Fosfaatbemesting op akkerbouwbedrijven

Laatste update: 17 december 2024 Update frequentie: Jaarlijks

Akkerbouwers gebruiken in 2023 minder fosfaat

Akkerbouwbedrijven binnen het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) gebruiken sinds 2006 minder fosfaat. In 2023 gebruiken ze gemiddeld 60 kg fosfaat per ha via meststoffen. Dit is een daling van 6% ten opzichte van het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren (2018-2022), en 28% minder dan in 2006, toen het gebruiksnormenstelsel werd ingevoerd.

Gemiddeld

Grafiek wordt geladen...
Sinds 2006 is de gemiddelde fosfaatbemesting op akkerbouwbedrijven gedaald met 28% tot 60 kg per ha in 2023. Het jaar 2023 betreft voorlopige cijfers.

Herkomst

Grafiek wordt geladen...
In 2023 is het fosfaatgebruik voornamelijk afkomstig uit dierlijke mest (68%), en daarnaast kunstmest (8%) en overige organische mest (24%). Met name het aandeel fosfaat uit kunstmest is sterk afgenomen. In de periode 2018-2022 was dit 12%. In 2006 was het aandeel fosfaat uit kunstmest nog 35%. Het jaar 2023 betreft voorlopige cijfers.

Regio

Grafiek wordt geladen...
In de Kleiregio is de fosfaatbemesting in 2023 hoger in vergelijking met de Löss- en Zandregio. In alle regio's is in 2023 een afname zichtbaar. Het jaar 2023 betreft voorlopige cijfers.

Historische data

Grafiek wordt geladen...
In de jaren negentig werd op akkerbouwbedrijven gemiddeld 101 kg fosfaat per ha gebruikt. Na de eeuwwisseling is de een reductie in fosfaatbemesting zichtbaar: in de periode 2002-2005 werd 86 kg fosfaat per ha gebruikt.
In de periode 1991-2023 is het gebruik van fosfaatkunstmest sterk gereduceerd. Vanaf de introductie van het gebruiksnormenstelsel in 2006 is een duidelijke afname zichtbaar. De laatste jaren lijkt het gebruik van fosfaatkunstmest nog verder te dalen. In de periode 2018-2022 werd er gemiddeld 8 kg per ha gebruikt, in 2023 was dat 5 kg.

Regionale verschillen

Sinds 2006 heeft in alle regio’s een reductie in het fosfaatgebruik plaatsgevonden. In de Kleiregio is het aandeel dierlijke mest (63%) in 2023 lager dan in de Zand- en Lössregio (respectievelijk 77% en 74%). Hoewel het kunstmestgebruik in de Kleiregio is gedaald tot een aandeel van 11% (7 kg per ha) in 2023 is het aandeel via kunstmestgebruik nog steeds veel hoger dan in de Zandregio 4% (2 kg per ha). In de Lössregio werd in 2023 helemaal geen fosfaatkunstmest gebruikt.

Zandregio

Grafiek wordt geladen...
Ten opzichte van de vijf voorgaande jaren (2018-2022) is in 2023 de fosfaatbemesting per ha op akkerbouwbedrijven in de Zandregio gedaald met 7%. Met een daling van 29% is met name het kunstmestgebruik flink afgenomen ten opzichte van 2018-2022. Het jaar 2023 betreft voorlopige cijfers.

Kleiregio

Grafiek wordt geladen...
Ten opzichte van de vijf voorgaande jaren (2018-2022) is in 2023 de fosfaatbemesting per ha op akkerbouwbedrijven in de Kleiregio gedaald met 7%. Met een daling van 38% is met name het kunstmestgebruik flink afgenomen. Het jaar 2023 betreft voorlopige cijfers.

Lössregio

Grafiek wordt geladen...
Ten opzichte van de vijf voorgaande jaren (2018-2022) is in 2023 de fosfaatbemesting per ha op akkerbouwbedrijven in de Lössregio gedaald met 18%. Het kunstmestgebruik in de Lössregio is de afgelopen jaren minimaal. Het jaar 2023 betreft voorlopige cijfers.

Historische data Zandregio

Grafiek wordt geladen...
In de jaren negentig werd op akkerbouwbedrijven in de Zandregio gemiddeld 97 kg fosfaat per ha gebruikt. In de periode 2002-2005 was dit gemiddeld 88 kg fosfaat per ha.

Historische data Kleiregio

Grafiek wordt geladen...
In de jaren negentig werd op akkerbouwbedrijven in de Kleiregio gemiddeld 104 kg fosfaat per ha gebruikt. Na de eeuwwisseling is een reductie in fosfaatbemesting zichtbaar: in de periode 2002-2005 werd 84 kg fosfaat per ha gebruikt.

Over de indicator

Deze indicator beschrijft de totale hoeveelheid fosfaat uit meststoffen die per ha cultuurgrond wordt gebruikt. Er zijn 3 typen meststoffen: kunstmest, dierlijke mest (inclusief weidemest) en overige organische meststoffen. De totale hoeveelheid gebruikte mest op bedrijfsniveau wordt berekend als:

Mestgebruik bedrijf = Productie + Beginvoorraad – Eindvoorraad + Aanvoer – Afvoer.

De productie van dierlijke mest wordt bepaald uit de aantallen dieren per diercategorie en de excretie per dier (norm of specifieke berekening). Begin- en eindvoorraden en aan- en afvoer van meststoffen worden bepaald aan de hand van de opgave in BIN. De nutriëntengehalten worden specifiek per bedrijf gehanteerd indien voorhanden en anders worden forfaitaire normen gebruikt.

Bron en getoonde groep bedrijven

De gegevens voor beide indicatoren zijn afkomstig uit het Bedrijveninformatienet van Wageningen Social & Economic Research. Binnen het Bedrijveninformatienet verzamelt Wageningen Social & Economic Research bedrijfsgegevens over ongeveer 1.500 individuele land- en tuinbouwbedrijven. De verzamelde gegevens betreffen vooral financieel-economische en duurzaamheidsgegevens.

Alleen bedrijven in het Bedrijveninformatienet die binnen de definitie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) vallen, worden getoond. Voor de bedrijven geldt dat ze minimaal 25.000 euro Standaardopbrengst hebben en 10 of meer ha cultuurgrond gebruiken.