Stikstofbodemoverschot per ha - Derogatiebedrijven |
Stikstofbodemoverschot gestegen in 2020
|
7/20/2022
|
De aan- en afvoer van stikstof op bedrijfsniveau bepaalt naast het bedrijfsoverschot ook in belangrijke mate het bodemoverschot. Het stikstofbodemoverschot op bedrijven in het derogatiemeetnet is daarnaast ook afhankelijk van stikstofaanvoer via depositie, via binding (vlinderbloemigen) en via mineralisatie en van stikstofafvoer door gasvormige verliezen. Het stikstofbodemoverschot op bedrijven in het derogatiemeetnet bedroeg in 2020 171 kg/ha.
|
Stikstofbodemoverschot hoger in 2020 Het gemiddelde stikstofoverschot op de bodembalans was in 2020 171 kg stikstof per hectare. Dat is 13 kg/ha meer dan in 2019, maar 19 kg/ha minder dan in 2018. Over de gehele periode 2006 tot en met 2020 laat het stikstofbodemoverschot een dalende trend zien. Voor alle jaren geldt dat de spreiding tussen bedrijven groot is. In 2020 realiseerde 25% van de bedrijven in het derogatiemeetnet een stikstofbodemoverschot lager dan 129 kg/ha, terwijl de 25% bedrijven met het hoogste stikstofbodemoverschot boven 208 kg/ha zat. Het stikstofbodemoverschot lag in alle jaren het hoogst in de Veenregio als gevolg van de hoge berekende stikstofaanvoer via mineralisatie in deze regio (gemiddeld 96 kg/ha in 2020). In 2020 bedroeg het stikstofbodemoverschot in de Veenregio gemiddeld 222 kg/ha. In de Lƶssregio was het stikstofbodemoverschot het laagst met gemiddeld 150 kg/ha. De regioās Zand 250, Zand 230 en Klei zaten daar tussenin met een stikstofbodemoverschot van respectievelijk 155, 157 en 161 kg/ha. Over de gehele periode 2006 tot en met 2020 laten vier van de vijf grondsoortregioās een dalende trend in het stikstofbodemoverschot zien. Alleen in de Lƶssregio is er geen dalende (maar ook geen stijgende) trend.
Daling stikstofdepositie- en stikstofbinding Naast de aanvoerposten die in de berekening van het stikstofbedrijfsoverschot worden meegenomen (voer, kunstmest, dierlijke mest, overige organische mest, dieren en overig), wordt in de berekening van het stikstofbodemoverschot ook rekening gehouden met de aanvoer van stikstof door depositie, stikstofbinding via vlinderbloemige gewassen en mineralisatie op bedrijven met veen- en/of moerige gronden. In de periode 2006-2020 is de stikstofaanvoer via depositie op bedrijven in het derogatiemeetnet gemiddeld gedaald met bijna 14 kg/ha tot 17 kg/ha. De aanvoer als gevolg van stikstofbinding door vlinderbloemige gewassen bedroeg in de beginjaren van het derogatiemeetnet 12 kg/ha, vanaf 2010 gaat het om 8 kg/ha en vanaf 2013 om 6 Ć 7 kg/ha. Op derogatiebedrijven in de Veenregio varieerde de stikstofaanvoer door mineralisatie van organische bodems in de periode 2006-2018 van 80 tot 96 kg/ha, waarbij de 96 kg/ha betrekking heeft op het jaar 2020. In de andere grondsoortregioās speelde mineralisatie een veel kleinere rol. In 2020 ging het om respectievelijk 17, 5, 4 en 0 kg/ha in de regioās Zand 250, Zand 230, Klei en Lƶss.
Stikstofafvoer door gasvormige emissie stabiel De afvoer van stikstof door weide-, stal- en opslag- en mestaanwendingsemissie bedroeg in 2020 gemiddeld 58 kg/ha op bedrijven in het derogatiemeetnet. De gasvormige emissie uit mestaanwending enerzijds en uit stal en opslag anderzijds waren hierbij respectievelijk 27 en 30 kg/ha. De gasvormige emissie bij weiden bedroeg slechts 1 kg/ha. In de periode 2006-2020 varieerde de totale emissie van 55 tot en met 62 kg stikstof per hectare, waarbij er geen toe- of afnemende trend was. De totale emissie was in 2020 het laagst in de Lƶssregio met 46 kg/ha en het hoogst in de regioās Zand 230 en Klei met respectievelijk 62 en 61 kg/ha.
|