Nettoresultaat in de visserij
Laatste update: 7 juli 2025 Update frequentie: Jaarlijks
Het nettoresultaat in de Nederlandse zeevisserij (exclusief de mossel- en oestersector) was in 2024 19 mln. euro. In 2023 werd nog een verlies geleden (-14 mln. euro).
De kottersector boekte in 2024 een nettoresultaat van +15 mln. euro; dat is een verschil van 25 mln. euro ten opzichte van 2023, toen het nettoresultaat op -10 mln. euro uitkwam. Het nettoresultaat van de grote zeevisserij kwam uit op ruim -4 mln. euro (vorig jaar -9 mln. euro). De overige kleine zeevisserij kwam uit op een nettoresultaat van afgerond 10 mln. euro. Dat was bijna 4 mln. euro meer dan een jaar eerder (2023: 7 mln. Euro). Voor de mosselsector zijn de meest recente cijfers over het seizoen 2023/2024 van toepassing. Voor het seizoen 2024/2025 zijn de verwachtingen dat het nettoresultaat negatief zal zijn vanwege de grote daling van de totale opbrengt van de sector.
Hoewel de kottervloot in 2024 een positief nettoresultaat behaalde, is er op financieel-economisch vlak een kanttekening te maken. In de afgelopen jaren hebben de meeste bedrijven geen financiële ruimte gehad om te reserveren voor innovatie, modernisering en nieuwbouw. Dit betekent dat voor een economisch duurzame ontwikkeling (en vernieuwing) een aantal jaren met goede resultaten (substantiële winsten) nodig zijn om nieuw kapitaal op te bouwen voor investeringen.
De kottersector boekte in 2024 een nettoresultaat van +15 mln. euro; dat is een verschil van 25 mln. euro ten opzichte van 2023, toen het nettoresultaat op -10 mln. euro uitkwam. Het nettoresultaat van de grote zeevisserij kwam uit op ruim -4 mln. euro (vorig jaar -9 mln. euro). De overige kleine zeevisserij kwam uit op een nettoresultaat van afgerond 10 mln. euro. Dat was bijna 4 mln. euro meer dan een jaar eerder (2023: 7 mln. Euro). Voor de mosselsector zijn de meest recente cijfers over het seizoen 2023/2024 van toepassing. Voor het seizoen 2024/2025 zijn de verwachtingen dat het nettoresultaat negatief zal zijn vanwege de grote daling van de totale opbrengt van de sector.
Hoewel de kottervloot in 2024 een positief nettoresultaat behaalde, is er op financieel-economisch vlak een kanttekening te maken. In de afgelopen jaren hebben de meeste bedrijven geen financiële ruimte gehad om te reserveren voor innovatie, modernisering en nieuwbouw. Dit betekent dat voor een economisch duurzame ontwikkeling (en vernieuwing) een aantal jaren met goede resultaten (substantiële winsten) nodig zijn om nieuw kapitaal op te bouwen voor investeringen.
Nettoresultaat
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het nettoresultaat van de zeevisserij was in 2024 met 19 mln. euro een stuk beter dan in 2023 (-14 mln. euro).
Kosten van het jaar waarvan nog niet alle gegevens verzameld zijn (in dit geval 2024), worden gebaseerd op kostenstructuren in voorgaande jaren. Het feit dat de visserij de laatste jaren sterk van karakter veranderd is (de omschakeling van puls- naar andere vistechnieken, de stilligweken in de platviskotter- en garnalensector, kottersanering, de invloed van corona op de visserijpatronen etc.), maakt het moeilijker om aan de hand van voorgaande jaren de kosten voor 2024 in te schatten. Dit zorgt voor een grotere onzekerheidsmarge in de geraamde cijfers dan in voorgaande jaren. De cijfers over 2023 zijn in 2025 definitief gemaakt.
Over de indicator
Het nettoresultaat wordt berekend uit de:
- Totale opbrengst: deze bestaat uit de brutobesomming (visverkoop) en uit diverse andere opbrengsten. De gerealiseerde besomming is de opbrengst van door het schip aangevoerde vis. Het betreft hier de brutobesomming, zonder aftrek van afslagrechten, heffingen, loskosten enzovoort.
- Diverse opbrengsten kunnen zijn vergoedingen voor sleepwerkzaamheden, werk voor de offshore industrie en dergelijke.
Ook het saldo van opbrengsten van het verhuren van eigen vangstrechten, en kosten van huren van vangstrechten van anderen wordt hierin gesaldeerd. Opbrengsten inzake beleggingen, deelnemingen of anderszins en spaartegoeden blijven buiten beschouwing.
Totale kosten:
- Technische kosten: Alle kosten die verband houden met in dat jaar plaatsgevonden vaardagen en uitgeoefende visserijen. Uitgaven met een prive-karakter blijven buiten beschouwing.
- Berekende afschrijvings- en rentekosten over investeringen.