Voorzichtig herstel ondernemersvertrouwen in derde kwartaal |
6-11-2020 |
Het vertrouwen van boeren en tuinders in hun onderneming is in het derde kwartaal van 2020 enigszins hersteld. Vrijwel alle sectoren lieten enig herstel van vertrouwen zien, behalve in de pluimveehouderij waar het vertrouwen afnam en de melkveehouderij waar een stabilisatie optrad. Vooral het vertrouwen van akkerbouwers is laag. Dit blijkt uit de Agro Vertrouwensindex over het derde kwartaal van 2020.
De vertrouwensindex steeg in het derde kwartaal met bijna 3 punten en kwam uit op 7 punten. Het vertrouwen van boeren en tuinders in hun onderneming heeft zich in het derde kwartaal van 2020 dus voorzichtig hersteld. In het eerste kwartaal was de index gezakt naar -4, waarna deze in het tweede kwartaal naar +4 punten steeg. Land- en tuinbouwbedrijven hebben deze enquête ingevuld in de periode 2 oktober tot en met 25 oktober. Omdat in deze periode de covid-19 maatregelen elkaar snel opvolgden is het de vraag of de invloed van deze maatregelen volledig in de index is verwerkt. Naast Covid-19 zijn er een aantal andere factoren die een rol spelen bij de beantwoording van de vragen uit de enquête, zoals de weersomstandigheden, handelsbelemmeringen, ziekten en plagen en beleid maar ook de eigen bedrijfssituatie. In de enquête wordt naar deze factoren overigens niet gevraagd.
Totale stijging Agro Vertrouwensindex naar 7 punten Het Agrovertrouwen ligt in het derde kwartaal, ondanks de verdere voorzichtige stijging naar 7 punten, nog altijd ver onder het langlopende gemiddelde van 13 punten. De stemmingsindex bleef onveranderd ten opzichte van het tweede kwartaal. Land- en tuinbouwbedrijven hebben een minder negatieve verwachting voor de komende 2 à 3 jaar. Beide indicatoren vormen samen de Agro-vertrouwensindex.
Glastuinbouw beter gestemd, melkveehouders juist negatiever De huidige situatie op het bedrijf (stemmingsindex) verbeterde sterk bij de glastuinbouw. Door een toename van de stemmingsindex van 12 punten naar een index van 29 punten is daar de stemming bijna op hetzelfde niveau als voor de covid-19 uitbraak en bijna even positief als de vollegrondstuinbouw. In deze sector bleef de stemming onder de ondernemers nagenoeg ongewijzigd positief. Meer melkveehouders waren negatiever over de huidige situatie op het bedrijf dan in het tweede kwartaal. De stemmingsindex daalde met 6 punten. Bij pluimveehouders zakt opnieuw de stemming licht (-2 punten). De varkenshouders zijn weer wat positiever (+5 punten) nadat er in het vorige kwartaal een sterke negatieve correctie had plaatsgevonden. Al met al bleef voor de totale land- en tuinbouw de index op 15,6 punten staan.
Verwachting middellange termijn verschilt per sector Ondernemers zijn over de situatie van hun bedrijf op de middellange termijn (twee tot drie jaar) weer wat positiever. De index steeg 5 punten. De index bleef echter in totaliteit wel negatief namelijk op -1 staan. Dit betekent dat er nog steeds meer ondernemers zijn die negatieve verwachtingen hebben voor hun bedrijf over 2 à 3 jaar dan dat er ondernemers zijn met positieve verwachtingen. Akkerbouwers blijven negatief vooruitkijken ondanks een positieve correctie van 6 punten in de meest recente meting. Akkerbouwers zijn met een index van -14 van alle getoonde sectoren het meest negatief. De marktgegevens laten zien dat de aardappelprijzen door de coronacrisis (minder afzet patat) fors gedaald zijn en de vooruitzichten voor 2021 zijn slecht door de onzekerheid over de pandemie. Ook de pluimveehouders hebben, door een daling van 12 punten, inmiddels een negatieve index (-2 punten). Meer glastuinbouwers zien de toekomst op de middellange termijn negatiever in. De index daalde in deze sector met 6 punten. Maar de index bleef met krap 6 punten nog boven nul. De stijging ten opzichte van het tweede kwartaal bedroeg 4,5 punt. De vier sectoren worden niet apart gemeten waardoor details over deze sectoren ontbreken. Bij de varkenshouderij steeg de index met 9 punten en bij melkveehouders bijna 6 punten.
Terugblik Terugkijkend op de afgelopen 12 maanden zijn ondernemers nog altijd negatief. De conjunctuurindex ‘terugkijkend’ steeg weliswaar met 2 punten maar blijft met -20 punten sterk negatief. Vooral een minder negatieve index van de opbrengstprijs zorgde voor deze kleine verbetering. Door de hogere opbrengstprijs werden de omzet en winst iets minder negatief. Met name bij melkveehouders, glastuinders en akkerbouwers steeg de index van de opbrengstprijs. Varkenshouders kenden juist een sterke daling van de opbrengstprijzen ten opzichte van de meting in het tweede kwartaal.
Vooruitblik nog negatief Vooruitkijkend naar de komende 12 maanden zijn Nederlandse boeren en tuinders ook negatief gestemd. De index was wel beter dan een kwartaal eerder (+5 punten) maar het herstel was minder groot dan tussen het eerste en tweede kwartaal van 2020 het geval was. Hoewel alle onderliggende indexen toenamen bleven alle indexen, op de productie na, nog negatief. De conjunctuurindex ‘vooruitkijkend’ staat in het derde kwartaal nog op -11 punten. Al sinds het vierde kwartaal van 2017 is de index negatief. Vooral akkerbouwers en de varkenshouders zien het de komende 12 maanden somber in.
|