Fosfaatbodemoverschot per ha - Melkveehouderij |
Fosfaatbedrijfsoverschotten afgenomen
|
4-9-2023
|
Melkveebedrijven waarop het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) betrekking heeft, hebben in 2021 gemiddeld een fosfaatoverschot van circa -8 kg per ha. In vergelijking met alle andere jaren, en met name het uitzonderlijke droge jaar 2018, is het overschot kleiner. In alle grondsoortregioās is een daling van het fosfaatbedrijfsoverschot zichtbaar in 2021 ten opzichte van het voorgaande jaar, waarbij de Veenregio het hoogste overschot heeft (-1 kg per ha) en de Lƶssregio het laagste overschot (-21 kg per ha).
|
Variatie in overschot neemt af Het gemiddelde fosfaatbedrijfsoverschot van melkveebedrijven in de Zandregio bedraagt -11 kg per ha in 2021. De spreiding (25-75-procentwaarde) rondom dit gemiddelde is -23 tot 0 kg fosfaat per ha, waarbij 50% van de melkveebedrijven in de Zandregio een overschot heeft tussen beide genoemde waarden. Voor de melkveebedrijven in de Kleiregio bedraagt het fosfaatbedrijfsoverschot -7. In 2020 was het fosfaatbedrijfsoverschot van de Veenregio 8; in 2021 is deze gedaald tot -1. De spreiding in de Kleiregio is -16 tot 4 kg fosfaat per ha en -12 tot 8 kg fosfaat per ha voor de Veenregio. In de Lƶssregio is het bedrijfsoverschot -21 kg per ha met een spreiding van -31 tot -10 kg per ha.
Aanvoer van fosfaatkunstmest is sterk gedaald In de periode 2002-2021 is de fosfaataanvoer uit kunstmest afgenomen. In de laatste jaren gebruikten melkveehouders nog nauwelijks fosfaatkunstmest. Dat komt vooral omdat vanaf 2014 het gebruik van fosfaatkunstmest niet meer is toegestaan op bedrijven met derogatie. Echter, niet alle melkveebedrijven maken gebruik van derogatie. Fosfaat wordt op melkveebedrijven vooral aangevoerd via het voer. Daarnaast is er aanvoer van fosfaat via organische mest, dieren en plantaardige producten.
De gemiddelde aanvoer van fosfaat op melkveebedrijven bedraagt circa 61 kg fosfaat per ha in 2021 dit is een daling van circa 11% ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit is vooral toe te schrijven aan een lager verbruik van aangekochte voedermiddelen. De aanvoer van fosfaat op melkveebedrijven is in 2021 is het hoogst op melkveebedrijven in de Zandregio (65 kg per ha) en het laagst bij melkveebedrijven in de Veenregio (51 kg per ha). De Lƶssregio is de enige regio met een toename van de fosfaataanvoer per ha in de periode 2002-2017. Vooral de hoeveelheid fosfaat uit voer werd hoger door de intensivering van de melkveebedrijven sinds 2002 in die regio. In de andere regioās steeg de fosfaataanvoer uit veevoer minder fors en dit ging gepaard met een daling van fosfaatkunstmest.
Fosfaatafvoer hoger na periode van stabiliteit Melkveebedrijven in de Zandregio hebben naast een relatief hoge aanvoer ook een hoge afvoer van fosfaat. In 2021 was de afvoer of fosfaat 76 kg per ha. Ten opzichte van 2020 is de afvoer van fosfaat met gemiddeld 10 kg fosfaat gestegen. Een goede opbrengst van grasland in combinatie met een hoog fosfaatgehalte in het gras hebben geleid tot een hoge productie van fosfaat in het plantaardig product. In de Veenregio was de afvoer van fosfaat in 2021 gemiddeld circa 52 kg per ha. Bedrijven voeren fosfaat vooral af via de levering van dierlijke producten (zoals melk) en met organische mest. De fosfaatafvoer via melk stijgt door de stijgende melkproductie/ha. De afvoer van organische mest is vooral in de laatste jaren hoger door de verdergaande intensivering en de aanscherping van de fosfaatgebruiksnormen in 2015. In alle regioās vindt zowel aanvoer als afvoer van organische mest plaats. Afvoer van fosfaat via dieren is van gering belang op melkveebedrijven. Fosfaatafvoer via plantaardige producten is in alle regioās van belang, maar fluctueert wel op basis van de gewasgroei in de verschillende jaren. Deze afvoer kan bestaan uit de verkoop van producten of uit producten die aan de voorraad zijn toegevoegd (per saldo een hogere eindvoorraad dan beginvoorraad).
|