Economische intensiteit - Land- en tuinbouw |
West-Holland en Zuidoost-Nederland met de hoogste economische intensiteit
|
19-12-2024
|
Er zijn grote verschillen in de economische intensiteit (gemeten in Standaardopbrengst (SO)) van de land- en tuinbouw tussen regioās. De glastuinbouw levert met de teelt van bloemen, planten en groenten een hoge standaardomzet per km2. De vestigingslocaties van deze sector zijn dan ook duidelijk herkenbaar op de kaart van Nederland, zoals de Greenports West-Holland, Aalsmeer en omstreken, en Venlo en omstreken. Ook de economische betekenis van de glastuinbouw in de Bommelerwaard (Gelderland) en in Flevoland is duidelijk zichtbaar. De tuinbouw (glastuinbouw, bloembollenteelt en vollegrondsgroente) zorgt ook voor grote economische activiteit in de kop van Noord-Holland. De vleeskalverhouderij en pluimveehouderij dragen bij aan de grote economische intensiteit van de Gelderse Vallei. In Zuidoost-Nederland zijn het de varkenshouderij en pluimveehouderij die in hoge mate bijdrage aan de SO. De lagere intensiteiten behoren toe aan de grondgebonden sectoren (melkveehouderij en akkerbouw).
|
De grootste sectoren in ha gemeten zijn de grondgebonden sectoren melkvee en akkerbouw. Het houden van dieren en het telen van gewassen gaat gepaard met een lagere standaardomzet per km2 dan de activiteiten in de niet-grondgebonden sectoren. Maar ook binnen die sectoren zijn verschillen in economische intensiteit tussen regioās waarneembaar. Zo is binnen de akkerbouw in Nederland de economische intensiteit het hoogst in de kleigebieden (Flevoland, zuidwestelijk kleigebied, Wieringermeer en de Waddenzee-kuststrook). Deze kleigronden zijn vruchtbare gronden die zeer geschikt zijn voor de teelt van akkerbouwgewassen, zoals poot- en consumptieaardappelen, suikerbieten en uien. Zie voor meer details de ruimtelijke verdeling voor akkerbouw op agrimatie.nl.
Op de Waddeneilanden, de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug is er eveneens een lagere intensiteit vanwege het grote(re) aandeel bos en natuurgebied in het landgebruik.
Het totale ruimtebeslag van de land- en tuinbouw neemt langzaam af. In 2023 bedroeg de totale oppervlakte cultuurgrond 1,81 mln. ha, dit is twee derde van het totale landareaal in Nederland, ten opzichte van 1,85 mln. ha in 2013 en 1,98 mln. ha in 2000.. De landbouw verliest langzaam terrein aan natuur, recreatie en ārode functiesā als wonen en werken, bijvoorbeeld in de Randstad.
Toelichting
De kaart van de regionale verdeling is weergegeven in 1.000 euro standaardopbrengst (SO) per km2 grondoppervlakte. De SO wordt gebruikt als maatstaf om de omvang en specialisatiegraad van bedrijven vast te stellen. Per agrarisch product wordt een SO-norm vastgesteld. De SO-norm is een gestandaardiseerde opbrengst (in euro) per ha of per dier die met een gewas of diercategorie gemiddeld op jaarbasis wordt behaald. Opbrengsten uit bedrijfstoeslagen, subsidies en multifunctionele activiteiten zijn niet in de norm meegenomen. Voor biologische productiemethoden worden dezelfde SO-normen gehanteerd als voor gangbare productiemethoden. Voor de Landbouwtelling van 2023 zijn de nieuwe normen van prijsniveau 2020 gebruikt. De nieuwe normen zijn gebaseerd op kg opbrengsten en prijzen uit de jaren 2018-2022.
|