Veebezetting op overige dierbedrijven

Laatste update: 17 december 2024 Update frequentie: Jaarlijks

Veebezetting op overige dierbedrijven wederom licht gedaald in 2023

Op de overige dierbedrijven binnen de doelpopulatie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM), is de veebezetting (fosfaat-GVE per ha cultuurgrond) in de periode 2000-2023 gedaald met 24% tot 1,57 GVE per ha.

Gemiddeld

Grafiek wordt geladen...
De gemiddelde veebezetting op overige dierbedrijven is sinds 2000 met 24% gedaald tot 1,57 GVE per ha in 2023.

Spreiding

Grafiek wordt geladen...
De mediane (de middelste waarneming) veebezetting op overige dierbedrijven is sinds 2000 met 39% afgenomen tot 1,1 GVE per ha. Daarnaast is de spreiding in de periode 2000-2023 afgenomen. Vanaf 2000 zijn de 20% grootste bedrijven met 49% gedaald tot 2,0 GVE per ha in 2023.

Diersoort

Grafiek wordt geladen...
Sinds 2000 is het aandeel graasdieren op overige dierbedrijven steeds groter geworden, en het aandeel staldieren steeds kleiner. In 2023 worden voornamelijk graasdieren gehouden (80%) en slechts 20% staldieren.

Regio

Grafiek wordt geladen...
In de Zandregio is de veebezetting van overige dierbedrijven het hoogst, gevolgd door de Kleiregio, en als laatste de Lössregio.

De veebezetting is sinds 2000 vrijwel continu gedaald. Deze daling is vooral afkomstig door een afname in het aantal staldieren. Het aantal graasdieren is nauwelijks gedaald. Daarnaast is ook de spreiding iets kleiner geworden. Sinds 2000 zijn de 20% grootste bedrijven met 49% kleiner geworden, terwijl de mediaan met 44% is gedaald.

In alle regio’s is een afname zichtbaar van het aantal staldieren. Echter in de Lössregio zijn staldieren in 2023 nauwelijks meer aanwezig, terwijl deze groep in de Zand- en Kleiregio nog steeds een aandeel van 24% en 18% respectievelijk vertegenwoordigen. In 2023 is de veebezetting in de Zandregio het hoogst (1,7 GVE per ha), gevolgd door de Kleiregio (1,5 GVE per ha) en Lössregio (1,1 GVE per ha).

Zandregio

Grafiek wordt geladen...
Sinds 2000 is de veebezetting in de Zandregio gedaald van 2,3 GVE per ha naar 1,7 GVE per ha in 2023. Het aantal staldieren is gedaald van 0,9 GVE per ha naar 0,4 GVE per ha. Het aantal graasdieren is vrijwel stabiel over de periode 2000-2023.

Kleiregio

Grafiek wordt geladen...
Sinds 2000 is de veebezetting in de Kleiregio licht gedaald van 1,6 GVE per ha naar 1,5 GVE per ha in 2023. Het aantal staldieren is gedaald van 0,5 GVE per ha naar 0,3 GVE per ha. Het aantal graasdieren is vrij stabiel over de periode 2000-2023.

Lössregio

Grafiek wordt geladen...
Sinds 2000 is de veebezetting in de Lössregio licht gedaald van 1,4 GVE per ha naar 1,1 GVE per ha in 2023. Het aantal staldieren was in 2000 0,2 GVE per ha, maar in 2023 worden deze nog nauwelijks gehouden op overige dierbedrijven in de Lössregio. Het aantal graasdieren is vrij stabiel over de periode 2000-2023.

Over de indicator

Deze pagina beschrijft het aantal grootvee-eenheden (GVE) per ha cultuurgrond. Het aantal GVE op een bedrijf is de optelsom van het gemiddeld aanwezige aantal landbouwdieren op het bedrijf omgerekend naar de fosfaatproductie van één melkkoe. Basis voor de omrekeningen zijn de fosfaatproductienormen die in 2001 ten tijde van het Mineralenaangiftesysteem (MINAS) werden gehanteerd. Zo telt een kalf voor 0,22 GVE mee in het totaal, en jongvee in de leeftijd van 1-2 jaar voor 0,44 GVE en een vleesvarken voor 0,18 GVE.

Bron en getoonde groep bedrijven

De gegevens zijn afkomstig uit de CBS-Landbouwtelling, die het aantal dieren op 1 april vastlegt, tenzij er sprake is van tijdelijke leegstand. In de afgelopen jaren worden de aantallen dieren overgenomen uit registers zoals het I&R-systeem of het KIP-systeem. Bij tijdelijke leegstand op 1 april wordt het jaargemiddelde van het voorgaande jaar gebruikt in plaats van nul dieren, zodat het bedrijf toch een aantal GVE's (grootvee-eenheden) krijgt. 
Alleen bedrijven die binnen de definitie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) vallen, worden getoond. Voor deze bedrijven geldt dat ze minimaal 25.000 euro aan standaardopbrengsten moeten hebben en meer dan 10 hectare cultuurgrond moeten bezitten.