Mijn agrimatie

Agrimatie - informatie over de agrosector

Mestbeleid LMM > Nieuws
         
Update resultaten melkveebedrijven

4-9-2023

Lagere bodemoverschotten
In december 2022 zijn diverse artikelen gepubliceerd waarin gebruik werd gemaakt van voorlopige resultaten over het jaar 2021. Voor deze update zijn de resultaten over 2021 bepaald op basis van een complete set van bedrijfsgegevens. De artikelen gebaseerd op de Landbouwtellingsgegevens gaan over het jaar 2022. Melkveebedrijven in het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) hebben in 2021 gemiddeld 61 ha cultuurgrond en ruim 134 grootvee-eenheden per bedrijf. Daarnaast produceren deze bedrijven gemiddeld 16.800 kg meetmelk per ha voedergewas in 2021. Zowel het bedrijfsareaal als de melkproductie per ha voedergewassen zitten sinds het begin van deze eeuw in een stijgende lijn.

Mestgebruik en beregening
In 2021 is het totale stikstofgebruik door melkveebedrijven in het LMM gemiddeld met circa 7% afgenomen. Het gebruik van stikstof zowel uit kunstmest als dierlijke mest is lager dan het jaar ervoor. Het stikstofmestgebruik in 2021 is ook lager dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren. Het gebruik van fosfaat uit dierlijke mest is in 2021 1 kg per ha lager dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren. Ten opzichte van 2020 is het fosfaatgebruik uit dierlijke mest in 2021 gelijk.

Het aandeel van de melkveebedrijven dat beregent, is sinds 2018 toegenomen. In 2020 paste ongeveer 33% van de melkveebedrijven beregening toe. In 2021 was dit aandeel echter veel lager (6%) door voldoende neerslag. Door middel van beregening wordt getracht om de droogteschade aan de opbrengst en kwaliteit van voedergewassen te beperken en de gebruikte meststoffen zo goed mogelijk te benutten. Vanwege de droogte hebben deze bedrijven de gewassen in de periode 2018-2020 ook intensiever moeten beregenen. In 2020 was dit gemiddeld 79 mm op de beregende oppervlakte, in 2021 was dit gemiddeld 34 mm. Naast de Zandregio, waar beregening langer gangbaar is, neemt beregening in de Klei- en Veenregio ook toe. De gemiddelde graslandopbrengst in 2021 was 21% hoger dan het jaar ervoor, de maisopbrengst was echter 3% lager. In alle regio’s herstelde de graslandopbrengst in 2021 waarbij in de Zandregio de stijging het grootste was als gevolg van de extreem lage graslandopbrengsten in 2020.

Overschotten en benuttingsgraad
De fosfaatoverschotten op melkveebedrijven in het LMM zijn in 2021 gedaald naar gemiddeld -8 kg per ha. Dit is lager dan het vijfjaarlijks gemiddelde van 2016-2020 (+4 kg fosfaat per ha). In alle regio’s was het fosfaatoverschot negatief en lager dan het jaar ervoor. De afvoer van fosfaat per ha op bedrijfsniveau (2021: 69 kg per ha) is hoger dan de vier voorafgaande jaren. Bij een lagere aanvoer per ha op bedrijfsniveau (2021: 61 kg fosfaat per ha) dan de voorliggende jaren bedroeg het overschot in 2021 -8 kg fosfaat per ha. De benuttingsgraad van fosfaat op bodemniveau bedroeg in 2021 gemiddeld 115%, wat betekent dat meer fosfaat aan de bodem wordt onttrokken dan is toegediend aan het gewas en de bodem.

Het gemiddelde stikstofbodemoverschot bedroeg in 2021 127 kg N per ha, wat lager is dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren. Dit overschot is ongeveer 30 kg per ha lager dan in het voorgaande jaar. In 2021 hadden melkveehouders in de Zandregio een bodemoverschot van gemiddeld 107 kg stikstof per ha. Melkveehouders in de Lössregio hadden een iets lager stikstofbodemoverschot van 105 kg per ha. De collega’s in de Kleiregio (123 kg stikstof per ha) en de Veenregio (190 kg stikstof per ha) zaten daar ruim boven. De benuttingsgraad van stikstof op bodemniveau bedroeg in 2021 gemiddeld 68%. De benuttingsgraad op bodemniveau van stikstof is in het algemeen lager dan die van fosfaat omdat bij stikstof vervluchtiging plaatsvindt.

Volgende update
Bij de eerstvolgende update, naar verwachting in december 2023, zullen de voorlopige resultaten over de bedrijfsvoering in het jaar 2022 worden gepresenteerd.

Over LMM
Het LMM is ontwikkeld om de effecten van het Nederlandse mestbeleid op de nutriëntenemissies, en vooral de nitraatemissie, uit landbouwbronnen naar het grond- en oppervlaktewater te meten en de effecten van veranderingen in de landbouwpraktijk op deze emissie te volgen. Het RIVM is verantwoordelijk voor de metingen van de waterkwaliteit en Wageningen Economic Research is verantwoordelijk voor de vastlegging van de landbouwpraktijk. Meer informatie over de waterkwaliteit en de gebruikte methoden wordt gegeven op www.rivm.nl.

Aanvullende informatie bij dit bericht
Er is mogelijk een update geweest van de informatie bij één of meer van de onderstaande analyses. Hieronder wordt de actuele inhoud getoond. De oudere analyse, die bij het nieuwsbericht hoorde, kan bekeken worden door bij de actuele analyse het archief te openen dat daar onderaan de pagina is weergegeven

Bouwplan
•      

Stikstofbemesting per ha grasland
•      

Graslandgebruik
•      

Fosfaatbemesting per ha
•      

Stikstofbedrijfsoverschot per ha
•      

Biologische teelt
•      

Bedrijfsomvang dieren
•      

Veebezetting
•      

Winterbedekking
•      

Meetmelk
•      

Opslagcapaciteit dierlijke mest
•      

Stikstofbemesting per ha
•      

Najaarsbeweiding
•      

Stikstofbodemoverschot per ha
•      

Fosfaatbodemoverschot per ha
•      

Gewasopbrengsten
•      

Beregening
•      

Stikstofbenutting op bodemniveau
•      

Fosfaatbenutting op bodemniveau
•      

Bedrijfsomvang grond
•      



Contactpersoon
Marga Hoogeveen
070-3358325
 

Andere recente nieuwsberichten
30-10-2024:
23-9-2024:
23-9-2024:
23-9-2024:
23-9-2024:
21-12-2023:
21-12-2023:
21-12-2023:
7-9-2023:
4-9-2023:

Meer nieuws