Mijn agrimatie
v

Agrimatie - informatie over de agrosector

Agrimatie > Thema's > Handel en afzet
     
Handel en afzet
Kies een indicator
Handel in agrarische goederen - Bestemming Nederlandse import, 2022

Bestemming import
21-1-2022

Onderstaande tekst is een weergave van hoofdstuk 9 uit de uitgave "De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband, editie 2022". Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Economic Research en het Centraal Bureau voor de Statistiek in opdracht van en gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Dit rapport beschrijft de ontwikkeling van de Nederlandse handel in landbouwproducten in 2021. Wageningen Economic Research en CBS maken in deze gezamenlijke uitgave, in opdracht van het ministerie van LNV, de eerste ramingen van de landbouwhandelscijfers voor 2021 bekend en voorzien deze van duiding. Naast inzicht in de export- en importcijfers, voor zowel landbouwgoederen als landbouwgerelateerde goederen, bevat de publicatie verschillende katernen waarin een handelsonderwerp uitgelicht wordt. Voor deze editie zijn de onderwerpen;
-de ontwikkelingen rondom de Brexit en corona,
-handelsbeleid in de landbouw,
-de uiteindelijke bestemming van de Nederlandse import,
-biologische handel en
-handel en internationale welvaart

Al deze onderwerpen zijn apart te lezen op agrimatie. Rechts in het oranje vlak kunt u de verschillende hoofdstukken nalezen. Het verdient de voorkeur om het totale rapport te downloaden.

Het onderstaande artikel geeft onderdelen van hoofdstuk 9 weer. U kunt hier het totale rapport downloaden.


Inleiding

Nederland is niet alleen een van de grootste landbouwexporteurs in de wereld, maar ook een van de grotere landbouwimporteurs. Op basis van landgebruikcijfers is duidelijk dat Nederland ook sterk importgeoriƫnteerd is. Zo is er veel grond nodig voor het produceren van voedsel, hout en papier voor Nederlands gebruik. Het grondgebruik voor alleen de Nederlandse voedselconsumptie is anderhalf maal het totale beschikbare agrarische areaal in Nederland (Van Oorschot et al., 2021; CLO, 2020). Dit hoofdstuk laat zien dat er, zowel direct als indirect, ook heel veel wordt ingevoerd voor de export. Op basis van de nieuwste data-inzichten wat betreft de Nederlandse landbouwimport wordt uitgelegd in hoeverre en op welke wijze de Nederlandse landbouwexport afhankelijk is van landbouwimport. Daarnaast is in kaart gebracht welk deel van de Nederlandse landbouwimport voor de Nederlandse markt bestemd is.


9.2 Ontwikkeling landbouwimport naar bestemming

Tabel 9.1 toont de ontwikkeling van de Nederlandse landbouwimport (in euro) voor wat betreft bestemming voor de periode 2015-2020. Import voor wederuitvoer heeft het grootste aandeel, het gaat om invoer van goederen van buitenlandse makelij die na aankomst in Nederland niet of nauwelijks een bewerking ondergaan en daarna weer worden doorgevoerd naar het buitenland. Daarnaast komt nog eens 27% indirect, na verwerking in Nederland in het buitenland terecht. Dat betekent dat 30% van de Nederlandse importwaarde aan landbouwgoederen in Nederland blijft. Van die 30% is 17 procentpunt direct bestemd voor Nederlandse consumptie en 13 procentpunt bestemd voor consumptie na bewerking of verwerking in Nederland. De vergelijking door de tijd laat zien dat de verdeling heel stabiel is.

Tabel 9.1 Waarde landbouwimport a) naar bestemming
Invoer totaal (miljard euro)Invoer voor wederuitvoer (%)Invoer voor directe consumptie in Nederland (%)Invoer voor consumptie in Nederland na verwerking in Nederland (%)Invoer voor export na verwerking in Nederland (%)
201554,942171426
20165842171427
201762,443161327
201863,642171427
201965,943171427
202067,143171327
a) Het gaat hier om de som van primaire en secundaire landbouwgoederen. Het betreft waardecijfers van de nationale rekeningen van het CBS, waardoor de randtotalen hier iets afwijken van de cijfers in eerdere hoofdstukken. Bron: CBS


Bij niet-landbouwgoederen (zoals ingevoerde computers of aardolie) is een vergelijkbaar percentage van de import uiteindelijk bestemd voor het buitenland: 71% in 2020. Er is wel significant meer invoer voor wederuitvoer, dus minder Nederlandse verwerking voor de export. In het buitenlandaandeel (72,2% in 2015) is er bij de niet-landbouw een lichte daling zichtbaar. Ook het percentage van de import dat direct wordt afgezet in Nederland is vergelijkbaar met het percentage bij de basislandbouw: 17%.

Op basis van deze cijfers is de conclusie dat een groot deel van de Nederlandse landbouwimport direct of indirect bestemd is voor de export, maar dat dit ook geldt voor andere goederen. De landbouwimport past daarmee in het algemene plaatje van Nederland Handelsland (Bohn et al., 2021).

9.3 Specifieke landbouwgoederen
Tabel 9.2 toont de landbouwimport vanuit een productperspectief met voor elke importstroom een top vijf van relatief meest voorkomende landbouwgoederen. Om minder belangrijke importstromen niet mee te nemen, is gekozen voor een ondergrens van een half miljard euro per importstroom in 2020. Daarbij vallen wel enkele interessante resultaten net weg uit de tabel, zoals tabaksproducten die nog het meest direct voor de Nederlandse consumptie zijn bestemd (48%) of koffie en thee waarvoor hetzelfde geldt.

Landbouwgoederen waarbij de import het vaakst direct bestemd is voor het buitenland zijn fruit (72%) en sierteelt (69%). Bij fruit gaat het om 5,3 miljard euro in 2020. De avocado is bijvoorbeeld een typische fruitsoort die voor het overgrote deel wordt wederuitgevoerd. Nederland heeft zich de afgelopen tien jaar ontwikkeld tot de grootste mondiale avocadohub en is de tweede avocado-importeur ter wereld na de Verenigde Staten (VS). De import en export van avocadoā€™s is een logistieke specialisatie van Nederland geworden en behelst naast transport en distributie ook zaken als rijping, controle en eventuele verpakking. Slechts 9% van de ingevoerde avocadoā€™s is bestemd voor de Nederlandse markt (CBS, 2020). Bij de sierteelt zijn rozen uit met name EthiopiĆ« en Kenia typische bloemen die veel via bloemenveilingen in Nederland in het buitenland terecht komen (Nieuwe Oogst, 2020). Graan en meel worden juist heel weinig direct na invoer naar het buitenland vervoerd.
Landbouwgoederen die na import het meest direct in Nederland worden geconsumeerd zijn vaak eindproducten, waarbij verdere bewerking voor consumptie niet meer nodig is. Naast de genoemde producten tabak, koffie en thee gaat het bijvoorbeeld om diverse voedselbereidingen, zuivel en eieren, en specifieke vleessoorten (denk aan Argentijns of Japans rundvlees).

In vergelijking met andere landbouwproducten wordt ook nog relatief veel vlees in Nederland geconsumeerd na verdere bewerking in Nederland. Graan wordt echter het meest bewerkt in Nederland voor consumptie in Nederland (diverse brood- en bakkerijproducten). Hetzelfde geldt voor natuurlijke vetten en oliƫn (zoals palmolie).

Tenslotte is er de categorie ā€˜import voor export na verwerking in Nederlandā€™. Graan (64%), levende dieren (53%), cacao en bereidingen (52%), natuurlijke vetten en oliĆ«n (43%) en oliehoudende zaden en vruchten (41%) zijn landbouwgoederen die het meest in Nederland worden verwerkt na import voor de export. Zo zijn mais, tarwe, palmolie en sojabonen veevoer-ingrediĆ«nten die via Nederland direct als veevoer of indirect als vlees of melk in het buitenland terecht kunnen komen (CBS, 2021a). Sojameel uit sojabonen wordt gebruikt als veevoergrondstof en sojaolie uit sojabonen wordt vooral gebruikt in producten voor menselijke consumptie. Een sojaboon bestaat uit circa 80% sojameel en 20% sojaolie (Nevedi, 2019).

Palmolie is naast een veevoerbestanddeel ook een ingrediƫnt van vele voedingsmiddelen (zoals soep, babyvoeding, chips, margarine, pindakaas), maar het zit ook in bijvoorbeeld shampoo, cosmetica, huisdierenvoer of biobrandstoffen (CBS, 2021a). Ingevoerde cacaobonen worden grootschalig verwerkt tot chocolade of halffabricaten zoals cacaopoeder en cacaoboter, bijvoorbeeld om er chocolade van te maken in Belgiƫ of Duitsland. Nederland is de grootste importeur van cacaobonen in de wereld, de nummer drie met palmolie en de vierde importeur van sojabonen (CBS, 2019). Tenslotte heeft Nederland zich gespecialiseerd in het fokken en opgroeien van kalveren voor de export. Een belangrijk deel van de Nederlandse export van rundvlees betreft kalfsvlees, waarbij meer dan de helft van de Nederlandse vleeskalveren uit het buitenland komt. Nederland telt circa 1 miljoen vleeskalveren (CBS, 2021b).

Tabel 9.2 Landbouwimport naar bestemming en product (ondergrens van 0,5 miljard per importstroom), 2020
Top 5 Invoer voor wederuitvoerPercentage importstroom in totale invoer productBedrag importstroom (miljard euro)
Fruit725,3
Sierteelt691,6
Landbouwmachines570,7
Bereidingen van groente en fruit541,6
Vis en zeevruchten511,1
Top 5 Invoer voor directe consumptie in Nederland
Bereidingen van graan, meel, melk431
Bereidingen van vlees en vis320,6
Zuivel en eieren301,3
Bereidingen van groente en fruit270,8
Vlees 271
Top 5 Invoer voor consumptie in Nederland na verwerking in Nederland
Graan280,8
Vlees180,7
Natuurlijke vetten en oliƫn140,7
Zuivel en eieren130,6
Dranken130,6
Top 5 Invoer voor export na verwerking in Nederland
Graan641,8
Levende dieren530,6
Cacao en bereidingen522,2
Natuurlijke vetten en oliƫn432,3
Oliehoudende zaden en vruchten411,7
Bron: CBS


9.4 Herkomstlanden Nederlandse landbouwimport
In figuur 9.1 staan de 20 belangrijkste herkomstlanden van de Nederlandse landbouwimport in 2020. Duitsland, Belgiƫ en Frankrijk zijn de belangrijkste herkomstlanden en de bestemming van de import uit deze landen is goed vergelijkbaar. Deze import is minder dan gemiddeld bestemd voor wederuitvoer, meer dan gemiddeld bestemd voor de Nederlandse markt (zowel direct als indirect) en gemiddeld wat betreft de verwerking van import voor het buitenland. De buurlanden zijn bovendien eerder bestemmingslanden dan herkomstlanden van Nederlandse wederuitvoer: wederuitvoer betreft vaker verre herkomstlanden waarbij de goederen in de Rotterdamse haven aankomen met landen dichtbij als bestemming.

Herkomstlanden bij de invoer voor wederuitvoer
Indien de top 20 van herkomstlanden wordt gesorteerd naar het aandeel invoer voor wederuitvoer, dan komen vier landen naar boven die met name fruit naar Nederland exporteren. Het gaat om Peru en Chili (met name avocadoā€™s, maar ook druiven en mangoā€™s), Zuid-Afrika (onder andere druiven) en Spanje (o.a. avocadoā€™s en frambozen). Fruit is een typisch wederuitvoerproduct dat in de juiste condities over grote afstanden kan worden vervoerd.

Herkomstlanden bij de invoer voor directe consumptie in Nederland
Gesorteerd op het aandeel import direct voor Nederlandse consumptie komen ItaliĆ«, Polen en Chili naar boven. Bij de invoer uit ItaliĆ« gaat het onder andere om gebrande koffie, deegwaren zoals pasta, Parmezaanse kaas en Italiaanse wijn. De Nederlandse consumptie uit Polen betreft met name sigaretten en in het geval van Chili gaat het vooral om avocadoā€™s, maar ook Chileense wijn.

Herkomstlanden bij de consumptie in Nederland na verwerking in Nederland
Er zijn geen herkomstlanden waarbij heel forse percentages in Nederland worden geconsumeerd na be- of verwerking in Nederland. De hoogste percentages zien we terug bij OekraĆÆne, Duitsland en Frankrijk. In het geval van OekraĆÆne gaat het met name om mais en in minder mate zonnebloemzaadolie. De te bewerken import uit Duitsland en Frankrijk betreft met name granen, zoals tarwe, maar ook een aanzienlijke hoeveelheid Duitse kippen.

Herkomstlanden bij de export na verwerking in Nederland
Als het gaat om het herkomstland waarbij de import na bewerking in Nederland wordt uitgevoerd, dan blijkt bijna de helft van de import uit IndonesiĆ« en MaleisiĆ« (bekend van de import van palmolie), OekraĆÆne (met name mais) bestemd te zijn voor de export na bewerking in Nederland. Voor de import uit Ivoorkust (cacaobonen) is dat zelfs 60%.


Figuur 9.1 Herkomstlanden (van groot naar klein) Nederlandse landbouwimport naar bestemming, 2020. Bron: CBS.

EU levert ook relatief meer voor de Nederlandse markt
EU-landen leveren absoluut, maar ook relatief meer aan de Nederlandse markt dan niet-EU-landen. Anders gezegd, een hoger percentage van de import uit EU-landen is direct of indirect bestemd voor consumptie in Nederland in vergelijking met de import uit landen buiten de EU. Nederland heeft als agrologistieke wereldspeler een belangrijke distributiefunctie voor andere Europese landen, zowel direct (als groot wederuitvoerland van bijvoorbeeld fruit) als indirect (als grote verwerker van mais, palmolie, cacao of soja). Dit zijn allemaal producten die met name uit landen buiten de EU komen. De verschillen zijn vooral zichtbaar bij de Nederlandse markt: 70% van de landbouwproducten die uiteindelijk in Nederland wordt geconsumeerd komt uit EU-landen, 30% uit niet-EU-landen (zie figuur 9.2). Bij de gehele landbouwimport is de verhouding ongeveer 60-40%.



Figuur 9.2 Landbouwimport naar herkomst (EU/niet-EU) en bestemming, 2020. Bron: CBS.


Lees hier verder.






Kies een sector
Contactpersoon
Petra Berkhout
070 3358103
 

Alles over
  • Algemeen
    >
  • Economie
    >
  • Maatschappij
    >
  • Milieu
    >
Meer informatie
Toelichting indicator
Thema omschrijving
Beleidsinformatie
Archief



naar boven