Daling van stikstofbemesting |
30-10-2024 |
In het derogatiemeetnet van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) volgen Wageningen Economic Research en het RIVM jaarlijks de waterkwaliteit en landbouwpraktijk van ‘voor derogatie aangemelde’ bedrijven. Het derogatiemeetnet is een uitvloeisel van de derogatie op de Nitraatrichtlijn die Nederland sinds 2006 heeft. Met deze derogatie mogen bedrijven met minimaal 80% gras in het bouwplan onder voorwaarden meer stikstof uit graasdiermest gebruiken dan de 170 kg stikstof per hectare die de Europese Nitraatrichtlijn als maximum voorschrijft. Vanaf 2023 wordt derogatie stap voor stap afgebouwd en verdwijnt per 2026.
Op 3 juli 2024 is het rapport ‘Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2022’ door minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur aan de Tweede Kamer aangeboden waarmee de resultaten openbaar zijn. Uit de resultaten blijkt dat de gemiddelde stikstofbemesting uit dierlijke mest op bedrijven in het derogatiemeetnet in de periode 2006 tot en met 2022 een dalende trend laat zien. In 2022 lag de stikstofbemesting uit dierlijke mest op 228 kg/ha. Het stikstofbodemoverschot op bedrijven in het derogatiemeetnet laat ook een dalende trend zien, maar steeg in 2022 wel ten opzichte van 2021 naar gemiddeld 171 kg/ha. Ook het fosfaatbodemoverschot laat een dalende trend zien over de gehele periode 2006 tot en met 2022, maar steeg in 2022 ten opzichte van 2021 en bedroeg gemiddeld 16 kg/ha.
Op Agrimatie zijn deze nieuwe resultaten van de landbouwpraktijk van bedrijven in het derogatiemeetnet verwerkt in de volgende 7 artikelen:
1. Melkproductie (per bedrijf, per hectare voedergewas en per koe)
2. Stikstofbemesting
3. Fosfaatbemesting
4. Gewasopbrengsten (voor zowel grasland als snijmais)
5. Stikstofbedrijfsoverschot
6. Stikstofbodemoverschot
7. Fosfaatbodemoverschot
Samenstelling en regio’s
Het derogatiemeetnet bestaat uit 300 bedrijven, waarvan ongeveer 87% melkveebedrijven en ongeveer 13% ‘overige graslandbedrijven’. De resultaten worden gepresenteerd voor de groep bedrijven als geheel, maar ook per grondsoortregio. Er worden 5 regio’s onderscheiden: Zand 230, Zand 250, Klei, Veen en Löss. In de wetgeving over het jaar 2022 is geregeld dat op zand- en lössgrond in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg maximaal 230 kg stikstof uit graasdiermest per hectare mag worden gebruikt. Op andere grondsoorten en op grond gelegen buiten deze 5 provincies mocht in 2022 maximaal 250 kg stikstof per hectare gebruikt worden. In het LMM bevat de Zandregio 230 bedrijven gelegen in de Zandregio in de eerdergenoemde vijf provincies. De Zandregio 250 betreft de bedrijven in het overige deel van de Zandregio, waar ook op zand tot maximaal 250 kg stikstof per hectare uit graasdiermest gebruikt mocht worden in 2022.
De totstandkoming
Resultaten uit het derogatiemeetnet over de landbouwpraktijk zijn beschikbaar voor de periode 2006 tot en met 2022. De data over 2022 zijn in het jaar 2023 verkregen door alle bedrijfseconomische en (milieu)technische gegevens over het jaar 2022 te verzamelen. Dit was per december 2023 gereed. Vervolgens zijn per bedrijf alle data verwerkt, gecontroleerd en goedgekeurd voor onderzoek. Op basis van de goedgekeurde data zijn in de eerste helft van 2024 de indicatoren berekend, analyses uitgevoerd en de resultaten beschreven.
|