Actuele voedselprijzen - Varkensvlees |
Prijsdruk in varkensvleesketen neemt toe
|
25-9-2025
|
In juli 2025 stond de consumentenprijsindex op 132 punten, een kleine 0,2% hoger dan in mei (131,9 punten). De producentenprijs daalde in dezelfde periode met 8% van 141 naar 131 punten. De af-boerderijprijs liet ook een daling zien: van 137 punten in mei naar 129 punten in juli, een terugval van ruim 6%. Deze prijsbewegingen markeren een duidelijke omslag na de eerdere opwaartse trend in de markt.
|
Prijsontwikkeling In juli 2025 stond de consumentenprijsindex (CPI) voor varkensvlees op 132 punten, een lichte stijging van 0,2% ten opzichte van mei en bijna 6% hoger dan in juli 2024 (125 punten). Daarmee zet de gestage stijging in CPI van de afgelopen jaren door en is het niveau zelfs hoger dan de piek van eind 2022. Deze ontwikkeling past binnen een langdurige, geleidelijk stijgende trend die al zichtbaar is sinds 2016. Binnen die trend was er in het voorjaar van 2022 een opvallende versnelling in de prijsstijging.
De langzame maar gestage stijging van alle indexen sinds 2016 hangt samen met structurele factoren zoals stijgende kosten voor voer, energie en arbeid, en een toenemende focus op duurzaamheid en dierenwelzijn in de keten, waardoor de productiekosten verhogen. De plotselinge en forse stijging in 2022 werd daarentegen vooral veroorzaakt door de economische gevolgen van de Russische inval in Oekraïne. Die gebeurtenis leidde tot onzekerheid op de wereldmarkten, hogere energie- en grondstofprijzen en verstoringen in de internationale handel, wat zich snel vertaalde in hogere productiekosten en ook hogere consumentenprijzen voor onder andere varkensvlees. In totaal is de CPI voor varkensvlees sinds 2022 met circa 16 punten gestegen, waarmee de invloed van zowel de structurele trend als plotselinge geopolitieke schokken duidelijk zichtbaar is.
De producentenprijsindex (PPI) kwam in juli uit op 131 punten, een kleine 8% lager dan in mei (141 punten) en bijna 14% lager dan in juli 2024 (151 punten). Na prijsschommelingen begin 2025, met een tijdelijke dip door een MKZ-uitbraak in Duitsland, herstelde de prijs zich sinds maart dit jaar. De stijging werd deels verklaard door een dalend aanbod: slachtgewichten namen af en slachtaantallen dalen door bedrijfsbeëindigingen (onder andere via Lbv en Lbv+). Vanaf juni 2025 daalt de PPI. De terugval weerspiegelt een ruimer aanbod in de Europese markt.
De af-boerderijprijs (API) maakte de meest opvallende beweging. In het voorjaar van 2025 steeg de API sterk: van 120 punten in maart naar 137 punten in mei (+14%), oplopend tot een piek van 142 punten in juni. De oorzaak lag bij een krappe varkensaanvoer in Nederland, door lagere slachtaantallen en de Landelijke Beëindigingsregelingen (Lbv en Lbv+). Slachterijen waren daardoor bereid hogere prijzen te betalen om hun capaciteit te benutten. Toch waren er al signalen dat dit hoge prijsniveau tijdelijk was: vanaf juni zetten scherpe prijsdalingen in (>10 cent per week), mede door de seizoensinvloed van lagere vleesconsumptie in de zomer en toenemende concurrentie vanuit het buitenland. In juli volgde de onvermijdelijke correctie: de API daalde terug naar 129 punten, bijna 10% lager dan de maand ervoor. Hogere productie in omringende landen versterkt deze neerwaartse druk.
De API zal vanaf september lager liggen, doordat China invoerheffingen heeft afgekondigd op varkensvlees en eetbare slachtbijproducten. Dit gaat ten koste van de verwaarding van de varkens, en daarmee van de uitbetaalprijs aan varkenshouders, de API.
Keten
Het varkensvlees wordt in de supermarkt of bij de slager gekocht. Supermarkten en slagers kopen varkensvlees van de vleesindustrie. Die bestaat uit slachterijen en vleesverwerkers. Slachterijen kopen vleesvarkens van veehouders rechtstreeks of via veehandelaren. Veehouders produceren vleesvarkens in gespecialiseerde bedrijven of gesloten bedrijven. Gespecialiseerde bedrijven kopen biggen en mesten die op tot slachtrijpe varkens, terwijl gesloten bedrijven zowel de fokzeugen houden als de biggen zelf opfokken tot vleesvarkens. Zeugenbedrijven zijn belangrijke toeleveranciers van biggen voor de gespecialiseerde bedrijven. De gesloten bedrijven produceren de eigen biggen.
-Varkenshouderijen
De in totaal circa 2.500 bedrijven met vleesvarkens produceren ruim 15 miljoen vleesvarkens. Hiervan worden bijna 1 miljoen dieren geëxporteerd vooral binnen de EU. Daarnaast worden er bijna 6 miljoen biggen over de grens verkocht. Dit betekent dat Nederland niet alleen volwassen vleesvarkens exporteert, maar ook veel jonge biggen die in andere landen verder worden opgefokt tot vleesvarkens.
-Industrie De verwerking van varkensvlees is voor een belangrijk deel gekoppeld aan de slachterijen. Er zijn vier grote slachterijen, naast een beperkt aantal zelfslachtende slagers. In 2024 werden in Nederland 14,5 miljoen varkens binnenlands geslacht. De vleesindustrie slacht en verwerkt de dieren tot vers vlees en vleeswaren, die voor een groot deel worden geëxporteerd. Voor de productie wordt ook varkensvlees geïmporteerd omdat bijvoorbeeld sommige verwerkers specifieke soorten of kwaliteiten vlees nodig hebben die niet in voldoende mate of tegen de juiste prijs in Nederland beschikbaar zijn. De zelfvoorzieningsgraad van de Nederlandse varkensvleesketen ligt op circa 300%.
-Afzet
Circa 60% van het varkensvlees en 80% van de vleeswaren wordt in de supermarkt verkocht. Daarnaast wordt ongeveer 35% van het varkensvlees via de buitenhuishoudelijke markt (horeca, ziekenhuizen enzovoort) afgezet. De overige 5% van het varkensvlees wordt afgezet via speciaalzaken, markten, cateringbedrijven en directe verkoop aan consumenten, zoals via boerderijverkoop of lokale slagers buiten de reguliere supermarkt- en horecakanalen. Consumenten kopen meer varkensvlees in januari, gestimuleerd door reclameacties, tijdens het barbecueseizoen en in december vanwege de feestdagen. Supermarkten kopen varkensvlees hoofdzakelijk van de Nederlandse vleesindustrie.
Prijsvorming
De prijsontwikkeling van het pakket varkensvlees dat de consument in de supermarkt koopt, laat over de afgelopen jaren een lichte stijging zien. De gemiddelde prijs is in het najaar, vooral in november, iets hoger. De retail heeft een eigen prijsbeleid dat beperkt beïnvloed wordt door de inkoopprijs. Het prijsniveau bij concurrenten, promotieacties en de rol van vlees in het totale productassortiment van supermarkten spelen ook een rol. Prijsbewegingen van de industrie (producentenprijs) en boeren (af boerderij) vertonen daarom nauwelijks samenhang met de consumentenprijs. Voor de handel tussen de slachterijen en supermarkten worden jaarcontracten gebruikt. Daarbinnen vindt per vier weken overleg plaats over reclameacties. Afhankelijk van onder andere het weer vinden dagelijks correcties plaats op de bestelde volumes. Slachterijen geven de prijsbewegingen op hun afzetmarkt door aan de varkenshouders. De markten voor varkens en varkensvlees in Noordwest-Europa zijn nauw met elkaar verweven. De prijsvorming is vrij. Door de seizoenseffecten in de afzet op detailhandelsniveau schommelen ook de wekelijkse slachterij- en handelsnoteringen of opbrengsten van vleesvarkens. De EU heeft een zelfvoorzieningsgraad in varkensvlees van circa 125%, wat betekent dat de Europese varkensprijzen mede beïnvloed worden door prijsontwikkelingen en de vraag op wereldmarkten buiten Europa.
Prijsindices De consumentenprijsindex (CPI) is gebaseerd op varkensvlees bij supermarkten en slagers. De producentenprijsindex (PPI) is gebaseerd op de opbrengstprijzen van producenten van vers of gekoeld varkensvlees bij afzet naar het binnenland. De af-boerderijprijs is gebaseerd op de wekelijkse noteringen voor slachtvarkens. De indices zijn begin 2024 herzien, waarbij het jaar 2020 op 100% is gezet.
|