Mijn agrimatie

Agrimatie - informatie over de agrosector

Mestbeleid LMM > Nieuws
         
Update resultaten melkveebedrijven

23-9-2024

Hogere bodemoverschotten
Eind 2023 zijn diverse artikelen gepubliceerd met de voorlopige resultaten over het jaar 2022 op basis van een complete set van bedrijven. In deze update worden diverse artikelen gepubliceerd op basis van de resultaten over het jaar 2022.

Het jaar 2022 was ten opzichte van het voorgaande jaar een droog jaar. Dit is terug te zien in een groter aandeel melkveebedrijven dat beregende en de lagere graslandopbrengsten. Door de matige groeiomstandigheden groeide het gras onvoldoende. De maisopbrengst in de Klei- en Zandregio was hoger dan in het voorgaande jaar. Zowel de melkproductie per ha als per koe was in 2022 hoger dan in het voorgaande jaar.

Mestgebruik en beregening

In 2022 is het totale stikstofgebruik door melkveebedrijven in het LMM gemiddeld met circa 9% toegenomen tot ongeveer 313 kg stikstof per ha. Het gebruik van stikstof uit kunstmest was lager, terwijl het gebruik van stikstof uit dierlijke mest hoger was dan het jaar ervoor. Het stikstofmestgebruik in 2022 was wel lager dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren. Het gebruik van fosfaat uit dierlijke mest was in 2022 3 kg per ha lager dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren tot circa 69 kg per ha.

Het aandeel van de melkveebedrijven dat beregent, is sinds 2018 toegenomen. In 2021 paste ongeveer 6% van de melkveebedrijven beregening toe. In 2022 was dit aandeel hoger (22%) en vergelijkbaar met het droge jaar 2019. Door middel van beregening wordt getracht om de droogteschade aan de opbrengst en kwaliteit van voedergewassen te beperken en de gebruikte meststoffen zo goed mogelijk te benutten. Vanwege de droogte hebben deze bedrijven de gewassen in de periode 2018-2020 en 2022 ook intensiever moeten beregenen. In 2018 was dit gemiddeld 93 mm op de beregende oppervlakte, in 2022 was dit gemiddeld 84 mm. Naast de Zandregio, waar beregening langer gangbaar is, neemt beregening in de Klei- en Veenregio ook toe. De gemiddelde graslandopbrengst in 2022 was 23% lager dan het jaar ervoor, de maisopbrengst was echter 6% hoger. In alle regio’s was de graslandopbrengst in 2022 matig waarbij in de Veenregio de daling het kleinst was.

Overschotten en benuttingsgraad
De fosfaatoverschotten op melkveebedrijven in het LMM zijn in 2022 gestegen naar gemiddeld 13 kg per ha. Dit is hoger dan het vijfjaarlijks gemiddelde van 2018-2022 en vergelijkbaar met het niveau van het fosfaatoverschot in het eveneens droge jaar 2018. In alle regio’s was het fosfaatoverschot hoger dan het jaar ervoor. De afvoer van fosfaat per ha op bedrijfsniveau (2022: 61 kg per ha) is 1 kg per ha lager dan de vijf voorafgaande jaren. Bij een fors hogere aanvoer per ha op bedrijfsniveau (2022: 75 kg fosfaat per ha) dan de voorliggende jaren bedroeg het overschot in 2022 13 kg fosfaat per ha . De benuttingsgraad van fosfaat op bodemniveau bedroeg in 2022 gemiddeld 84%, wat betekent dat niet alle fosfaat toegevoegd aan de bodem wordt onttrokken door het gewas.

Het gemiddelde stikstofbodemoverschot bedroeg in 2022 159 kg N per ha, wat hoger is dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren. Dit overschot is ongeveer 30 kg per ha hoger dan in het voorgaande jaar. In 2022 hadden melkveehouders in de Zand- en Lössregio een bodemoverschot van respectievelijk 164 en 163 kg stikstof per ha. De collega’s in de Kleiregio (174 kg stikstof per ha) zaten daar boven en die in de Veenregio (114 kg stikstof per ha) zaten daar ruim onder. De benuttingsgraad van stikstof op bodemniveau bedroeg in 2022 gemiddeld 65%. De benuttingsgraad op bodemniveau van stikstof is in het algemeen lager dan die van fosfaat omdat bij stikstof vervluchtiging plaatsvindt.

Volgende update
Bij de eerstvolgende update, naar verwachting eind 2024, zullen de voorlopige resultaten over de bedrijfsvoering in het jaar 2023 worden.

Over LMM

Het LMM is ontwikkeld om de effecten van het Nederlandse mestbeleid op de nutriëntenemissies, en vooral de nitraatemissie, uit landbouwbronnen naar het grond- en oppervlaktewater te meten en de effecten van veranderingen in de landbouwpraktijk op deze emissie te volgen. Het RIVM is verantwoordelijk voor de metingen van de waterkwaliteit en Wageningen Economic Research is verantwoordelijk voor de vastlegging van de landbouwpraktijk.

Aanvullende informatie bij dit bericht

Stikstofbemesting per ha grasland
•      

Graslandgebruik
•      

Fosfaatbemesting per ha
•      

Stikstofbedrijfsoverschot per ha
•      

Meetmelk
•      

Opslagcapaciteit dierlijke mest
•      

Stikstofbemesting per ha
•      

Najaarsbeweiding
•      

Stikstofbodemoverschot per ha
•      

Fosfaatbodemoverschot per ha
•      

Gewasopbrengsten
•      

Stikstofbenutting op bodemniveau
•      

Fosfaatbenutting op bodemniveau
•      

Beregening
•      

Bedrijfsomvang grond
•      

Bouwplan
•      

Winterbedekking
•      

Biologische teelt
•      

Bedrijfsomvang dieren
•      

Veebezetting
•      



Contactpersoon
Marga Hoogeveen
070-3358325
 

Andere recente nieuwsberichten
30-10-2024:
23-9-2024:
23-9-2024:
23-9-2024:
23-9-2024:
21-12-2023:
21-12-2023:
21-12-2023:
7-9-2023:
4-9-2023:

Meer nieuws