| Duurzame investeringen - Land- en tuinbouw |
Aandeel duurzame investeringen neemt af in 2023
|
29-10-2025
|
Het aandeel duurzame investeringen (investeringen in duurzame productiesystemen waarvoor subsidie of fiscale aftrek is aangevraagd) in de totale investeringen van primaire land- en tuinbouwbedrijven en visserij in 2023 bedroeg 25%. Dat betekent een daling van 4 procentpunten ten opzichte van 2022. De duurzame investering van primaire land- en tuinbouwbedrijven en visserij daalden in 2023 tot onder de 1 miljard euro. In 2022 werd voor ruim 1 miljard geinvesteerd. De in de Rijksbegroting opgenomen streefwaarde voor het aandeel duurzame investeringen van 30% in 2023 is niet gerealiseerd.
|
Energie-efficiëntie glastinbouw draagt meeste bij
Van de regelingen die worden meegenomen bij het vaststellen van duurzame investeringen (zie onder), werd vanuit de regeling Energie-efficiëntie glastuinbouw (EG) het meest geinvesteerd. Vooral voor investeringen in LED-belichting werd EG aangevraagd. Andere veel gebruikte regelingen zijn MIA/Vamil vooral voor Groen Label Kassen en EIA voor belichtingssystemen in de tuinbouw.
Methodiek
Voor de berekening van de indicator aandeel duurzame investeringen zijn de totale en de duurzame investeringen van belang. De duurzame investeringen worden afgeleid van de subsidiabele investeringen en fiscale regelingen gericht op investeringen in duurzame productiesystemen. In 2023 ging het hierbij om:
• Milieu-investeringsaftrek (MIA)
• Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil)
• Energie-investeringsaftrek (EIA)
• Regeling groenprojecten, onderdeel Duurzame landbouw
• Energie-efficiëntie glastuinbouw (EG)
• Marktintroductie energie-innovaties (MEI)
• Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE)
• POP3-maatregel 4.1.1 regeling ‘Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen’
• POP3+-maatregel investeren in groen economisch herstel.
Er zijn twee redenen waarom de indicator tot een onderschatting van de daadwerkelijke duurzame investeringen kan leiden. Er kunnen investeringen worden gedaan die wel als duurzaam worden beschouwd maar die niet onder een subsidieregeling vallen, bijvoorbeeld omdat de investering voortkomt uit een bestaande wettelijke verplichting. Ook is het mogelijk dat de investering wel subsidiabel is, maar dat bedrijven geen subsidie aanvragen of niet voor genoemde fiscale regelingen in aanmerking komen omdat niet aan de voorwaarden kan worden voldaan. Deze investeringen zijn dus niet meegerekend in deze indicator.
Het totale investeringsniveau wordt gebaseerd op de resultaten uit het Bedrijveninformatienet van Wageningen Social & Economic Research. Omdat de indicator alleen gericht is op duurzame productiesystemen (duurzaam in de betekenis van goederen waarover over een periode van meerdere jaren wordt afgeschreven) worden investeringen in grond, immateriële activa (productierechten), woningen en plantopstanden niet meegenomen bij het vaststellen van de hoogte van de totale investeringen. Deze investeringen blijven ook uit de berekening van duurzame investeringen (duurzaam in de betekenis van vallend onder subsidies en regelingen ter bevordering van verduurzaming).
|