Actuele voedselprijzen - Zuivel |
Stijging melk- en zuivelprijzen in de hele keten
|
28-10-2024
|
De consumentenprijsindex van zuivel is in juli 2024 geëindigd op 130 (2020=100), een stijging van bijna 1% ten opzichte van mei. De producentenprijsindex (PPI) is op 123 punten geëindigd, een stijging van anderhalf procent. De prijsindex af boerderij is op 137 uitgekomen, ook een stijging van bijna 2%. Alle indexen laten nu een stijging zien ten opzichte van mei.
|
Prijsontwikkelingen De consumentenprijsindex van zuivel is in juli 2024 op 130 punten (2020=100) geëindigd, bijna 1% hoger dan in mei 2024, en bijna 2% lager dan in juli 2023. Sinds mei 2023 daalde de index na twee jaar aaneengesloten stijgingen met 6%. Vanaf november 2023 steeg de index weer licht en deze stijging zette door tot en met juli 2024. De consumentenprijsindex van zuivel is nog steeds hoog en ligt nu op het niveau van november/december 2022. De afzonderlijke zuivelproducten laten sterke verschillen zien. Tussen mei 2023 en november 2023 daalde de prijs van vloeibare zuivel het sterkst van alle zuivelproducten met 14%. De prijs van kaas daalde met 6% en houdbare melk en yoghurt met 4%. Vanaf november tot januari van dit jaar daalde de prijs van vloeibare zuivel nog eens met 1%, terwijl de prijzen van houdbare melk en kaas nog stegen met 1%. Vanaf januari 2024 namen de meeste prijzen weer iets toe, met uitzondering van houdbare melk, dat weer 1% daalde in prijs.
De (binnenlandse) producentenprijsindex voor zuivel is in juli 2024 op 123 punten uitgekomen. Dat is bijna anderhalf procent hoger dan in mei 2024. De producentenprijsindex ligt bijna op hetzelfde niveau als in januari 2023. Na een daling is de index in juli weer op het niveau van begin 2024. De buitenlandse producentenprijsindex is harder gedaald dan de binnenlandse. Sinds november 2023 is het verschil tussen de indices opgelopen. In 2024 bedraagt het verschil per maand ongeveer 7 punten in het voordeel van de binnenlandse producentenprijsindex.
De prijsindex af boerderij is in mei uitgekomen op 137 punten. Dat is een stijging van bijna 2% sinds mei 2024. Tot aan oktober 2023 is er een scherpe daling geweest, daarna is de prijsindex weer gestegen. De index staat 26% lager dan de absolute recordhoogte in november/december 2022. De prijsindex ligt in juli 2024 iets lager dan het niveau van maart 2022. In 2022 steeg de index flink, voor 2024 is de verwachting is dat de prijsindex af boerderij licht toeneemt. De melkaanvoer ligt volgens ZuivelNL in Nederland tot en met juli 2024 bijna 2% lager ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. EU-breed ligt de melkaanvoer in 2024 tot en met juni 1% hoger dan vorig jaar. Dit verklaart ook waarom de producentenprijs buitenland lager ligt. In de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland ligt de melkaanvoer rond de 1% lager dan het jaar ervoor. De Nederlandse melkveehouderij ondervindt vooral de gevolgen van de afbouw van de derogatie en het natte voorjaar. Sinds de zomer is hier ook blauwtong bijgekomen. Zuivelafnemers willen graag hun volumes op peil houden en zijn bereidwillig om hun leveranciers en/of leden een goede melkprijs te bieden. De melkprijs die melkveehouders ontvangen neemt nog steeds toe en de verwachting is dat de index de komende maanden verder toeneemt.
Keten Het merendeel van de zuivelproducten wordt door consumenten in Nederland in het supermarktkanaal gekocht. Supermarkten kopen melk en zuivelproducten van de zuivelindustrie, die daarnaast ook een aanzienlijk deel exporteert. Ook wordt consumentenzuivel geïmporteerd. De Nederlandse industrie wordt nagenoeg volledig beleverd door de Nederlandse melkveehouders. Er vindt nauwelijks import van rauwe melk plaats.
Melkveehouderij
In 2022 waren er in Nederland circa 14,7 duizend bedrijven met melk- en kalfkoeien, die gezamenlijk 13,8 miljard kg melk afleveren aan de Nederlandse zuivelindustrie; een relatief klein deel wordt achtergehouden op boerderijen en daar verwerkt (op basis van cijfers van het CBS).
Industrie
In 2022 telde de Nederlandse zuivelindustrie 26 ondernemingen die in totaal 52 productielocaties hebben met een capaciteit groter dan 10 miljoen kg (ZuivelNL). Ongeveer 90% van de gecollecteerde melk wordt verwerkt door vijf coöperaties. Het overgrote deel van de rauwe melk wordt verwerkt in kaas (circa 57%) en melkpoeder (circa 13%).
Afzet Circa 30% van de zuivelproductie blijft in Nederland, 45% wordt binnen de EU afgezet en met name in Duitsland, België en Frankrijk. De Nederlandse zuivelsector is internationaal georiënteerd: het saldo van de handelsbalans bedraagt 4,1 miljard euro. Ongeveer een kwart van de geëxporteerde zuivel verlaat de EU, waarbij China, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk de drie belangrijkste afzetlanden zijn buiten de EU (ZuivelNL).
De Nederlandse afzetmarkt is overzichtelijker dan de wereldmarkten als het gaat om de opererende zuivelaanbieders en afnemende partijen. Vóór de coronacrisis werd driekwart van de zuivelproducten in Nederland via de retail verkocht en een kwart via de horeca en andere kanalen. Het totaal aan consumentenbestedingen aan zuivel in alle verkoopkanalen voor voedsel in Nederland wordt geraamd op ruim 7 miljard euro (op basis van de Monitor Duurzaam Voedsel 2022). Op de Nederlandse retailmarkt zijn de inkooporganisaties van supermarkten Ahold Delhaize (37% marktaandeel), Jumbo (21% marktaandeel) en Superunie (26% gezamenlijk marktaandeel van aangesloten winkelformules) de belangrijkste afzetpartijen voor de zuivelindustrie. Naast de Nederlandse zuivelondernemingen richt zich een aantal vooral grotere Europese zuivelondernemingen op de Nederlandse consument. Het aandeel van deze ondernemingen is relatief klein door een groot competitief voordeel van de Nederlandse ondernemingen.
Op de internationale markten, en met name buiten de EU, zijn zuivelgroothandels (intermediairs) belangrijke afzetpartijen. Zuivelondernemingen uit Nieuw-Zeeland en Australië, Noord-Amerika, andere zuivelondernemingen uit Europa en lokale zuivelondernemingen opereren vaak tegelijkertijd in dezelfde landen als de Nederlandse zuivelondernemingen.
Prijsvorming
In de zomermaanden is er een groter aanbod van melk dan in de wintermaanden. Met toeslagen en heffingen worden boeren aangemoedigd om meer in de winter te leveren. De omvang van de productie is tot april 2015 beperkt geweest door de quotering in het kader van het EU-zuivelbeleid. Per 1 april 2015 zijn de quota komen te vervallen. De prijsondersteuning vanuit het Europees landbouwbeleid is al eerder grotendeels vervangen door directe betalingen.
De prijs die de melkveehouder voor melk ontvangt bestaat uit een aantal componenten. In het geval van FrieslandCampina is het een garantieprijs, de jaarlijkse prestatietoeslag en de uitgifte van ledenobligaties-vast. Melkveehouders die niet aangesloten zijn bij een coöperatie, leveren melk op basis van contracten met de particuliere zuivelindustrie. Vaak wordt de melkprijs van de coöperaties gebruikt als een referentie. Het resultaat van de Nederlandse zuivelondernemingen is afhankelijk van hun prestatie op de binnenlandse en buitenlandse markten. Prijsontwikkelingen in binnen- en buitenland sluiten niet altijd op elkaar aan door verschillen in marktdynamiek. Verschillen in kwaliteit, duurzaamheidseisen en in soorten gevraagde zuivelproducten in binnen- en buitenland spelen hierbij een belangrijke rol.
De voorwaarden en prijzen van zuivelproducten in Nederland komen tot stand via bilaterale contractonderhandelingen tussen zuivelondernemingen en (Nederlandse) supermarkten.
|