Saldo’s in de veehouderij: herstel in zeugenhouderij en vleeskuikens, zware druk bij vleesvarkens |
6-5-2025 |
In maart 2025 liet de veehouderij een gemengd beeld zien. De zeugenhouderij en vleeskuikensector lieten een verbetering van het saldo zien, terwijl vleesvarkenshouders voor het eerst sinds lange tijd te maken kregen met een negatief saldo. De leghennensector noteerde een forse stijging van het saldo, en ook in de melkveehouderij bleef het saldo op een hoog niveau, ondanks een dalende melkprijs.
Saldo melkveehouderij blijft hoog ondanks dalende melkprijs
In maart 2025 kwam het saldo van het gestandaardiseerde melkveebedrijf uit op 33.400 euro. Dit is 36% hoger dan in maart vorig jaar en 65% boven het langjarig gemiddelde voor deze maand. Ondanks een dalende melkprijs bleef het saldo op peil, vooral dankzij hoge prijzen voor slachtkoeien en nuchtere kalveren. De toegerekende kosten bleven vrijwel gelijk.
De melkprijs daalde in het eerste kwartaal van 2025 met bijna 3,5 euro per 100 kilogram, maar bleef relatief hoog. Ook de krachtvoerprijs bleef stabiel ten opzichte van een jaar eerder, al lag deze nog steeds 20% boven het tienjaarsgemiddelde. Het voortschrijdend jaarsaldo lag in maart 43% boven het langjarig gemiddelde.
Saldo zeugenhouderij herstelt in maart
De zeugenhouderij liet in maart 2025 een herstel zien. Het maandsaldo kwam uit op 83.000 euro per bedrijf, ruim 3% hoger dan het jaargemiddelde van 2024. De stijging van de biggenprijzen met 13 euro ten opzichte van januari en februari en hogere prijzen op de slachtzeugenmarkt droegen bij aan deze verbetering. De kosten bleven nagenoeg stabiel. De voerkosten stegen wel licht (+2%), in lijn met de bredere trend van stijgende voerprijzen begin 2025. Het voortschrijdend jaarsaldo kwam uit op 837.000 euro, bijna twee keer zo hoog als het langjarig gemiddelde van 470.000 euro.
Vleesvarkenshouders geconfronteerd met negatief saldo
Voor het eerst sinds lange tijd was het maandsaldo voor vleesvarkensbedrijven in maart 2025 negatief. Het saldo kwam uit op min 1.074 euro per bedrijf, 18.000 euro lager dan in maart 2024. De opbrengsten daalden fors door lagere vleesvarkensprijzen, terwijl de kosten voor biggen en voer verder opliepen. Ondanks het negatieve maandresultaat lag het voortschrijdend jaarsaldo nog 9% boven het langjarig gemiddelde, dankzij de hogere saldi in 2024.
Saldo vleeskuikenbedrijven 20% hoger
In de vleeskuikensector steeg het maandsaldo in maart 2025 met 20% ten opzichte van januari. Het saldo kwam uit op 41.600 euro per bedrijf. De prijs van vleeskuikens steeg licht van 1,20 naar 1,25 euro per kilogram, terwijl de voerprijs stabiel bleef. Door de omschakeling naar scharrelvleeskuikens daalt het aanbod in Nederland en andere EU-landen. Het voortschrijdend saldo lag met 413.000 euro ruim boven het langjarig gemiddelde van 145.000 euro.
Leghennensector profiteert van hoge eierprijzen
De leghennensector zag in maart 2025 een sterke stijging van het saldo. Het maandsaldo kwam uit op 106.000 euro per bedrijf, bijna het dubbele van januari. De prijs van witte scharreleieren steeg in deze periode van 1,94 naar 2,78 euro per kilogram. De eiermarkt blijft krap door bedrijfsbeëindigingen, strengere regelgeving en vogelgriepuitbraken. Hierdoor ligt het voortschrijdend saldo met 674.000 euro per bedrijf aanzienlijk boven het langjarig gemiddelde van 293.000 euro.
|