lager dan in 2023 en 52.000 euro lager dan het gemiddelde over de jaren 2019-2023. De kosten van gebouwen en machines (+5.000 euro), mestafzetkosten (+4.000 euro), betaalde arbeid (+4.000 euro), betaalde rente (+3.000 euro) en diergezondheid (+3.000 euro) nemen toe. De voerkosten nemen daarentegen met 25.000 euro af, door met name de prijsdaling van de geitenbrok (-10%), Samen met de lagere kosten van energie doet dit bijna volledig de stijging van de eerdergenoemde kosten teniet. De totale kosten nemen dan ook maar met 1.000 euro toe. De gedaalde opbrengsten zorgen ervoor dat de rentabiliteit met 10 punten daalt naar 93. Een rentabiliteit onder de 100 betekent dat de opbrengsten onvoldoende zijn om alle kosten, zowel de betaalde als de berekende (volgens marktconforme normen), te vergoeden.

Bedrijfsomvang
In 2024 wordt verwacht dat het gemiddelde gespecialiseerde melkgeitenbedrijf in het Bedrijveninformatienet 1.080 melkgeiten telt. Hiermee neemt het aantal voor het eerst iets af in vergelijking met het voorgaande jaar. Tussen 2012 en 2021 was er gemiddeld een stijging van het totaal aantal melkgeiten in Nederland van 6,5% per jaar. In de twee jaren daarna was dat minder dan 1% per jaar.






Referenties



Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief


Naar boven