Actuele voedselprijzen - Aardappel |
Dalende af-boerderijprijzen, consumentenprijzen weer iets hoger
|
26-5-2025
|
De consumentenprijsindex van aardappelen is maart 2025 uitgekomen op 122 punten (2020=100). Dat is bijna 1% hoger dan in januari 2025 en ruim 2% hoger dan in maart 2024. De prijsindex af boerderij is gedaald met bijna 12%, van 209 punten in januari 2025 naar 184 punten in maart dit jaar. Dit niveau ligt ruim 22% lager dan in maart 2024. De prijsindex van de verwerkende industrie kwam in maart 2025 uit op 161 punten, gelijk aan het begin van dit jaar en circa 1% hoger dan dezelfde maand vorig jaar.
|
Prijsontwikkeling
De consumentenprijsindex van aardappelen is in maart uitgekomen op 122 punten (2020=100). Dat is bijna 1% hoger dan begin dit jaar en ruim 2% hoger dan in maart 2024. De stabilisering rond dit prijsniveau is vergelijkbaar met vorig jaar en heeft te maken met het seizoenspatroon, waarbij consumentenprijzen vaak een licht dalende trend laten zien na de oogst aan het einde van de zomer en vanaf mei-juni weer wat stijgen als de voorraden langzaam leeg raken en bewaarkosten hoger zijn. Deze trend toont dat de consumentenprijsindex de stijgende trend in af-boerderijprijzen volgt met een kleine vertraging en een sterk gedempt effect.
De stijgende trend in de prijsindex af boerderij is gekenterd. Het prijsniveau in maart 2025 van 184 punten (2020 = 100) laat een daling van bijna 12% zien ten opzichte van januari en ligt hiermee rond het niveau van oktober 2024. Waar in de vorige update werd gesproken over een stijgende prijs als gevolg van beperkter aanbod in een sterke vraagmarkt door enigszins tegenvallende oogstopbrengsten in 2024 en lagere kilo’s aan voorraadaardappelen, zien we nu dat de vraag naar aardappelen is gedaald. De oorzaak hiervan is een combinatie van de verwachtingen van een grotere en eerdere oogst en een tegenvallende fritesafzet, waardoor de verwerkende industrie zich richt op contractaardappelen en geen aardappelen van de vrije markt nodig heeft. Of de positieve verwachtingen voor het komende seizoen uitkomen, is steeds onzekerder gezien de aanhoudende droogte. Als mei net zo droog is als maart en april, zal dat een negatieve invloed hebben op de aardappeloogst en van invloed zijn op het prijsniveau. Door het droge voorjaar hebben veel telers vroeg geplant en begin mei vond de eerste vroege oogst aardappelen al plaats in Nederland.
De totale productie van de Nederlandse consumptieaardappeloogst in 2024 komt uit op 3,3 miljoen ton. Dat is lager dan de 3,6 miljoen ton die het CBS in oktober had genoemd in de voorlopige oogstraming. Oogsten waren kleiner dan in 2023, ondanks dat het areaal met 3,5% is gegroeid tot bijna 80.000 ha. In totaal is er in 2024 circa 50,000 ton minder geoogst dan in 2023, voornamelijk doordat de hectareopbrengsten achterbleven. Gemiddeld is er 43,3 ton consumptieaardappelen per hectare geoogst. Dat is 3,4% lager dan in 2023 en 7,7% lager dan het vijfjarig gemiddelde. Het grotere areaal kon de terugloop in opbrengst per hectare niet compenseren.
De verwachting is dat er toenemende druk op de aanbodzijde van aardappelen zal blijven, met name in Nederland en België. Deze druk wordt veroorzaakt door de sterke vraag naar landbouwgrond (deels voor andere activiteiten), strengere regelgeving, duurzaamheidseisen vanuit verwerkers en supermarkten en klimaatverandering die leidt tot extreme weersomstandigheden, verzilting en hogere ziektedruk. Daar staat tegenover dat er voornamelijk in Frankrijk en Duitsland areaal is uitgebreid, wat leidt tot een totale areaaluitbreiding van 7% naar circa 560.000 ha in deze vier landen. De areaaluitbreiding is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de toenemende vraag naar grondstoffen vanuit de nieuwe fritesfabrieken in Noord-Frankrijk. Daarmee speelt de Franse aardappelteelt en -industrie in op de groeiende wereldwijde vraag naar met name industrieaardappelen vanuit de horeca en fastfoodsector in opkomende economieën.
Als gevolg hiervan laat de opbrengstprijs van de verwerkende industrie een opwaartse trend zien sinds begin 2022. De prijsindex van de verwerkende industrie in Nederland kwam in maart 2025 uit op een niveau van 161 punten, gelijk aan januari 2025 en ruim 1% hoger dan dezelfde maand vorig jaar toen de prijsindex op 159 punten stond. Naast de groeiende vraag, spelen de hogere productiekosten zoals die voor pootgoed en machineonderhoud ook een rol in de opwaartse prijstrend. De verwachting is dan ook dat de industrieprijs hoog zal blijven. De aardappelverwerkende industrie verwerkte over de afgelopen 12 maanden (maart 2024 - maart 2025) een krappe 3,9 miljoen ton aardappelen, zo blijkt uit de verwerkingscijfers die de Vereniging voor de Aardappelverwerkende industrie publiceerde. Dit is nagenoeg gelijk aan het niveau van dezelfde periode vorig jaar (ruim 3,9 miljoen ton).
Toelichting op drie niveaus;
Akkerbouwbedrijven Het aantal bedrijven dat consumptieaardappelen teelt, varieert tussen de 6.500 en 7.000 (CBS). Mede vanwege de noodzakelijke vruchtwisseling verbouwen de aardappeltelers ook andere gewassen. Zij produceren jaarlijks gemiddeld 3,7 miljoen ton consumptieaardappelen. Consumptieaardappelen worden gepoot in het voorjaar en geoogst vanaf juni tot november. Aardappelen worden direct na de oogst afgeleverd of op de boerderij in bewaarplaatsen bewaard en op afroep geleverd. Aardappelen kunnen afhankelijk van ras en kwaliteit tot aan juni-juli bewaard worden, maar bewaren leidt tot gewichtsverlies en soms ook kwaliteitsverlies.
Industrie en handel
Het aantal bedrijven dat verse aardappelen voor de tafelaardappel markt bewerkt (sorteert, wast, verpakt) neemt af en ligt op circa 60 (NAO, 2021). De 5 à 8 grotere verpakkingsbedrijven hebben een belangrijk deel van de binnenlandse handel in handen. Daarnaast zijn er ook telers die zelf wassen, verpakken en soms ook transporteren.
Binnen de verwerkende industrie van consumptieaardappelen (niet-tafelaardappelen) zijn er vier grotere bedrijven die 95% van het volume verwerken. Ze opereren mondiaal en hebben meerdere productielocaties in binnen- en buitenland. De aardappelverwerkende industrie verwerkt 65% van de Nederlandse consumptieaardappelen. Dat is twee derde van het totaal van de ca. 4 miljoen ton aardappelen die de industrie verwerkt. Een derde deel wordt geïmporteerd.
Afzet
Van de niet-tafelaardappelen uit het segment consumptieaardappelen wordt ongeveer 85% van de aardappelproducten (voornamelijk friet) diepgevroren geëxporteerd, circa 70% binnen Europa en 30% buiten de EU (Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie, VAVI). De voortdurende groei van de export naar onder andere Azië maakt dat verwerkende bedrijven hun capaciteit uitbreiden.
Het grootste deel van de Nederlandse aardappelconsumptie bestaat uit verwerkte aardappelproducten, veelal diepvriesproducten. Een klein deel van de aardappelconsumptie is de consumptie van de ‘tafelaardappel’, die zonder verwerking (met uitzondering van bewerking in de vorm van sorteren, wassen en verpakken) wordt verkocht. Het aandeel van de consumptie van de tafelaardappel wordt de laatste jaren steeds kleiner doordat consumenten steeds minder vaak en kleinere hoeveelheden verse aardappelen kopen. Naar schatting ligt het niveau nu op ca. 275.000 ton per jaar. Ca. 80% van deze consumptie wordt gekocht in de supermarkt. De verkoop van verpakte koelverse aardappelproducten in supermarkten ligt op 60.000 ton per jaar, wat overeenkomt met 95% van de totale verkopen van dit producttype.
Een klein deel van de binnenlandse behoefte aan tafelaardappelen bestaat uit import die vooral plaatsvindt in het vroege voorjaar als de binnenlandse voorraden opraken of kwalitatief minder worden. Deze geïmporteerde vroege tafelaardappelen komen uit zuidelijke lidstaten zoals Spanje, Portugal, Italië en Malta.
Prijsvorming
Tafelaardappelen worden voor het grootste deel verhandeld op de vrije markt of spotmarkt. De consumentenprijs van tafelaardappelen volgt de prijsontwikkeling in de aardappelmarkt af boerderij. In de CPI zijn de uitslagen zijn kleiner. Dit komt doordat de aardappel maar een deel van de consumentenprijs vormt.
Verwerkte aardappelen worden veelal geleverd op contractbasis. Om een belangrijk deel van hun grondstofvoorziening zeker te stellen, bieden verwerkers en handelaren voorafgaand aan het teeltseizoen contracten aan. Ongeveer 75-80% van de aardappelen die de verwerkende industrie verwerkt, wordt vooraf gecontracteerd. De prijzen in deze contracten liggen dus vast en kunnen alleen wat stijgen door toenemende bewaarvergoedingen gedurende het afleverseizoen. Doordat verwerkers aardappelen op contract inkopen, kunnen ze relatief stabiele verkoopprijzen hanteren. Producentenprijzen zijn daardoor aanzienlijk minder volatiel dan de vrije af-boerderijprijzen.
Op de vrije markt worden naast tafelaardappelen ook de ‘overtonnen’ aardappelen (de aardappelen die boven de gecontracteerde volumes door de teler meegeleverd moeten worden) verhandeld. Op deze vrije markt worden de prijzen bepaald door vraag en aanbod in de belangrijkste aardappellanden in Noordwest-Europa: Nederland, Frankrijk, Duitsland en België. De spotmarktprijs kan heel volatiel zijn doordat een relatief klein deel van het geoogste volume via deze markt wordt verhandeld en daardoor oogstprognoses en slechte weersomstandigheden een vrij groot effect hebben op de prijsvorming op de vrije markt
|