Inkomen uit bedrijf - Glastuinbouw |
Dalende lijn ingezet voor glastuinbouw
|
19-12-2022
|
Dit jaar stonden inkomens van glastuinders onder grote druk van toegenomen kosten, lager consumentenvertrouwen, hoge inflatie en wisselende opbrengsten. Door een relatief warm jaar bij zeer zonnige omstandigheden kon door sterke aanpassingen in de bedrijfsstrategie een sterkere daling van het inkomen worden voorkomen.
|
Bestaande afspraken met afnemers en nog lopende vaste energiecontracten dempten de terugval. Naar mate het jaar verstreek, nam dit belang af. Daarnaast werd gekozen voor kostenbesparingen. Indien de financiĆ«le situatie dit toeliet, investeerden telers in energiebesparende maatregelen. Soms ging dit hand in hand met extensivering omdat vooral de energiekosten met prijzen op de vrije markt sterk stegen. Sommige bedrijven die hiervan voor het grootste deel afhankelijk waren moesten (delen van) de teelt (tijdelijk) staken. De aangepaste teeltmethoden die telers noodgedwongen moesten doorvoeren hadden soms gevolgen voor de kwaliteit van producten. Het algemene beeld is dat het productievolume daalde. Prijzen in de sierteelt namen wat af na enkele goede jaren. Die in de glasgroente stegen, enigszins tegen de verwachting in. In de winterperiode waren ze hoog door beperkte aanbod. In de zomer bij hoger aanbod bleven de prijzen op niveau. Bedrijven hebben dit jaar al beslissingen genomen voor de teelt in 2023, gezien de verwachte blijvend hoge prijzen van inputs. Dit zorgt vooral bij de glasgroenten voor een ander aanvoerpatroon door het jaar heen. Belichting, dat al verminderd aanwezig was in de winterperiode van ā21-ā22, zal naar verwachting in de winterperiode ā22-ā23 minder worden ingezet. Een toename van producten in het tweede en derde kwartaal ligt in het verschiet met hoge risicoās op laag rendement. In de sierteelt hebben ondernemers minder mogelijkheden hun teelt aan te passen of zonder groeilicht te produceren. In deze sectoren is de teruggang dan ook het grootst. Ook de mogelijkheid voor teruglevering van energie zijn daar beperkter dan bij de glasgroenten, waardoor ze minder hebben kunnen inspelen op de goede prijs die ze voor de verkoop ontvingen. Enkele bedrijven moesten in 2022 noodgedwongen stoppen.
Het inkomen uit bedrijf in 2022 wordt voor een gemiddeld glastuinbouwbedrijf geraamd op ongeveer 175.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Dit is globaal 100.000 euro lager dan in 2021 en ligt ook ongeveer 25.000 euro onder dan het gemiddeld inkomen in de periode 2015-2020. Het inkomen daalde omdat de kosten sterker stegen (24%) dan de opbrengsten (13%).
De verschillen in het inkomen tussen bedrijven zijn in de figuur gevisualiseerd door het groene vlak. Dit groene vlak vertegenwoordigt 60% van de bedrijven. Aan de onderkant van dit groene vlak bevindt zich 20% van de bedrijven die een lager inkomen hebben gegenereerd dan -22.000 euro. Illustratief voor de verschillen in inkomen is dat 20% van de bedrijven in 2022 een inkomen had dat hoger is dan 367.000 euro. Het inkomen van deze bedrijven ligt boven het groene vlak. De pot- en perkplantenbedrijven lieten de sterkste daling zien; van bijna 265.000 euro viel het inkomen terug naar -6.000 euro. De snijbloemenbedrijven behielden een inkomen van rond de 85.000 euro. Een daling van ruim 200.000 euro. Glasgroentebedrijven wisten door meevallende productopbrengsten en verkoop van energie hun inkomen nog te verbeteren tot 415.000 euro per oaje.
Het gemiddelde glastuinbouwbedrijf groeide ruim 3% in omvang. De daarmee samenhangende hogere kosten en opbrengsten laten het gemiddelde bedrijf groeien tussen 2021 en 2022. Daarnaast ontwikkelen de verschillende kosten- en opbrengstenposten zich door middel van prijs- en volumeveranderingen. Ook de steekproef van bedrijven, waarop de cijfers zijn gebaseerd, is elk jaar anders, en worden de wegingsfactoren die bedrijven meekrijgen elk jaar aangepast. Met deze aanpassingen in het achterhoofd zijn de veranderingen van het gemiddelde bedrijf berekend. Het gemiddelde inkomen is samengesteld uit veel verschillende bedrijven met verschillende grootte, bedrijfsinrichting en kosten- en opbrengstenstructuur. Het bedrijfsresultaat en het gemiddeld inkomen zijn het resultaat van geschatte kosten als opbrengsten ontwikkelingen op een zeer beweeglijke markt. Door met name de energiecrisis en marktsituatie in 2022 en de operationele en strategische managementbeslissingen die men op basis van de eigen bedrijfssituatie naar aanleiding hiervan neemt, ook in de laatste twee maanden van het jaar, moet de uitkomsten van deze raming als zeer voorlopige cijfers worden beschouwd.
Voor 2022 is geraamd dat de opbrengsten uit groente in 2022 4% hoger zullen zijn, die uit bloemen laten een daling zien van ongeveer 7% en ook van planten is een daling van 2,5% ingerekend. De opbrengsten stonden bij groenten onder invloed van lagere volumes bij gestegen prijzen. Bij bloemen en planten daalden zowel de aanvoer als de gemiddelde prijzen. Zoals gezegd zijn deze ontwikkelingen mede veroorzaakt door het juist zo goed verlopen 2021. De wat lagere opbrengsten uit de verkoop van producten werd deels goedgemaakt door de hogere inkomsten uit de verkoop van energie, met name door de hogere verkoopprijzen die werden gerealiseerd. Per saldo stegen de opbrengsten met 13%.
De kosten lagen voor het glastuinbouwbedrijf een stuk hoger dan vorig jaar. Vooral de toename van de energiekosten namen sterk toe. Andere stijgingen viel hierbij in het niet. Arbeid en financieringslasten stegen relatief nog het minst en soms nog minder dan de bedrijfsgroottegroei. Per saldo stegen de totale kosten met 24%.
De hierboven geschetste ontwikkelingen werken bij de onderliggende typen verschillend door. De glasgroentebedrijven konden meer dan de snijbloemen en pot- en perkplantenbedrijven profiteren van de hogere prijzen die men voor de teruglevering van energie ontvingen. Ook het goede weer in 2022 hielp mee de productie op peil te krijgen, ondanks de maatregelen die zijn genomen om te besparen op energie, soms zelfs te extensiveren en de teelt in sneltreinvaart aan de nieuwe teeltstrategie te laten aanpassen. Ook de productprijzen bleven voor het grootste deel goed, waardoor lagere volumes gecompenseerd konden worden met hogere opbrengsten. De snijbloemenbedrijven laten een daling van het inkomen per onbetaalde aje zien. Mede door lagere prijzen en dito aanvoer daalde het inkomen sterk, hoewel de sierteelt vorig jaar een zeer goed jaar kende. Pot- en perkplantenbedrijven kenden ook een minder jaar. Vooral perkplanten deden het minder goed.
|