Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Thema's > Handel en afzet
     
Handel en afzet
Kies een indicator
Handel in agrarische goederen - Landbouw gerelateerde goederen

De handel in landbouwgerelateerde goederen
4-3-2024

Onderstaande tekst is een weergave van hoofdstuk 5 uit de uitgave "De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband, editie 2024". Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Economic Research en het Centraal Bureau voor de Statistiek in opdracht van en gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Dit rapport beschrijft de ontwikkeling van de Nederlandse handel in landbouwproducten in 2023. Wageningen Economic Research en CBS maken in deze gezamenlijke uitgave, in opdracht van het ministerie van LNV, de eerste ramingen van de landbouwhandelscijfers voor 2023 bekend en voorzien deze van duiding. Naast inzicht in de export- en importcijfers, voor zowel landbouwgoederen als landbouwgerelateerde goederen, bevat de publicatie verschillende katernen waarin een handelsonderwerp uitgelicht wordt. Voor deze editie zijn de onderwerpen;

-Landbouwhandel in oorlogstijd: Nederlandse handel met OekraĆÆne en Rusland
-De voetafdruk van de invoer van Nederlandse agrarische goederen
-Handel in dierlijke mest en kunstmest ā€“ verschillende markten voor dezelfde nutriĆ«nten
-Bedekte teelten: meer variatie in gewassen, constructies en bouwlocaties

Al deze onderwerpen zijn apart te lezen op agrimatie. Rechts in het oranje vlak kunt u de verschillende hoofdstukken nalezen. Hier staan ook onderwerpen die in eerdere jaren aan bod zijn gekomen. Het verdient de voorkeur om het totale rapport te downloaden.

Het onderstaande artikel geeft onderdelen van hoofdstuk 5 weer. U kunt hier het totale rapport downloaden.


De handel in landbouwgerelateerde goederen

5.1 Inleiding 
In dit hoofdstuk ligt de focus op landbouwgerelateerde goederen: dit zijn goederen die internationaal worden verhandeld ten behoeve van landbouw- of voedingssectoren. Bekende voorbeelden zijn landbouwmachines en machines voor de voedingsmiddelenindustrie, maar ook bijvoorbeeld meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen behoren tot de landbouwgerelateerde goederen.

De landbouwgerelateerde goederen (of tertiaire landbouwgoederen) vormen samen met de (primaire en secundaire) landbouwgoederen, een bredere definitie van de Nederlandse handel in landbouwgoederen. In paragraaf 5.2 komen de macro-ontwikkelingen aan bod, paragraaf 5.3 voegt een landendimensie toe, paragraaf 5 een goederendimensie en paragraaf 5.4 kijkt naar importbestemmingen (nieuw in deze editie). Paragraaf 5.5 bespreekt de Nederlandse verdiensten aan de export van landbouwgerelateerde goederen.

5.2 Landbouwgerelateerde export neemt af
Voor 2023 wordt de export van landbouwgerelateerde goederen (of tertiaire landbouwexport) geraamd op 12,0 miljard euro (zie figuur 5.1), dat is 7% minder dan in 2022 (12,9 miljard euro). Echter, zoals in paragraaf 5.3 en 5.4 verder wordt uitgelegd, komt de afname door een onderliggende sterke daling van de export van meststoffen. Zonder meststoffen zou er een toename van 6% zijn. De import van landbouwgerelateerde goederen wordt met 5,7 miljard euro in 2023 ook 7% lager geraamd dan in 2022 (toen 6,2 miljard euro). Zonder meststoffen zou de afname 1% zijn. Het handelsoverschot is in 2023 met 6% afgenomen tot 6,3 miljard euro (in 2022 6,7 miljard euro). Over de gehele periode 2002-2023 is het handelsoverschot 3,7 keer zo groot geworden. Dat is meer dan bij de import (3,3 keer groter) en de export (3,5 keer groter).



De export van de landbouw- en landbouwgerelateerde exportwaarde (som van de cijfers in paragraaf 2.2 en 5.2) wordt voor 2023 geraamd op 135,8 miljard euro (zie figuur 5.2) en dat is 1% hoger dan in 2022. De ā€˜brede landbouwimportā€™ komt 4% lager uit dan in 2022. Het handelsoverschot van landbouw- en landbouwgerelateerde goederen komt uit op 46,2 miljard euro (11% groei in 2023).



5.3 Export van meststoffen naar Frankrijk en Belgiƫ keldert
De top vijf van bestemmingen van landbouwgerelateerde goederen (inclusief wederuitvoer) bestaat uit Duitsland (15% van het totaal), Belgiƫ (10%), VS en Frankrijk (elk 8%), en het Verenigd Koninkrijk (6,5%). Zie figuur 5.3. Landbouwmachines worden het meest uitgevoerd naar Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Bij de export naar Belgiƫ staan meststoffen bovenaan en bij de export naar de VS machines voor de voedingsmiddelenindustrie.

De tertiaire landbouwexport naar Denemarken (met 11%) en de Verenigde Staten (met 4%) is in 2023 gegroeid. Naar de andere bestemmingen nam de export in waarde af. De export naar Belgiƫ (-24%) en Frankrijk (-18%) is fors afgenomen en dat heeft volledig te maken met een scherpe daling van de exportwaarde van meststoffen, vooral door een forse daling van de prijs van kunstmest in 2023 (voor een nadere toelichting zie hoofdstuk 8).



Exclusief wederuitvoer neemt de Verenigde Staten de tweede positie in en passeert daarmee Belgiƫ passeert (figuur 5.4). Daarnaast komt Canada in de top tien (ten koste van Italiƫ). Zowel voor de export naar de VS als naar Canada (voor bijna de helft landbouwmachines) geldt dat een bijzonder hoog percentage van de export van Nederlandse makelij is, respectievelijk 92% en 95%. Ter vergelijking, dat is slechts 64% bij de export naar Belgiƫ.

De invoer van landbouwgerelateerde goederen (figuur 5.5) is kleiner dan de export (figuur 5.3) en de handel is ook veel geconcentreerder. Van alle import komt 45% uit Duitsland of Belgiƫ. Uit Duitsland haalt Nederland in de eerste plaats veel landbouwmachines en op de tweede plaats kasmaterialen. Uit Belgiƫ komen kasmaterialen gevolgd door meststoffen. Op plek drie volgen de VS (met name landbouwmachines) en het VK (in de eerste plaats tractors en landbouwtrailers). De grootste groei komt op het conto van Japan (+9%, vooral tractors en landbouwtrailers) en de grootste afname betreft de import uit China (-38%, in de eerste plaats kasmaterialen).




5.4 Exportwaarde van meststoffen neemt af met 37% 
Op productniveau zijn er vier tertiaire landbouwgoederen (landbouwmachines, meststoffen, machines voor de voedingsindustrie en kasmaterialen) met een hoge exportwaarde en zeven met een lage tot hele lage exportwaarde (zie figuur 5.6). De belangrijkste ontwikkeling in 2023 is een zeer sterke afname van de exportwaarde van meststoffen (-37%), wat volledig te maken heeft met een nog forsere prijsdaling in 2023 (EC, 2023) na een vergelijkbaar sterke prijsstijging in 2022 rondom en na het uitbreken van de oorlog in OekraĆÆne. De uitgevoerde hoeveelheid meststoffen is in 2023 juist toegenomen door de heropstart van de productie. Voor meer informatie over meststoffen zie hoofdstuk 8.

Door de sterke afname van de exportwaarde van meststoffen zijn landbouwmachines in 2023 het belangrijkste tertiaire landbouwexportproduct van Nederland. Het gaat om een bedrag van 3,3 miljard euro, 27% van het totaal aan tertiaire landbouwexport. Meststoffen zakken naar twee (20% aandeel) en daarna volgen machines voor de voedingsmiddelenindustrie (17%) en kasmaterialen (15%). De vier belangrijkste productgroepen zijn daarmee goed voor 79% van de totale exportwaarde van tertiaire landbouwgoederen.

Indien wederuitvoer niet wordt meegerekend, dan blijft de top vier ongewijzigd (zie figuur 5.7). De export van deze goederen is namelijk voor het grootste deel van Nederlandse makelij. De nummer vijf van de totale export, vaccins voor dieren, zakt echter wel helemaal weg, omdat vrijwel alle export wederuitvoer betreft. Er zit ook relatief veel wederuitvoer bij andere goederen buiten de top vier waardoor de dominantie van de top vier nog groter wordt zonder wederuitvoer. Het aandeel van landbouwmachines, machines voor de voedingsmiddelenindustrie, kasmaterialen en meststoffen is nu niet 79% maar 92% van het totaal.






Aan de invoerkant domineren landbouwmachines (1,5 miljard euro), kasmaterialen (1,2 miljard euro) en meststoffen (0,8 miljard euro) (zie figuur 5.8). Daarna volgen tractors en landbouwtrailers, gewasbeschermingsmiddelen (elk 0,7 miljard euro) en machines voor de voedingsmiddelenindustrie (0,4 miljard). De andere landbouwgerelateerde goederen worden veel minder ingevoerd.

De invoerwaarde van meststoffen is net als de uitvoerwaarde flink gekrompen, hier met 33%. De invoer van vaccins voor dieren (met 39%) is procentueel het hardst gegroeid.







5.5 Ruim 73% tertiaire landbouwimport komt in het buitenland terecht

Een groot deel van de import van tertiaire landbouwexport (73,5% in 2022) komt uiteindelijk in het buitenland terecht. Dat is een iets hoger percentage dan bij de import van landbouwgoederen (72,2%, zie paragraaf 2.5). Het betreft 48,9% invoer voor wederuitvoer en 24,6% indirecte export na bewerking in Nederland. Dat betekent dat 26,5% in Nederland blijft: 12,5% directe afzet en 14,0% indirecte afzet na bewerking in Nederland.

Tussen de verschillende productgroepen zitten grote verschillen. Zo was in 2022 de volledige import van vaccins van dieren bestemd voor wederuitvoer, dat percentage ligt bij kasmaterialen op 18. Bij sproeitoestellen is relatief een hoog percentage directe afzet (33%), meststoffen worden veel indirect uitgevoerd, na bewerking in Nederland (40%) en kasmaterialen en stalinrichting kennen veel indirecte binnenlandse afzet, na bewerking in Nederland (zie figuur 5.9)..






5.6 Totale landbouwexportverdiensten ruim 55 miljard euro
Ook voor de tertiaire of landbouwgerelateerde goederen kan worden vastgesteld hoeveel de export ervan oplevert voor de Nederlandse economie. Voor 2023 worden de verdiensten aan tertiaire landbouwexport geraamd op 4,9 miljard euro. Inclusief de primaire en secundaire landbouwgoederen van paragraaf 2.4 komen de ā€˜bredeā€™ landbouwexportverdiensten voor Nederland daarmee uit op 55,3 miljard euro.

Voor de landbouwgerelateerde goederen zijn voor het jaar 2022 ook gegevens beschikbaar op goederenniveau (zie figuur 5.10). Daaruit blijkt dat Nederland het meest verdient aan de export van landbouwmachines (1,5 miljard euro), gevolgd door meststoffen, machines voor de voedingsmiddelenindustrie (elk 1,1 miljard) en kasmaterialen (0,7 miljard). Aan alle overige tertiaire landbouwexport samen verdiende Nederland in 2022 0,7 miljard euro.


Aan een gemiddelde euro exportwaarde van landbouwgerelateerde goederen verdient Nederland meer dan aan een gemiddelde euro exportwaarde van landbouwgoederen: 40 tegen 38 eurocent (zie figuur 5.11 in vergelijking met figuur 4.27). Dat heeft volledig te maken een kleiner aandeel wederuitvoer in de totale export, want zonder wederuitvoer is de export van landbouwgoederen lucratiever dan de export van landbouwgerelateerde goederen (54 tegen 53 eurocent).

Het meest lucratief betreft de export van machines voor de voedingsmiddelenindustrie. Hieraan verdient Nederland 55 eurocent per euro exportwaarde. Op basis van in Nederland geproduceerde export (zonder wederuitvoer) blijken machines voor de voedingsmiddelenindustrie en landbouwmachines even lucratief met 64 eurocent exportverdiensten per euro exportwaarde.



Aan de landbouwgerelateerde export is Nederland in de loop van de tijd steeds meer gaan verdienen. Bij landbouwmachines zijn de exportverdiensten sinds 2015 het meest toegenomen (plus 0,5 miljard euro, zie figuur 5.12). Daarna volgen machines voor de voedingsmiddelenindustrie met 0,3 miljard euro. Tussen 2021 en 2022 was de grootste groei ook bij de landbouwmachines (+0,2 miljard euro).






Lees hier verder.


Kies een sector
Contactpersoon
Petra Berkhout
070 3358103
 

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >
Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief



naar boven