Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Voedselprijzenmonitor > Thema's > Voedselprijzen
     
Voedselprijzen
Kies een indicator
Actuele voedselprijzen - Zuivel

Zuivelprijzen lijken te stabiliseren op een hoger prijsniveau in de gehele zuivelketen
2-12-2025

De consumentenprijsindex van zuivel is in september 2025 geëindigd op 134 punten (2020=100). Daarmee ligt de index een krappe 1% lager dan in augustus 2025. De producentenprijsindex (PPI) is in september vrijwel gelijk (+0,2%) aan het niveau van augustus 2025. De prijsindex af boerderij is op 164 punten uitgekomen, een daling van ongeveer een 1% ten opzichte van augustus dit jaar. Alle drie de prijsindexcijfers zijn gestegen ten opzichte van dezelfde maand een jaar geleden, waarbij de API de grootste stijging laat zien van ruim 10%.


  

Prijsontwikkelingen
De consumentenprijsindex van zuivel is in september 2025 uitgekomen op 134 punten (2020=100), een daling van een krappe 1% ten opzichte van augustus en 2% ten opzichte van juli 2025. Deze lichte daling signaleert geen trendbreuk, maar een stabilisatie op een hoger prijsniveau na de stijgingen in het voorjaar. Ten opzichte van dezelfde maand een jaar geleden, is de CPI met bijna 4% gestegen. De consumentenprijs van zuivel bestaat uit verschillende componenten, zoals onder andere verse halfvolle en magere melk, kaas, yoghurt en houdbare melk. Van deze producten heeft verse halfvolle en magere melk de laagste prijsindex. Deze prijsindex lag in de periode 2017-2022 op hetzelfde niveau als de andere zuivelproducten, maar tussen mei 2023 en oktober 2024 daalde de prijs van dit product met 15%, terwijl de prijsindexcijfers van de overige producten redelijk stabiel bleven. Deze ontwikkeling hangt samen met de directe koppeling tussen verse melkprijzen en de af-boerderijprijs, die begin 2023 scherp daalde. Eind 2024 vertoont de prijsindex voor verse melk weer herstel, maar dit herstel is niet zo sterk als de stijging van de af-boerderijprijs. De stijging van de prijsindex van kaas is in 2024 geleidelijk opgelopen en deze stijging zette zich voort in 2025 tot aan september 2025. De index van september staat op 137 punten en dat is een lichte daling van 1% ten opzichte van augustus 2025. De prijsindex van yoghurt is in 2024 geleidelijk opgelopen, waarna de prijsindex in januari 2025 een kleine daling toont. Sindsdien schommelt de prijsindex rond een hoger prijsniveau en ligt de prijsindex van yoghurt op 137 punten in september 2025. Yoghurt heeft daarmee de hoogste prijsindex van alle zuivelproducten. De prijsindex van houdbare melk staat op 131 punten in september 2025 en ligt daarmee ruim boven de prijsindex van verse melk, maar onder de prijsindex van kaas en yoghurt.

De producentenprijsindex van de zuivelindustrie- en handel is in september 2025 uitgekomen op 129 punten en is daarmee nagenoeg gelijk aan het niveau van augustus 2025. De PPI ligt iets onder het niveau van september 2024 (-2%) en juni 2025 (-2,5%). Ten opzichte van het buitenland ligt de producentenprijsindex in Nederland op een hoger niveau. Nederland behoort daarmee qua productiekosten tot de Europese top 3. Hoge verwerkingskosten, waaronder energie, arbeid, logistiek en kosten om te voldoen aan de milieuregels, spelen hierbij een belangrijke rol waardoor Nederlandse verwerkers hogere outputprijzen hanteren voor stabiele marges. In 2025 is de binnenlandse producentenprijsindex ongeveer 10 punten hoger dan de buitenlandse prijsindex.

De prijsindex af boerderij (API) is in september 2025 uitgekomen op 164 punten. Dit is een lichte daling ten opzichte van de maanden ervoor (mei-juli) toen de API op 165-166 punten stond. Deze lichte daling hangt samen met stijgende melkvolumes in Europa en Oceanië (Rabobank Knowledge), waardoor het aanbod wat minder krap wordt en de prijs zich weer wat lijkt te stabiliseren. Desalniettemin blijft het aanbod krapper dan gemiddeld en dat is te zien in het prijsniveau af boerderij dat nog 10% hoger ligt dan in september 2024.

De Nederlandse melkveehouderij ondervindt nog steeds de gevolgen van de afbouw van de derogatie. In 2025 mogen melkveehouders minder stikstof uit dierlijke mest aanwenden dan in 2024. Dit zorgt voor een grotere druk op de mestmarkt, waardoor meer melkveehouders problemen kunnen gaan ondervinden bij het afzetten van de mest. Een gevolg hiervan zou kunnen zijn dat er meer melkveehouders het bedrijf beëindigen of andere maatregelen nemen om de mestproductie te verminderen. Op dit moment hebben volgens RVO 446 melkveebedrijven een aanvraag ingediend om het bedrijf te beëindigen via de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en de Lbv-plus (Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties, 16 oktober 2025). Bij gemiddeld 118 melkkoeien (Agrimatie, 2024) op een stoppend bedrijf zou dit in theorie een daling van de melkkoeienstapel met bijna 53.000 melkkoeien kunnen betekenen. Dit kan gevolgen hebben voor de Nederlandse melkproductie. Zuivelafnemers willen graag hun volumes op peil houden en zijn bereid vanwege krimp in de veestapel leveranciers en/of leden een goede melkprijs te bieden (&39;Krimp is goed voor de melkprijs&39; - Boerderij).



Keten
Het merendeel van de zuivelproducten wordt door consumenten in Nederland in het supermarktkanaal gekocht. Supermarkten kopen melk en zuivelproducten van de zuivelindustrie, die daarnaast ook een aanzienlijk deel exporteert. Ook wordt consumentenzuivel geïmporteerd. De Nederlandse industrie wordt nagenoeg volledig beleverd door de Nederlandse melkveehouders. Er vindt nauwelijks import van rauwe melk plaats.

-Melkveehouderij
In 2022 waren er in Nederland circa 14,7 duizend bedrijven met melk- en kalfkoeien, die gezamenlijk 13,8 miljard kg melk afleveren aan de Nederlandse zuivelindustrie; een relatief klein deel wordt achtergehouden op boerderijen en daar verwerkt (op basis van cijfers van het CBS).

-Industrie
In 2022 telde de Nederlandse zuivelindustrie 26 ondernemingen die in totaal 52 productielocaties hebben met een capaciteit groter dan 10 miljoen kg (ZuivelNL). Ongeveer 90% van de gecollecteerde melk wordt verwerkt door vijf coöperaties. Het overgrote deel van de rauwe melk wordt verwerkt in kaas (circa 57%) en melkpoeder (circa 13%).

-Afzet
Circa 30% van de zuivelproductie blijft in Nederland, 45% wordt binnen de EU afgezet en met name in Duitsland, België en Frankrijk. De Nederlandse zuivelsector is internationaal georiënteerd: het saldo van de handelsbalans bedraagt 4,1 miljard euro. Ongeveer een kwart van de geëxporteerde zuivel verlaat de EU, waarbij China, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk de drie belangrijkste afzetlanden zijn buiten de EU (ZuivelNL).

De Nederlandse afzetmarkt is overzichtelijker dan de wereldmarkten als het gaat om de opererende zuivelaanbieders en afnemende partijen. Vóór de coronacrisis werd driekwart van de zuivelproducten in Nederland via de retail verkocht en een kwart via de horeca en andere kanalen. Het totaal aan consumentenbestedingen aan zuivel in alle verkoopkanalen voor voedsel in Nederland wordt geraamd op ruim 7 miljard euro (op basis van de Monitor Duurzaam Voedsel 2022). Op de Nederlandse retailmarkt zijn de inkooporganisaties van supermarkten Ahold Delhaize (37% marktaandeel), Jumbo (21% marktaandeel) en Superunie (26% gezamenlijk marktaandeel van aangesloten winkelformules) de belangrijkste afzetpartijen voor de zuivelindustrie. Naast de Nederlandse zuivelondernemingen richt zich een aantal vooral grotere Europese zuivelondernemingen op de Nederlandse consument. Het aandeel van deze ondernemingen is relatief klein door een groot competitief voordeel van de Nederlandse ondernemingen.

Op de internationale markten, en met name buiten de EU, zijn zuivelgroothandels (intermediairs) belangrijke afzetpartijen. Zuivelondernemingen uit Nieuw-Zeeland en Australië, Noord-Amerika, andere zuivelondernemingen uit Europa en lokale zuivelondernemingen opereren vaak tegelijkertijd in dezelfde landen als de Nederlandse zuivelondernemingen.

Prijsvorming
In de zomermaanden is er een groter aanbod van melk dan in de wintermaanden. Met toeslagen en heffingen worden boeren aangemoedigd om meer in de winter te leveren. De omvang van de productie is tot april 2015 beperkt geweest door de quotering in het kader van het EU-zuivelbeleid. Per 1 april 2015 zijn de quota komen te vervallen. De prijsondersteuning vanuit het Europees landbouwbeleid is al eerder grotendeels vervangen door directe betalingen.

De prijs die de melkveehouder voor melk ontvangt bestaat uit een aantal componenten. In het geval van FrieslandCampina is het een garantieprijs, de jaarlijkse prestatietoeslag en de uitgifte van ledenobligaties-vast. Melkveehouders die niet aangesloten zijn bij een coöperatie, leveren melk op basis van contracten met de particuliere zuivelindustrie. Vaak wordt de melkprijs van de coöperaties gebruikt als een referentie. Het resultaat van de Nederlandse zuivelondernemingen is afhankelijk van hun prestatie op de binnenlandse en buitenlandse markten. Prijsontwikkelingen in binnen- en buitenland sluiten niet altijd op elkaar aan door verschillen in marktdynamiek. Verschillen in kwaliteit, duurzaamheidseisen en in soorten gevraagde zuivelproducten in binnen- en buitenland spelen hierbij een belangrijke rol.

De voorwaarden en prijzen van zuivelproducten in Nederland komen tot stand via bilaterale contractonderhandelingen tussen zuivelondernemingen en (Nederlandse) supermarkten.



Kies een keten

Meer informatie over dimensies
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >
Referenties
• Gegevens over de PPI 2012-heden van CBS Statline (Indices van laatste 5 maanden zijn voorlopige gegevens).
• Gegevens over de gebruikte PPI 2005-2012 van CBS Statline.
• Gegevens over de gebruikte CPI 2000-heden van CBS-Statline (indices van de laatste maand zijn voorlopige gegevens).


Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief



naar boven