|
Kies een indicator
Structuur van de keten - Varkenshouderij |
De varkensproductieketen
|
2-12-2022
|
De Nederlandse varkenssector kende in 2020 3.557 bedrijven met varkens. Er waren in 2020 in totaal 12,0 mln. varkens aanwezig in Nederland (CBS, 2020), waaronder 871.000 zeugen, 5,4 mln. vleesvarkens, en verder biggen, beren en opfokdieren. De invoer- en uitvoerhoeveelheid van levende varkens was 1,4 mln. en 10,5 mln. respectievelijk (CBS, jaar 2020). In 2020 werden circa 16,7 mln. dieren binnenlands geslacht met een gewicht van 1,67 mln. ton karkasgewicht (CBS, jaar 2020). Hoewel het aantal bedrijven de laatste decennia sterk afneemt, is het aantal dieren nauwelijks gedaald. Sinds 1984 is in Nederland het totaal aantal varkens begrensd via een systeem van varkensrechten (tot 1998 mestproductierechten). Momenteel zijn er ongeveer 8,6 mln. varkensrechten, 27% minder dan in 1998, zowel door afroming als opkoop door de overheid.
|

Concentratie varkenshouderij in beperkt aantal gebieden
De varkenshouderij is sterk geconcentreerd in Oost-Brabant en Noord-Limburg. Daarnaast zijn er kleinere concentraties in Overijssel, Oost-Gelderland, de Gelderse Vallei en Westelijk Brabant. (zie kaart) Het aantal dieren per bedrijf is in de afgelopen decennia fors gestegen. Gespecialiseerde zeugenbedrijven hebben in 2020 gemiddeld 790 zeugen; gespecialiseerde vleesvarkens- en gesloten varkensbedrijven hebben circa 2.500 vleesvarkens. Gesloten bedrijven hebben respectievelijk bijna 2.700 vleesvarkens en 490 zeugen per bedrijf (CBS, Landbouwtelling 2020). Voor wat betreft schaalgrootte is de Nederlandse varkenshouderij een middenmoter in Europa. In zeugproductiviteit staat Nederland na Denemarken op de tweede plaats in de wereldtop.
De Nederlandse varkensproductie maakt deel uit van een (Noordwest-)Europees cluster. De zelfvoorzieningsgraad van varkensvlees in de EU-28 was 122% in 2020 (bron:CBS,2021). Voor Nederland is de zelfvoorzieningsgraad circa 307%, waardoor twee derde van de jaarlijkse vleesproductie wordt uitgevoerd, binnen of buiten de EU.
Sterke concentratie in de slacht en verwerking
Circa 90% van de 16,7 mln. varkensslachtingen in Nederland vindt plaats bij de grootste vier slachtondernemingen. Vion Food Group slacht ongeveer de helft van de varkens in Nederland; de andere grote ondernemingen zijn Van Rooi Meat, Westfort en Compaxo. In de slachterij en vleesverwerking zijn ruim 300 bedrijven actief, waarvan de overgrote meerderheid verwerkers en slagers zijn, niet slachters. Er worden nauwelijks varkens geslacht op heel kleine schaal (Agrinutrimonitor, 2021).
De vleesindustrie in (Noordwest-)Europa is met elkaar verweven in afzetkanalen. Er is daardoor stevige concurrentie met de grote spelers zoals Tönnies en Westfleisch in Duitsland, en Danish Crown in Denemarken. Slachterijen hebben vaak ook vestigingen in het buitenland. Er is een afnemende export van Nederlandse vleesvarkens naar vooral Duitse slachterijen; momenteel nog zo’n 15.000 dieren per week .
Veevoermarkt beheerst door drie grote spelers
De veevoerindustrie in Nederland is grootschalig en internationaal georiënteerd. Er zijn een kleine 100 mengvoerbedrijven. In 2020 werd er 14,7 miljoen ton mengvoer geproduceerd, waarvan 4,9 miljoen ton mengvoer voor de Nederlandse varkenshouderij (FEFAC, 2021). De productie van mengvoer voor de Nederlandse varkenshouderij is in de periode 2010-2020 met ruim 14% gedaald. De grootste drie bedrijven zijn Agrifirm, ForFarmers en De Heus, met een marktaandeel van circa 60% van de mengvoerproductie. Nevedi is de koepel van de veevoederindustrie en vertegenwoordigt vrijwel de gehele veevoederindustrie. Veevoerbedrijven kopen grondstoffen over de hele wereld; qua herkomst ligt de nadruk echter op Europa. Inkoop gebeurt veelal via grootschalige handelsbedrijven. Veevoerbedrijven verkopen complete mengvoeders en premixen/concentraten in een groot aantal landen.
Daarnaast handelt een aantal bedrijven in vochtrijke bijproducten van de levensmiddelenindustrie, uit de verwerking van bijvoorbeeld aardappelen, bier, granen, citrusvruchten en plantaardige oliën. Deels komen deze producten in het mengvoer, deels ook als losse grondstoffen bij de veehouders. Vochtrijke bijproducten uit de levensmiddelenindustrie vervangen circa 10% (droge stofbasis) van het mengvoer. Voor de varkenshouderij zijn de belangrijkste bijproducten tarwezetmeel, aardappelstoomschillen, zuivelproducten en tarwegistconcentraten. De varkenssector draagt hierdoor bij aan de benutting van waardevolle restproducten, het sluiten van kringlopen en de circulaire economie. Ook worden er restproducten tot varkensvoer verwerkt, zoals brood en koekjes, die afgekeurd zijn voor menselijke consumptie.
Productie
In 2020 produceerde de Nederlandse varkenshouderijsector ruim 1,67 mln. ton karkasgewicht met 16,7 mln. slachtingen.
Consumptie per inwoner
In Nederland is in 2020 per hoofd van de bevolking 36,4 kg varkensvlees per jaar geconsumeerd tegen 37,2 kg in 2005. Van de totale vleesconsumptie in Nederland is 47% varkensvlees (Dagevos et al., 2020).
Export van varkensvlees en levende dieren
Twee derde van de Nederlandse varkensproductie wordt geëxporteerd. De export bestaat uit vlees (1,4 mln. ton) en levende dieren. Het gaat daarbij om 8,3 mln. biggen en 1,4 mln. vleesvarkens. De export van levende dieren is in 2020 bijna 80% hoger dan in 2005, maar die groei werd al in de periode 2005-2010 gerealiseerd. Daarna schommelde het aantal levend uitgevoerde dieren tussen 8 en 11 mln. stuks per jaar.
De meeste export van levende dieren en vlees gaat naar landen binnen de EU. Duitsland is een belangrijke bestemming, met circa 50% van de biggenexport en circa 65% van de vleesvarkensexport. Sinds 2016 is de export van varkensvlees en -producten vanuit de EU naar vooral China fors toegenomen onder invloed van een sterke vraag. Vanaf 2019 is de importbehoefte van China nog groter geworden omdat circa de helft van de Chinese varkensstapel dood ging of is geslacht vanwege uitbraken van Afrikaanse varkenspest. In 2019 werd China daardoor één van de twee belangrijkste exportmarkten. In 2018 was China nog het vijfde exportland voor Nederland. De importbehoefte van varkensvlees vanuit China is sinds 2021 wel duidelijk afgenomen, omdat de productie in China weer herstellende is. Naast deze grote export vanuit Nederland is er in mindere mate ook import van vlees uit vooral Duitsland. Er is een heel beperkte import van biggen uit vooral Duitsland.
Verduurzaming van de productie via kwaliteitssystemen, keurmerken en marktconcepten
Bijna alle varkenshouders nemen deel aan één van de twee kwaliteitssystemen in de varkenshouderij: IKB Varkens en IKB Nederland. Deze IKB-systemen werken samen in het Ketenbreed Kwaliteitssysteem (KKS
Holland Varken) en het Ketenbreed Informatiesysteem (KIS Holland Varken) (POV, 2020). Deze kwaliteitssystemen geven garanties dat er minimaal voldaan wordt aan de wettelijke eisen rond productie en productveiligheid. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld op het gebied van diergezondheid ook bovenwettelijke eisen gesteld.
Het keurmerk Beter Leven, geïntroduceerd door de Dierenbescherming in 2007, geeft consumenten inzicht in het niveau van dierenwelzijn bij varkensbedrijven. Voor dit keurmerk zijn met bedrijven bovenwettelijke afspraken gemaakt over dierenwelzijn. Bij een product met één ster hebben dieren meer ruimte, worden ze in grote groepen gehouden en is castratie verboden. Bij een tweede ster gaat het grofweg om ‘scharrel met een uitloop naar buiten’ en bij de derde ster sluiten de houderij-omstandigheden nog beter aan op de behoeften van het dier. Biologische houderij komt overeen met drie sterren (Dierenbescherming, 2020).
Om tegemoet te komen aan de groeiende wens van de consument wat betreft duurzaamheid en dierenwelzijn hebben de supermarkten (verenigd in het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, CBL) afspraken gemaakt met Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) en de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) om het gangbare vlees verder te verduurzamen. De verkoop van vers varkensvlees via supermarkten voldoet minimaal aan de eisen van het programma Varken van Morgen. De welzijnseisen voor de productie binnen dit programma zijn vergelijkbaar met de eisen met 1 ster van het Beter Leven keurmerk.
Er worden naar schatting ruim 4 mln. varkens per jaar met 1 ster en/of Varken van Morgen geproduceerd. Anno 2020 zijn er slechts een paar bedrijven met het predicaat Scharrel (2 sterren) en er worden naar schatting 150.000 biologische slachtvarkens per jaar (3 sterren) geproduceerd. Afgezet tegen de totale productie van 24,5 mln. dieren zijn dat marktaandelen van 15-20% 1 ster (Varken van Morgen), 0% (2 sterren) en 0,7% (bio). In Nederland zijn er 187 bedrijven met biologische varkens, 5,3% van het aantal bedrijven met varkens in Nederland. Het aantal biologische varkens is sinds 2011 met ongeveer 80% gestegen; het aantal biologische bedrijven steeg in dezelfde periode met circa 90%. De rest van de productie valt niet onder Beter Leven Keurmerk/Varken van Morgen, en wordt geproduceerd volgens de wettelijke minimumeisen.
Dreiging van Afrikaanse varkenspest
Afrikaanse varkenspest is een belangrijke virusziekte voor varkens en een serieuze bedreiging voor de wereldwijde varkensvleesproductie geworden. Sinds 2007 is de ziekte bezig aan een opmars via o.a. de Kaukasus, Rusland en Oekraïne richting de Europese Unie. Sinds 2014 komt de ziekte voor in meerdere EU-landen. Naast Azië, zijn er vooral in Polen en Roemenië veel uitbraken. In september 2018 maakte het virus een grote sprong en raakten honderden wilde zwijnen in buurland België geïnfecteerd. In september 2020 is het eerste geval van de ziekte in Duitsland ontdekt, najaar 2022 worden daar nog steeds gevallen ontdekt. Door de ziektegevallen in onze buurlanden lijkt ook de dreiging dat de Afrikaanse varkenspest in Nederland opduikt steeds groter te worden. Als dit gebeurt zal dit grote gevolgen hebben voor de afzet van Nederlandse varkens en varkensvlees, met gevolgen voor overvolle stallen en lage prijzen. Ook de toeleverende en verwerkende industrie zal zwaar getroffen worden in geval van een uitbraak in Nederland. Verschillende instanties richten zich op de bewustwording van de dreiging van Afrikaanse varkenspest.
Het is van belang om strenge hygiënemaatregelen te treffen om de insleep en de verspreiding van AVP tegen te gaan.
|
Kies een sector
Alles over
|
-
No data for this filter criteria
|
|
No data for this filter criteria
|
|
No data for this filter criteria
|
|
No data for this filter criteria
|
|
|
Referenties |
Toelichting varkensrechten: Er is één varkensrecht voor alle diercategorieën varkens uitgedrukt in varkenseenheden (één varkenseenheid = 7,4 kilogram fosfaatproductie per jaar). Daarbij geldt: 1 vleesvarken komt overeen met 1 varkenseenheid, 1 fokzeug zonder biggen staat gelijk aan 1,97 varkenseenheid en 1 fokzeug met biggen komt overeen met 2,74 varkenseenheid.
Deze tekst is afkomstig uit de publicatie Staat van Landbouw, Natuur en Voedsel; Editie 2022; Berkhout et al., 2022.Rapport 2022-076.
Bronnen: • Dagevos, H., Verhoog, D., van Horne, P., & Hoste, R., 2020. Vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Nederland, 2005-2019. (Wageningen Economic Research nota; No. 2020-078). Wageningen Economic Research. https://doi.org/10.18174/531409 • Dierenbescherming (2020). https://beterleven.dierenbescherming.nl/beter-leven/10-jaar-beter-leven-keurmerk • Galen, Michiel van, Willy Baltussen, Mariel Benus, Koos Gardebroek (Wageningen University), Nera Herceglic, Robert Hoste, Rico Ihle (Wageningen University), Jakob Jager, Bas Janssens, Gerben Jukema, Marcel Kornelis, Marvin Kunz, Katja Logatcheva, Elsje Oosterkamp, Jamal Roskam, Huib Silvis, Rob Stokkers, 2021. Agro-Nutri Monitor 2021 - Achtergrondrapport; Monitor prijsvorming voedingsmiddelen en analyse belemmeringen voor verduurzaming. Wageningen, Wageningen Economic Research, Rapport 2021-082. 209 blz.; 229 fig.; 35 tab.; 28 ref. ISBN: 978-94-6395-879-0 https://doi.org/10.18174/549562
|
Meer informatie |
Toelichting indicator |
Thema omschrijving |
Beleidsinformatie |
Archief
|
|
naar boven
 | Loading… |
|
|