De handel in landbouwgerelateerde goederen
5.1 Inleiding In dit hoofdstuk ligt de focus op landbouwgerelateerde goederen: dit zijn goederen die internationaal worden verhandeld ten behoeve van landbouw- of voedingssectoren. Bekende voorbeelden zijn landbouwmachines en machines voor de voedingsmiddelenindustrie, maar ook bijvoorbeeld meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen behoren tot de landbouwgerelateerde goederen.
De landbouwgerelateerde goederen (of tertiaire landbouwgoederen) vormen samen met de (primaire en secundaire) landbouwgoederen, een bredere definitie van de Nederlandse handel in landbouwgoederen. In paragraaf 5.1 komen de macro-ontwikkelingen aan bod, paragraaf 5.2 voegt een landendimensie toe, paragraaf 5.3 een goederendimensie en paragraaf 5.4 bespreekt de Nederlandse verdiensten aan de export van landbouwgerelateerde goederen.
5.2 Landbouwgerelateerde export ook naar nieuw record Voor 2022 wordt de export van landbouwgerelateerde goederen (of tertiaire landbouwexport) geraamd op 13,4 mld. euro (figuur 5.1), 23% meer dan in 2021 (toen 10,8 mld. euro). Het is een hoger groeipercentage dan bij de (primaire en secundaire) landbouwgoederen (+17%). Het betreft het zesde exportrecord op een rij. Dat geldt ook voor de import. De import van landbouwgerelateerde goederen wordt met 6,2 mld. euro geraamd op 18% meer dan in 2021 (toen 5,3 mld. euro). Door de sterkere groei van de export dan de import en het hogere niveau bij de export stijgt het handelsoverschot fors, met 28%. Het overschot is toegenomen van 5,6 tot 7,2 mld. euro, ook een record. Over de gehele periode 2010-2021 is het handelsoverschot 2,4 keer zo groot geworden. Dat is meer dan bij de import (verdubbeld) en de export (ruim verdubbeld).
 Figuur 5.2 geeft het ābredeā landbouwexportcijfer met de primaire, secundaire en tertiaire landbouwgoederen bij elkaar opgeteld. De export van de landbouw- en landbouwgerelateerde export wordt voor 2022 geraamd op 135,7 mld. euro, 18% hoger dan het oude record van 115,2 mld. euro in 2021. Ook de brede landbouwimport komt uit op een nieuw record met een bedrag van 94,4 mld. euro in 2022 (+23%). Het totale handelsoverschot komt uit op het hoogste bedrag ooit met 41,2 mld. euro (7% groei in 2022).

5.3 Tertiaire export naar het VK, Belgiƫ en VS groeit het hardst De export van landbouwgerelateerde goederen (figuur 5.3) leunt op veel vertrouwde bestemmingen. De top vijf bestaat uit Duitsland (15% van het totaal), Belgiƫ (13%) en Frankrijk (9%), Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk (elk 7%). Landbouwmachines worden het meest uitgevoerd bij de export naar Duitsland. Bij de export naar Belgiƫ, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk staan meststoffen bovenaan en bij de export naar de VS machines voor de voedingsmiddelenindustrie.
Er staan echter ook enkele bestemmingen bij die niet in de top tien van landbouwgoederen (figuur 3.2) staan. Zo staat Braziliƫ op plaats zes als bestemming van tertiaire landbouwexport en komt Canada naar voren op plek negen. Ook hier zijn meststoffen het belangrijkste tertiaire landbouwexportproduct van Nederland.
De tertiaire landbouwexport naar het Verenigd Koninkrijk (+45%), Belgiƫ (+42%) en de Verenigde Staten (+38%) is het hardst gegroeid in 2022, op enige afstand gevolgd door Duitsland (+28%). De groei van de export naar Frankrijk en Italiƫ was juist een stuk lager (+6%). Spanje (van negen naar acht) en Canada (van elf naar negen) zijn gestegen op de rangschikking van belangrijkste bestemmingen terwijl China juist uit de top tien is gevallen (van acht naar elf).
De export van meststoffen is enorm gegroeid (zie verder paragraaf 5.3) en is de grote motor onder de groei van de export naar de genoemde landen. De groei van de export naar Belgiƫ heeft volledig te maken met groei van de waarde van meststoffen. In het geval van Frankrijk, Polen, Spanje en Italiƫ is de exportgroei van meststoffen zelfs groter dan de totale exportgroei (krimp bij de som van de overige landbouwgerelateerde goederen). Voor Duitsland, VK, Braziliƫ en Canada geldt dat meer dan de helft van de exportgroei te verklaren is door een waardegroei van de export van meststoffen. De uitzondering is de Verenigde Staten waar de grootste groei in 2022 zit bij de export van landbouwmachines en machines voor de voedingsmiddelenindustrie.
Indien we zuiveren voor wederuitvoer en enkel kijken naar de landbouwgerelateerde export van Nederlandse makelij dan wisselen de Verenigde Staten (van vier naar drie) en Frankrijk van plek. Ook Canada (van negen naar zeven) en China (van elf naar tien) staan hoger indien wederuitvoer niet wordt meegerekend. Polen bewandelt juist de omgekeerde weg en zakt van zeven naar negen.

De invoer van landbouwgerelateerde goederen (figuur 5.5) ligt op een veel lager niveau dan de export (figuur 5.3). Een ander opvallend verschil is dat de handel veel geconcentreerder is. Van alle import komt 42% uit de buurlanden Duitsland en Belgiƫ. Uit Duitsland haalt Nederland in de eerste plaats veel landbouwmachines en op de tweede plaats kasmaterialen. Uit Belgiƫ komen vooral meststoffen gevolgd door kasmaterialen. In lijn met de ontwikkelingen bij de export wordt de groei van de import uit de buurlanden gedomineerd door meststoffen: de importgroei van meststoffen in 2022 is bij Belgiƫ en Duitsland groter dan de totale import van tertiaire landbouwimport.
De opvallendste verschillen met 2021 zijn te zien bij de Verenigde Staten (+45%, vooral meer landbouwmachines en tractors/landbouwtrailers), China (+46%, vooral meer landbouwmachines en kasmaterialen) en Japan (+211%, vooral meer tractors/landbouwtrailers). In het geval van Japan gaat het dus om ruim een verdrievoudiging van de invoerwaarde, maar het zijn wel relatief kleine bedragen. Al deze landen zijn ook gestegen in de rangorde van belangrijkste leveranciers. De Verenigde Staten klimmen van plek vier naar drie (ten koste van Frankrijk), China van zeven naar vijf (ten koste van Polen) en Japan van achttien naar tien (Israƫl zakt van tien naar elf).
 5.4 Exportwaarde van meststoffen neemt toe met 76% Op productniveau zijn er vier tertiaire landbouwgoederen met een hoge exportwaarde en zeven met een lage tot hele lage exportwaarde (figuur 5.6). De belangrijkste ontwikkeling in 2022 is een zeer sterke groei van de exportwaarde van meststoffen (+76%), wat voor het belangrijkste deel een gevolg is van prijsstijging. Daarmee zijn meststoffen voor het eerst het belangrijkste tertiaire landbouwexportproduct van Nederland geworden. Het gaat om een bedrag van 4,4 mld. euro, dat is een derde van het totaal aan tertiaire landbouwexport. Landbouwmachines zakken naar twee (23% aandeel) en daarna volgen machines voor de voedingsmiddelenindustrie (14%) en kasmaterialen (12%). De vier belangrijkste productgroepen zijn samen goed voor 82% van de totale exportwaarde.
Binnen de export van meststoffen is de export van kunstmest met een aandeel van 94% in de exportwaarde in 2022 zeer dominant. Het overige deel (6%) betreft de export van natuurlijke mest. De groei van de exportwaarde van meststoffen met 76% is toe te schrijven aan een forse prijsstijging van kunstmest, maar ook aan een duidelijke volumegroei bij de export van zowel kunstmest als natuurlijke mest. De exportprijs van natuurlijke mest is juist wat afgenomen.

Indien wederuitvoer niet wordt meegerekend dan blijft de top vier ongewijzigd (zie figuur 5.7). De export van deze goederen is namelijk voor het grootste deel van Nederlandse makelij. De nummer vijf van de totale export, vaccins voor dieren, zakt wel helemaal weg omdat vrijwel alle export wederuitvoer betreft. Er zit ook relatief veel wederuitvoer bij andere goederen buiten de top vier, waardoor de dominantie van de top vier nog groter wordt na zuivering voor wederuitvoer. Het aandeel van landbouwmachines, machines voor de voedingsmiddelenindustrie, kasmaterialen en meststoffen is nu niet 82% maar zelfs 93% van het totaal.

Aan de invoerkant zien we relatief veel landbouwmachines (1,5 mld. euro), kasmaterialen en meststoffen (elk 1,3 mld.) terug (figuur 5.8). Op enige afstand volgen tractors en landbouwtrailers, gewasbeschermingsmiddelen (elk 0,7 mld. euro) en machines voor de voedingsmiddelenindustrie (0,5 mld.). De andere landbouwgerelateerde goederen worden veel minder ingevoerd.
De invoerwaarde van meststoffen is net als de uitvoerwaarde hard gegroeid, met 58%. Ook de invoer van tractors en landbouwtrailers is flink gestegen (met 21%) en daarmee is deze productgroep een plek gestegen ten koste van gewasbeschermingsmiddelen (+1%).
Bij de import van meststoffen is, net als bij de export, kunstmest dominant met een aandeel van 96% in de exportwaarde in 2022 (4% natuurlijke mest). De sterke groei van de importwaarde van meststoffen in 2022 met 58% heeft te maken met een prijsstijging van kunstmest en natuurlijke mest en een volumegroei bij de import van kunstmest. Het importvolume van natuurlijke mest is juist afgenomen.
 5.5 āBredeā landbouwexportverdiensten meer dan 55 miljard euro
Ook voor de tertiaire of landbouwgerelateerde goederen kan worden vastgesteld hoeveel de export ervan oplevert voor de Nederlandse economie. Voor 2022 worden de verdiensten aan tertiaire landbouwexport geraamd op 5,9 mld. euro. Inclusief de primaire en secundaire landbouwgoederen (zie paragraaf 2.4) komen de ābredeā landbouwexportverdiensten voor Nederland daarmee uit op 55,4 mld. euro. Dat is een fors nieuw record.
Voor de landbouwgerelateerde goederen zijn voor het jaar 2021 ook gegevens beschikbaar op een goederenniveau (zie figuur 5.9). Daaruit blijkt dat Nederland het meest verdient aan de export van landbouwmachines (1,31 mld. euro), gevolgd door meststoffen (1,28 mld.), machines voor de voedingsmiddelenindustrie (1,06 mld.) en kasmaterialen (0,77 mld.). Aan alle overige tertiaire landbouwexport verdiende Nederland in 2021 ruim een half mld. euro.

Aan een gemiddelde euro exportwaarde van landbouwgerelateerde goederen verdient Nederland meer dan aan een gemiddelde euro exportwaarde van landbouwgoederen: 47 om 41 eurocent (zie figuur 5.10 in vergelijking met figuur 4.2). Dat heeft te maken met minder wederuitvoer, maar exclusief wederuitvoer ligt het rendement ook hoger bij de landbouwgerelateerde goederen dan bij de landbouwgoederen (61 om 58 eurocent). Het meest lucratief betreft de export van machines voor de voedingsmiddelenindustrie. Hieraan verdient Nederland 56 eurocent per euro exportwaarde. Indien we enkel kijken naar de in Nederland geproduceerde export (zonder wederuitvoer) dan blijken machines voor de voedingsmiddelenindustrie, landbouwmachines en meststoffen even lucratief met 62 eurocent exportverdiensten per euro exportwaarde.

Aan de landbouwgerelateerde export is Nederland in de loop van de tijd steeds meer gaan verdienen. Bij landbouwmachines zijn de exportverdiensten sinds 2015 het meest toegenomen met een toename van 0,33 mld. euro (figuur 5.11). Kasmaterialen (+0,25 mld. euro), machines voor de voedingsmaterialen (+0,23 mld.) en meststoffen (+0,22 mld.) zitten dicht bij elkaar wat betreft toenames in de exportverdiensten. Bij de som van alle overige landbouwgerelateerde goederen heeft er sinds 2015 geen ontwikkeling plaatsgevonden wat betreft de Nederlandse exportverdiensten.
 Lees hier verder.
|