Stikstofbodemoverschot naar laagste niveau sinds bestaan derogatiemeetnet |
7-9-2023 |
In het derogatiemeetnet van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) volgen Wageningen Economic Research en het RIVM jaarlijks de waterkwaliteit en landbouwpraktijk van ‘voor derogatie aangemelde’ bedrijven. Het derogatiemeetnet is een uitvloeisel van de derogatie op de Nitraatrichtlijn die Nederland sinds 2006 heeft. Met deze derogatie mogen bedrijven met minimaal 80% gras in het bouwplan onder voorwaarden meer stikstof uit graasdiermest gebruiken dan de 170 kg stikstof per hectare die de Europese Nitraatrichtlijn als maximum voorschrijft. Vanaf 2023 wordt derogatie stap voor stap afgebouwd en verdwijnt per 2026.
Op 30 juni 2023 is het rapport ‘Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2021’ door (ondertussen demissionair) minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer aangeboden waarmee de resultaten openbaar zijn. Uit de resultaten blijkt dat de gemiddelde stikstofbemesting uit dierlijke mest op bedrijven in het derogatiemeetnet in de periode 2006 tot en met 2021 een dalende trend laat zien. In 2021 lag de stikstofbemesting uit dierlijke mest op 229 kg/ha. Het stikstofbodemoverschot op bedrijven in het derogatiemeetnet laat ook een dalende trend zien en bedroeg in 2021 gemiddeld 144 kg/ha. Niet eerder sinds het bestaan van het derogatiemeetnet, dat in 2006 is gestart, was dit overschot zo laag. Ook het fosfaatbodemoverschot laat een dalende trend zien en kwam in 2021 uit op gemiddeld -4 kg/ha. Er werd dus netto fosfaat onttrokken aan de bodem.
Op Agrimatie zijn deze nieuwe resultaten van de landbouwpraktijk van bedrijven in het derogatiemeetnet verwerkt in de volgende 7 artikelen:
1. Melkproductie (per bedrijf, per hectare voedergewas en per koe)
2. Stikstofbemesting
3. Fosfaatbemesting
4. Gewasopbrengsten (voor zowel grasland als snijmais)
5. Stikstofbedrijfsoverschot
6. Stikstofbodemoverschot
7. Fosfaatbodemoverschot
Samenstelling en regio’s
Het derogatiemeetnet bestaat uit 300 bedrijven, waarvan ongeveer 87% melkveebedrijven en ongeveer 13% ‘overige graslandbedrijven’. De resultaten worden gepresenteerd voor de groep bedrijven als geheel, maar ook per regio. Er worden 5 regio’s onderscheiden: Zand 230, Zand 250, Klei, Veen en Löss. In de wetgeving over het jaar 2021 is geregeld dat op zand- en lössgrond in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg maximaal 230 kg stikstof uit graasdiermest per hectare mag worden gebruikt. Op andere grondsoorten en op grond gelegen buiten deze 5 provincies mocht in 2021 maximaal 250 kg stikstof per hectare gebruikt worden. In LMM bevat de Zandregio 230 bedrijven gelegen in de Zandregio in de eerdergenoemde vijf provincies. De Zandregio 250 betreft de bedrijven in het overige deel van de Zandregio, waar ook op zand tot maximaal 250 kg stikstof per hectare uit graasdiermest gebruikt mocht worden in 2021.
De totstandkoming
Resultaten uit het derogatiemeetnet over de landbouwpraktijk zijn beschikbaar voor de periode 2006 tot en met 2021. De data over 2021 zijn in het jaar 2022 verkregen door alle bedrijfseconomische en (milieu)technische gegevens over het jaar 2021 te verzamelen. Dit was per september 2022 gereed. Vervolgens zijn per bedrijf alle data verwerkt, gecontroleerd en goedgekeurd voor onderzoek. Op basis van de goedgekeurde data zijn in de eerste helft van 2023 de indicatoren berekend, analyses uitgevoerd en de resultaten beschreven.
|