Actuele voedselprijzen - Varkensvlees |
Opwaartse prijstrend varkensvleesketen houdt aan
|
13-8-2025
|
In mei 2025 stond de consumentenprijsindex op 132 punten, wat een kleine 1% hoger is dan in maart (131 punten). De producentenprijs steeg in dezelfde periode met 4,5% van 135 naar 141 punten. De af-boerderijprijs liet met een stijging van bijna 14%, van 120 punten in maart naar 137 punten in mei, een opvallend sterker herstel zien.
|
Deze prijsbewegingen bevestigen het eerder ingezette herstel in de markt.
Prijsontwikkeling In mei 2025 stond de consumentenprijsindex (CPI) voor varkensvlees op 132 punten, een kleine stijging van 1% ten opzichte van maart 2025 (131 punten) en ruim 8% hoger dan in mei 2024 (123 punten). Daarmee zet de gestage stijging van de afgelopen jaren zich door en is de CPI zelfs hoger dan de piek van eind 2022. Deze ontwikkeling past binnen een langdurige, geleidelijke stijgende trend die al zichtbaar is sinds 2016. Binnen die trend was er in het voorjaar van 2022 een opvallende versnelling in de prijsstijging.
De langzame maar gestage stijging van alle indexen sinds 2016 hangt samen met structurele factoren zoals stijgende kosten voor voer, energie en arbeid, en een toenemende focus op duurzaamheid en dierenwelzijn in de keten, wat de productiekosten verhoogt. De plotselinge en forse stijging in 2022 werd daarentegen vooral veroorzaakt door de economische gevolgen van de Russische inval in Oekraïne. Die gebeurtenis leidde tot onzekerheid op de wereldmarkten, hogere energie- en grondstofprijzen en verstoringen in de internationale handel, wat zich snel vertaalde in hogere productiekosten en ook hogere consumentenprijzen voor onder andere varkensvlees. In totaal is de CPI voor varkensvlees sinds 2022 met circa 20 punten gestegen, waarmee de invloed van zowel de structurele trend als plotselinge geopolitieke schokken duidelijk zichtbaar is.
De producentenprijsindex (PPI) kwam in mei uit op 141 punten, 4,5% hoger dan in maart 2025 en 7% lager dan in dezelfde maand vorig jaar. Na prijsschommelingen begin 2025, met een tijdelijke dip door een MKZ-uitbraak in Duitsland, herstelt de prijs zich sinds maart. De stijging wordt deels verklaard door een dalend aanbod: slachtgewichten namen af en slachtaantallen dalen door bedrijfsbeëindigingen (onder andere via Lbv en Lbv+).
De af-boerderijprijs (API) steeg opvallend sterk: van 120 punten in maart naar 137 punten in mei, een stijging van bijna 14%. De reden is de krappere varkensaanvoer in Nederland vanwege dalende aanvoer zoals hierboven genoemd. Doordat er minder varkens worden aangeboden, moeten slachterijen meer betalen om genoeg dieren te krijgen om hun slachtcapaciteit volledig te benutten. Dit hoge prijsniveau houdt mogelijk geen stand: sinds juni zijn er scherpe prijsdalingen (>10 cent per week), wat wijst op een omslagmoment. De hoge prijzen lijken op termijn niet houdbaar, zeker nu de zomerperiode nadert en buitenlandse markten (zoals Duitsland en China) druk op de keten uitoefenen.
De prijsontwikkeling bevestigt het herstel dat begin 2025 is ingezet, maar recente trends duiden op een afvlakking. De komende maanden zal blijken of het marktevenwicht standhoudt, of dat er opnieuw een neerwaartse correctie is.
Toelichting op drie niveaus Keten
Het varkensvlees wordt in de supermarkt of bij de slager gekocht. Supermarkten en slagers kopen varkensvlees van de vleesindustrie. Die bestaat uit slachterijen en vleesverwerkers. Slachterijen kopen vleesvarkens van veehouders rechtstreeks of via veehandelaren. Veehouders produceren vleesvarkens in gespecialiseerde bedrijven of gesloten bedrijven. Gespecialiseerde bedrijven kopen biggen en mesten die op tot slachtrijpe varkens, terwijl gesloten bedrijven zowel de fokzeugen houden als de biggen zelf opfokken tot vleesvarkens. Zeugenbedrijven zijn belangrijke toeleveranciers van biggen voor de gespecialiseerde bedrijven. De gesloten bedrijven produceren de eigen biggen.
Varkenshouderijen
De in totaal circa 2.500 bedrijven met vleesvarkens produceren ruim 15 miljoen vleesvarkens. Hiervan worden bijna 1 miljoen dieren geëxporteerd vooral binnen de EU. Daarnaast worden er bijna 6 miljoen biggen over de grens verkocht. Dit betekent dat Nederland niet alleen volwassen vleesvarkens exporteert, maar ook veel jonge biggen die in andere landen verder worden opgefokt tot vleesvarkens.
Industrie
De verwerking van varkensvlees is voor een belangrijk deel gekoppeld aan de slachterijen. Er zijn vier grote slachterijen, naast een beperkt aantal zelfslachtende slagers. In 2024 werden in Nederland 14,5 miljoen varkens binnenlands geslacht. De vleesindustrie slacht en verwerkt de dieren tot vers vlees en vleeswaren, die voor een groot deel worden geëxporteerd. Voor de productie wordt ook varkensvlees geïmporteerd omdat bijvoorbeeld sommige verwerkers specifieke soorten of kwaliteiten vlees nodig hebben die niet in voldoende mate of tegen de juiste prijs in Nederland beschikbaar zijn. De zelfvoorzieningsgraad van de Nederlandse varkensvleesketen ligt op circa 300%.
Afzet
Circa 60% van het varkensvlees en 80% van de vleeswaren wordt in de supermarkt verkocht. Daarnaast wordt ongeveer 35% van het varkensvlees via de buitenhuishoudelijke markt (horeca, ziekenhuizen enzovoort) afgezet. De overige 5% van het varkensvlees wordt afgezet via speciaalzaken, markten, cateringbedrijven en directe verkoop aan consumenten, zoals via boerderijverkoop of lokale slagers buiten de reguliere supermarkt- en horecakanalen. Consumenten kopen meer varkensvlees in januari, gestimuleerd door reclameacties, tijdens het barbecueseizoen en in december vanwege de feestdagen. Supermarkten kopen varkensvlees hoofdzakelijk van de Nederlandse vleesindustrie.
Prijsvorming
De prijsontwikkeling van het pakket varkensvlees dat de consument in de supermarkt koopt, laat over de afgelopen jaren een lichte stijging zien. De gemiddelde prijs is in het najaar, vooral in november, iets hoger. De retail heeft een eigen prijsbeleid dat beperkt beïnvloed wordt door de inkoopprijs. Het prijsniveau bij concurrenten, promotieacties en de rol van vlees in het totale productassortiment van supermarkten spelen ook een rol. Prijsbewegingen van de industrie (producentenprijs) en boeren (af boerderij) vertonen daarom nauwelijks samenhang met de consumentenprijs. Voor de handel tussen de slachterijen en supermarkten worden jaarcontracten gebruikt. Daarbinnen vindt per vier weken overleg plaats over reclameacties. Afhankelijk van onder andere het weer vinden dagelijks correcties plaats op de bestelde volumes. Slachterijen geven de prijsbewegingen op hun afzetmarkt door aan de varkenshouders. De markten voor varkens en varkensvlees in Noordwest-Europa zijn nauw met elkaar verweven. De prijsvorming is vrij. Door de seizoenseffecten in de afzet op detailhandelsniveau schommelen ook de wekelijkse slachterij- en handelsnoteringen of opbrengsten van vleesvarkens. De EU heeft een zelfvoorzieningsgraad in varkensvlees van circa 125%, wat betekent dat de Europese varkensprijzen mede beïnvloed worden door prijsontwikkelingen en de vraag op wereldmarkten buiten Europa.
Prijsindices De consumentenprijsindex (CPI) is gebaseerd op varkensvlees bij supermarkten en slagers. De producentenprijsindex (PPI) is gebaseerd op de opbrengstprijzen van producenten van vers of gekoeld varkensvlees bij afzet naar het binnenland. De af-boerderijprijs is gebaseerd op de wekelijkse noteringen voor slachtvarkens. De indices zijn begin 2024 herzien, waarbij het jaar 2020 op 100% is gezet.
|