Aanvoer en besomming - Oestervisserij |
2022: aanvoer Japanse oesters (creuses) sterk toegenomen, aanvoer platte oesters weer wat afgenomen
|
31-5-2024
|
De meest recente aanvoercijfers van de oestersector betreffen het jaar 2022 (voorlopige cijfers van het CBS, 2024). In dat jaar kwam de totale aanvoer van Japanse oesters en platte oesters uit op 35,3 mln. stuks. Van deze aanvoer bestond 93% uit Japanse oesters (ook wel ācreusesā genoemd) en 7% uit platte oesters. Daarmee kwam de aanvoer van Japanse oesters in 2022 uit op ongeveer 32,7 mln. stuks, wat ruim boven het gemiddelde is van de afgelopen 10 jaar. De aanvoer van platte oesters was met 2,5 mln. stuks licht onder het gemiddelde van de afgelopen 10 jaar.
|
De Nederlandse oestersector richt zich op twee soorten: de Japanse oester en de (inheemse) platte oester. Deze twee oestersoorten worden met vergunning op door de overheid aangewezen gebieden in de Oosterschelde en de Grevelingen semi-natuurlijk gekweekt. Dit wil zeggen dat de kweek start met de natuurlijke vestiging van jonge wilde oesters die in die gebieden ronddrijven (āoesterbroedā) of door de aankoop van jonge oesters bij zogenoemde hatcheries, waar jonge oesters gekweekt worden. Vervolgens worden deze oesters door de kwekers regelmatig opgevist, waarbij ze gecheckt en geselecteerd worden en ook verplaatst worden naar andere gebieden. Een deel van de oesters wordt sinds een paar jaar ook āoff-bottomā gekweekt, waarmee predatie door de Japanse oesterboorder voorkomen wordt. De gebieden waar oesters gekweekt worden zijn enerzijds van de overheid gehuurde afgebakende percelen en anderzijds zogenaamde āvrije grondenā. Deze laatste categorie gebieden wordt niet gehuurd van de overheid en bevatten ook geen afgebakende percelen, maar hier is wel een vergunning voor nodig.
De Japanse oester is een oestersoort die oorspronkelijk niet in Nederland voorkomt. In 1964 is deze soort geĆÆntroduceerd in de Oosterschelde en is inmiddels de belangrijkste commerciĆ«le oestersoort voor de Zeeuwse oestersector. De platte oester is een oestersoort die van oudsher voorkomt in alle Zeeuwse wateren en, in vroeger tijden, ook in de Noordzee (tot een eeuw geleden was zoān 20% van de Noordzee bedekt met oesterbanken). Waar deze soort voorheen veelvuldig voorkwam in de Zeeuwse wateren, zijn de aantallen flink gedaald sinds de introductie van de bonamia parasiet in de jaren ā70. Dit heeft tot gevolg gehad dat het verspreidingsgebied nog verder gekrompen is en de platte oester daardoor tegenwoordig voornamelijk voorkomt in de Grevelingen.
Aanvoer De afgelopen twintig jaar varieert de jaarlijkse totale aanvoer van Japanse oesters en platte oesters tussen de 18 en 36 mln. stuks. Daarbinnen was de jaarlijkse aanvoer van Japanse oesters tussen 2012 en 2021 relatief laag met een gemiddelde van 23,3 mln. stuks. In 2022 nam de aanvoer van Japanse oesters ten opzichte van 2021 met 77% toe naar 32,7 mln. stuks, wat het hoogste aantal is sinds 2010. De aanvoer van platte oesters nam tussen 2011 en 2017 sterk toe en is daarna weer geleidelijk afgenomen. De aanvoer van 2,5 mln. platte oesters in 2022 is licht onder het gemiddelde van de laatste 5 jaar. Japanse oester (Zeeuwse creuse)
Sinds 2010 is de aanvoer van Japanse oesters geleidelijk gedaald van 34 mln. stuks naar rond de 18 mln. stuks in de periode 2017-2021 (CBS, 2023). Deze afname is te verklaren door een verhoogde sterfte door de gecombineerde impact van het herpesvirus en predatie door de Japanse oesterboorder.
Met als doel om predatie door de Japanse oesterboorder te voorkomen, wordt er sinds 2018 geĆ«xperimenteerd met zogenaamde āoff-bottomkweekā op twee proeflocaties. Hierbij worden de oesters gekweekt op stellages die op palen boven de bodem staan en waar oesterboorders niet gemakkelijk bij kunnen komen. In maart 2020 is er voor alle kwekers in totaal circa 50 ha voor off-bottomkweek beschikbaar gekomen. In 2022 bestond dit gebied uit ruim 100 ha (ter vergelijking: er wordt daarnaast voor circa 1.365 ha aan percelen verhuurd). Kwekers krijgen naar rato van recht op percelen ruimte toegewezen binnen die 100 ha.
Platte oester
Tussen 2001 en 2012 werd jaarlijks tussen de 0,4 en 1,8 mln. platte oesters aangevoerd. Dat aantal nam in de periode 2012-2017 toe tot 7,5 mln., door onder andere een toegenomen weerstand tegen bonamia. De aanvoer is echter sinds 2018 weer geleidelijk gedaald tot 1,9 mln. in 2020 (CBS, 2024). Dit kwam door een combinatie van lage broedval en een verhoogde sterfte door de aanwezigheid van het oesterherpesvirus en predatie door de Japanse oesterboorder (A. Cornelisse - NOV, pers. med., 2022). In 2021 en 2022 steeg de productie weer licht tot respectievelijk 2,9 en 2,5 mln. stuks.
Opbrengst
In 2022 was de gemiddelde stukprijs van Japanse oesters 0,24 euro en van platte oesters 0,55 euro (Eurostat, 2024). Van beide soorten is de stukprijs daarmee licht afgenomen, in 2021 waren de stukprijzen namelijk 0,23 euro voor Japanse oesters en 0,67 euro voor platte oesters. Met de sterk toegenomen aanvoer van Japanse oesters is de totale opbrengst toegenomen van 6,1 in 2021 naar 9,1 mln. in 2022 (+50%). Dit is echter alsnog iets lager dan de gemiddelde opbrengst in de afgelopen 10 jaar (10,1 mln. euro).
Bij deze cijfers moeten twee kanttekeningen worden vermeld. Zo is het mogelijk dat in de verzamelde prijsgegevens niet alleen de opbrengsten van oesters van kwekers zijn verzameld, maar ook van kwekers/handelaren die oesters importeren en verkopen en andere verkoopprijzen hanteren. Hierdoor zou er een discrepantie kunnen zijn tussen de gemiddelde verkoopwaarde zoals uit de beschikbare gegevens naar voren komt en de verkoopwaarde voor uitsluitend kwekers. Het is niet bekend in hoeverre hiervan sprake is. Daarnaast worden oesters in allerlei manieren en hoeveelheden verkocht (bijvoorbeeld in kleine aantallen, in grote aantallen, in bulk of in mandje). De manier van verkoop kan dus leiden tot grote verschillen in de stukprijs.
|