Landelijk meetnet effecten mestbeleid
Inzicht in de effecten van het mestbeleid op de bedrijfsvoering en waterkwaliteit.
Inzicht in de effecten van het mestbeleid op de bedrijfsvoering en waterkwaliteit.
Het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) is een integraal monitoringsprogramma met als doel het volgen en vastleggen van de effecten van het mestbeleid op de bedrijfsvoering en waterkwaliteit op Nederlandse landbouwbedrijven. De basis van het LMM is gelegd in 1992. Het LMM bestaat momenteel uit twee meetnetten, het Basismeetnet en het Derogatiemeetnet.
Het LMM wordt gezamenlijk door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)(externe link) en Wageningen Social & Economic Research ontwikkeld en beheerd. Daarnaast wordt op onderdelen ook samengewerkt met verschillende andere instellingen. De doelstellingen van het LMM zijn het beschrijven en verklaren van de huidige kwaliteit van het uitspoelings- en slootwater in relatie met de landbouwpraktijk en beleidsmaatregelen (Basismeetnet) en het beheren en in standhouden van een monitoringnetwerk van 300 bedrijven met derogatie (Derogatiemeetnet).
Binnen het LMM is Wageningen Social & Economic Research verantwoordelijk voor het in kaart brengen van de 'landbouwpraktijk'. Wageningen Social & Economic Research vergaart van alle 450 deelnemers aan het LMM een aanzienlijke set aan bedrijfsgegevens en registreert deze gegevens in het Bedrijveninformatienet. De LMM-metingen leveren een unieke dataset op die het mogelijk maakt relaties tussen beleid en de doorwerking van beleid in de bedrijfsvoering en -resultaten, de milieudruk en de waterkwaliteit nader te analyseren.
Het RIVM heeft als taak het monitoren van de waterkwaliteit op landbouwbedrijven. Dit gebeurt door bemonstering van het water dat uitspoelt uit de wortelzone en van het slootwater. Water dat uit de wortelzone uitspoelt wordt onderzocht via bemonstering van de bovenste meter van het grondwater, het bodemvocht of het drainwater.
Het LMM wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselkwaliteit en Natuur.(externe link)
Hebt u een vraag of hebt u hulp nodig bij het gebruiken van deze website? Neem contact met ons op via het contactformulier of kijk bij de veelgestelde vragen.
In 2023 bedroeg het gemiddelde stikstofbodemoverschot op akkerbouwbedrijven binnen het LMM 120 kg per ha.
Melkveebedrijven waarop het LMM betrekking heeft, hadden in 2023 gemiddeld een fosfaattekort van ongeveer 6 kg fosfaat per ha welke vergelijkbaar is met de jaren 2014 en 2021.
Op staldierbedrijven nam de gemiddelde opslagcapaciteit voor mest in de periode 2006-2023 af van gemiddeld 9,6 maanden in 2006 tot 10,3 maanden in 2023.
Sinds 2006 is het gemiddelde stikstofgebruik op akkerbouwbedrijven die deelnemen aan het LMM min of meer stabiel, in 2023 werd 223 kg stikstof per ha gebruikt.