Antibioticagebruik - Vleeskalverhouderij |
Antibioticagebruik bij vleeskalveren laat weinig verandering zien
|
15-7-2025
|
Bij vleeskalveren blijft het gebruik het hoogst van de vijf grootste diersectoren (melkvee, overig rundvee, varkens, vleeskalveren en vleeskuikens). Vanaf 2016 was een gestage afname te zien tot 2021: dan blijft het antibioticagebruik met 15,4 dagdoseringen per dierjaar vrijwel gelijk aan 2020 (15,3). Ook in 2022 is het antibioticagebruik gelijk aan de voorgaande jaren (15,3). In 2023 stijgt het antibioticagebruik naar 16,4 dagdoseringen per dierjaar. In 2024 neemt het antibioticagebruik weer af naar 15,9 dagdoseringen per dierjaar. Dit is een afname van 6,2 dagdoseringen ten opzichte van 2015, het jaar waarna de daling inzette. Op bedrijfsniveau is het gemiddelde gebruik in de verschillende diercategorieën (blankvlees, rosévlees start en rosévlees afmest) licht gestegen en zijn de verschillen tussen bedrijven groter geworden. Het structureel hoog gebruik is, ondanks het plan van aanpak van de sector om structureel hoog gebruik terug te dringen, toegenomen. Het stabiel hoge gebruik in combinatie met het stijgen van het aantal structureel hooggebruikers laten zien dat aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om het gebruik in de kalversector te reduceren. Hiervoor zijn een aantal pilotstudies uitgevoerd, waarvan binnenkort de resultaten worden verwacht. Sinds 1 januari 2023 mogen Duitse kalveren vervoerd worden vanaf een leeftijd van 28 dagen in plaats van 14 dagen. Dit betekent dat de kalveren een hoger opzetgewicht hebben; hiervoor wordt niet gecorrigeerd in de berekening. De invloed van de gewijzigde importleeftijd van Duitse kalveren op het gebruikspatroon van antibiotica is niet bekend en niet nader onderzocht. Jaarlijks worden er ongeveer 1,5 miljoen kalveren geslacht en in 2024 zijn er ruim een half miljoen kalveren geïmporteerd uit Duitsland (CBS, 2025; RVO, 2025; SDa, 2025).
|
Het gebruik van antibiotica die door de WHO als meest kritisch voor de humane geneeskunde zijn gedefinieerd, is in de afgelopen vijf jaar sterk verminderd. Het gebruik van fluoroquinolonen is met 0,01 dagdoseringen per dierjaar laag. Er is geen gebruik van polymyxines en er zijn in 2024 opnieuw geen derde- en vierdegeneratiecefalosporinen gebruikt.
De SDa heeft onderscheid gemaakt tussen vleeskalveren op blankvleesbedrijven en rosékalveren op start- en afmestbedrijven. Antibiotica worden voornamelijk bij jonge dieren gebruikt. Op de blankvleesbedrijven is het gebruik al enkele jaren relatief stabiel op ongeveer 20 DDDAF. Er blijft een grote spreiding tussen bedrijven. Op rosévlees startbedrijven kregen dieren in 2024 gemiddeld 76,2 dagdoseringen per dierjaar en daarmee zien we wederom een stijging (van 70,6 en 73,2 in 2022 en 2023). Op de afmestbedrijven, waar dieren ouder zijn dan 11 weken (rosé), kregen de dieren in 2024 gemiddeld 4,4 dagdoseringen per dierjaar ten opzichte van 4,0 dagdoseringen in 2023.
|