| Barometer: resultaten per maand - Melkveehouderij |
Saldo melkveehouderij in mei gestegen door hogere melk- en veeprijzen
|
9-7-2024
|
Het maandsaldo van het gestandaardiseerde melkveebedrijf kwam in mei 2024 uit op 25.700 euro. Dit was 24% hoger dan in dezelfde maand van het voorgaande jaar en 29% boven het langjarig gemiddelde van deze maand. In 2023 daalden de Nederlandse zuivelnoteringen tot september, waarna ze een stijging inzetten. Begin juni 2024 resulteerde dit in een 56% hogere notering voor boter in vergelijking met het laagste niveau in 2023. Voor de andere zuivelnoteringen was het herstel minder groot, met een stijging van 12 tot 20%. Het gestandaardiseerde bedrijf bestaat uit 112 melkkoeien met een gemiddelde melkproductie van 8.950 liter per koe.
|
In 2023 daalde de melkprijs van bijna 60 euro per 100 kg in januari naar ruim 40 euro in september en oktober. In mei 2024 herstelde de melkprijs zich tot bijna 46,5 euro, ongeveer 24% boven het tienjaarsgemiddelde. De toegerekende kosten zijn iets gedaald maar blijven nog steeds hoog. In 2023 lagen deze kosten 30% boven het tienjaarsgemiddelde. In mei 2024 waren de kosten gedaald naar 19% boven het tienjaarsgemiddelde en 8% onder het niveau van mei 2023. De bovengemiddelde melkprijs compenseerde de bovengemiddelde (voer)kosten, waardoor het maandsaldo in mei 29% boven het tienjaarsgemiddelde lag. De prijzen van kalveren lagen in mei 23% boven het langjarig gemiddelde, terwijl de prijzen van slachtkoeien 33% hoger waren. In vergelijking met dezelfde maand vorig jaar lagen de kalverprijzen in mei 16% lager en de prijzen van slachtkoeien 4% lager.
De krachtvoerprijs daalde in 2023 en was ruim 5% lager dan in 2022. Deze daling zette zich voort tot en met april 2024. Per saldo lag de krachtvoerprijs in mei 13% onder het niveau van dezelfde maand in 2023, maar nog steeds 19% boven het tienjaarsgemiddelde. De prijs van mais lag in januari ruim 10% onder het niveau van een jaar daarvoor, terwijl de prijs voor hooi ongeveer gelijk bleef aan vorig jaar.
Het voortschrijdend jaarsaldo daalde vanaf april 2023, voornamelijk door de lagere melkprijs ten opzichte van het jaar ervoor. Het voortschrijdend saldo daalde van 56% boven het langjarig gemiddelde in maart en april 2023 tot 5% in mei 2024. Het meest recente voortschrijdend jaarsaldo, over de 12 maanden tot en met mei 2024, steeg licht, vooral door de hogere melkprijs.
Zuivelnoteringen en melkaanvoer
De Nederlandse zuivelnoteringen daalden in 2023 tot september, waarna ze een stijging inzetten. Begin juni 2024 resulteerde dit in een 56% hogere notering voor boter in vergelijking met het laagste punt in 2023. Voor de andere zuivelnoteringen was het herstel minder groot, met een stijging van 12 tot 20%. Over de eerste vijf maanden van 2024 steeg de notering van boter met 23%, terwijl de andere noteringen licht stegen of daalden. Omdat ongeveer de helft van de Nederlandse melk tot kaas wordt verwerkt, is de prijsontwikkeling van kaas van invloed op de melkprijs. De EU-kaasprijs daalde in 2023 met ongeveer 19% ten opzichte van 2022, wat duidelijk minder was dan de zuivelnoteringen, die met circa 30% daalden. In 2024 waren de schommelingen in de noteringen beperkt.
In 2023 kwam de melkaanvoer in Nederland 0,9% hoger uit dan het jaar daarvoor. Over de eerste vier maanden van 2024 was de melkaanvoer 1% lager dan in dezelfde periode van 2023. Na correctie voor de extra dag in februari door het schrikkeljaar, daalde de melkaanvoer met 2%.
De Europese melkproductie was over de eerste drie maanden van 2024 1,1% hoger dan een jaar eerder, maar na correctie voor de schrikkeldag bleef deze gelijk. De melkaanvoer in Nederland blijft achter in vergelijking met de Europese cijfers. Binnen Europa nam alleen in Ierland de melkaanvoer af, terwijl Polen de grootste stijger was met 4,7%. In Australië nam de aanvoer nog met 5,5% toe, terwijl deze in Argentinië met 14% daalde.
Global Dairy Trade
De Global Dairy Trade index halveerde vanaf maart 2022 tot en met augustus 2023, met af en toe een kleine opleving. Na augustus steeg de index met 37%, waarvan 16% in 2024.
|