Mijn agrimatie

Agrimatie - informatie over de agrosector

Mestbeleid LMM > Nieuws
         
Update van resultaten akkerbouwbedrijven

23-9-2024

Voor deze update zijn de resultaten over 2022 bepaald van de akkerbouwbedrijven waarop het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) gericht is. Op de betreffende akkerbouwbedrijven, was in 2022 de gemiddelde gewasopbrengst hoger dan gemiddeld over de periode 2006-2021. Dit ondanks de relatief droge en warme zomer, met het grootste neerslagtekort in Oost Nederland. Het stikstofbedrijfsoverschot en -bodemoverschot waren 2022, gemiddeld over de grondsoortregio’s, respectievelijk 93 en 100 kg stikstof per ha. Deze overschotten waren 19 kg stikstof per ha lager dan gemiddeld over de periode 2006-2021. Door de relatief droge omstandigheden paste 53% van de LMM-bedrijven beregening toe en was de gemiddelde beregeningshoeveelheid op de beregende oppervlakte 68 mm per ha.

Mestgebruik en beregening
De akkerbouwers hebben bij de bemesting in 2022, gemiddeld over de grondsoortregio’s en hectares, 219 kg stikstof per ha gebruikt. Hiervan was 93 kg stikstof per ha afkomstig uit kunstmest en 101 kg per ha uit toegediende dierlijke mest. De andere 25 kg stikstof is via overige organische meststoffen zoals compost op de bodem gebracht. Tussen de grondsoortregio’s varieerde het stikstofgebruik in 2022 van gemiddeld 189 en 201 kg per ha in respectievelijk de Löss- en Zandregio tot 232 kg per ha in de Kleiregio. Sinds de invoering van het gebruiksnormenstelsel in 2006 is het gebruik van stikstofkunstmest in 2022 met gemiddeld 37 kg per ha gedaald ten opzichte van 2006. Het stikstofgebruik via dierlijke mest en overige organische meststoffen is met respectievelijk 15 en 19 kg per ha gestegen. Het totale stikstofmeststoffengebruik op de LMM-Akkerbouwbedrijven is met 4 kg per ha gedaald ten opzichte van 2006.

Het aandeel van de akkerbouwbedrijven dat beregent is de afgelopen 10 jaar sterk toegenomen. In 2022 zijn op 54% van de bedrijven in de Zandregio, 53% van de bedrijven in de Kleiregio en 38% van de bedrijven in de Lössregio gewassen beregend. Dat is meer dan in het jaar ervoor (Zandregio: 17%, Kleiregio: 44% en Lössregio: 8%). Door middel van beregening wordt getracht om de droogteschade aan de opbrengst en kwaliteit van gewassen te beperken en de gebruikte meststoffen zo goed mogelijk te benutten.

Steeds minder fosfaatoverschot
Sinds de introductie van het gebruiksnormenstelsel is er duidelijk een dalende trend in de fosfaatoverschotten op akkerbouwbedrijven zichtbaar. De extreme droogte van 2018 doorbrak deze trend met een forse stijging van het overschot naar gemiddeld 22 kg fosfaat per ha. Voor 2022 komt het gemiddelde overschot uit op 11 kg fosfaat per ha, variërend van 1 kg in de Lössregio tot ruim 13 kg per ha in de Zandregio.

Het gebruik van fosfaat via meststoffen in 2022 komt, gemiddeld over de regio’s, uit op 64 kg fosfaat per ha. Vanwege de differentiatie in gebruiksnormen, is het bemestingsniveau in de Zandregio en Lössregio sinds 2006 op lagere niveaus komen te liggen dan in de Kleiregio.

Benutting op bodemniveau
Op de akkerbouwbedrijven was in 2022 sprake van een grote spreiding in de benutting van nutriënten. Voor stikstof hebben de bedrijven in de Klei- en Zandregio gemiddeld 57 en 59% van de op de bodem aangevoerde stikstof benut. In de Lössregio was de benutting van gemiddeld 64% aanzienlijk hoger.
De fosfaatbenutting bedroeg in 2022, gemiddeld over de grondsoortregio’s, 88%. De hoogste fosfaatbenutting werd behaald in de Lössregio (104%). In de Kleiregio was dit 89% en in de Zandregio was dit 85%. Van de akkerbouwbedrijven behaalde 25% een benuttingsgraad hoger dan 99% terwijl 75% van de akkerbouwbedrijven minstens 69% scoorde. In het mestbeleid wordt gestreefd naar evenwichtsbemesting (inclusief een onvermijdbaar verlies van 5 kg fosfaat per ha) en het verlagen van hoge fosfaatbodemtoestanden.

Volgende update
Bij de eerstvolgende update, naar verwachting eind 2024, zullen de voorlopige resultaten over de bedrijfsvoering in het jaar 2023 worden. 

Over LMM
Het LMM is ontwikkeld om de effecten van het Nederlandse mestbeleid op de nutriëntenemissies, en vooral de nitraatemissie, uit landbouwbronnen naar het grond- en oppervlaktewater te meten en de effecten van veranderingen in de landbouwpraktijk op deze emissie te volgen. Het RIVM is verantwoordelijk voor de metingen van de waterkwaliteit en Wageningen Economic Research is verantwoordelijk voor de vastlegging van de landbouwpraktijk.

Aanvullende informatie bij dit bericht

Stikstofbedrijfsoverschot per ha
•      

Fosfaatbemesting per ha
•      

Stikstofbemesting per ha
•      

Fosfaatbodemoverschot per ha
•      

Stikstofbodemoverschot per ha
•      

Gewasopbrengsten
•      

Beregening
•      

Stikstofbenutting op bodemniveau
•      

Fosfaatbenutting op bodemniveau
•      

Biologische teelt
•      

Bedrijfsomvang grond
•      

Bouwplan
•      



Contactpersoon
Marga Hoogeveen
070-3358325
 

Andere recente nieuwsberichten
30-10-2024:
23-9-2024:
23-9-2024:
23-9-2024:
23-9-2024:
21-12-2023:
21-12-2023:
21-12-2023:
7-9-2023:
4-9-2023:

Meer nieuws